Nekpijn en WiFi
vrijdag, 27 maart 2015 - Categorie: Verhalen
Ingezonden ervaringsverhaal
25 maart 2015
Nekpijn, mijn nieuwe wifi zintuig
Al een paar jaar heb bij tijd en wijle een rare plotseling optredende scherpe, stekende en trekkende pijn aan een kant van mijn nek waar geen pijnstillers tegen opgewassen zijn. Omdat ik al lang last heb van slapeloosheid en hartkloppingen die verbeterd zijn toen ik alle draadloze technologie uit mijn huis verwijderd heb en een straling werende klamboe heb aangeschaft en ik die nekpijn nu nooit thuis krijg ben ik deze in verband gaan brengen met draadloze technologie op een korte afstand.
De pijn kreeg ik steevast iedere avond als ik bij mijn dochter in Engeland logeerde. Daar staat de wifi router weliswaar met een gipsplaat muur ertussen op 2 ½ meter van de bank waar haar dect telefoon vlak naast staat. Maar telkens als ik ga slapen in een kamer in hun anex zakt de pijn langzaam weg. Tot we voor een familie aangelegenheid met z’n allen in een groot ouderwets romantisch strandhuis sliepen. Toen kwam de nekpijn ’s avonds weer opzetten terwijl vooral alle jongeren driftig met, en via hun smartphones aan het communiceren waren. Maar deze keer bleef de pijn de hele nacht. Als ik als slapeloze al zou kunnen slapen zorgde de gekmakende nekpijn ervoor dat ik geen houding kon vinden waarin het uit te houden was. Alleen een slaappil hielp me een paar uur door de nacht. Overdag, buiten, zakte de pijn maar ’s avonds kwam hij weer heviger dan ooit opzetten. ‘He weet jij de code van de wifi vroeg een van de neefjes aan de een ander. ‘ Nee maar die staat achterop de router’. O, er was hier dus wifi. Waar zou die staan? Ja, hoor precies onder mijn slaapkamer. Maar al had ik het zwarte monster het liefst uit de muur getrokken, ik durfde hem ’s nachts niet uit te zetten want de jeugd had het nog niet op slapen en zonder hun smartphones konden ze toch niet hun coolste foto’s uit de cloud halen en wat nieuwe ‘kijk eens wij zijn hier selfies’ met het thuisfront uitwisselen. En tja ik wist natuurlijk ook nog niet helemaal zeker dat mijn nekpijn echt door de wifi kwam, dus maar weer een slaappil. De volgende dag kwam de pijn weer terug op de boot naar Duinkerken. Daar zat mijn vriend naast me zijn aandelen te regelen met zijn smartphone. Dat kon toch niet: Geen wifi en alleen een smartphone; nou ja, ook nog een paar bij de tafels naast ons maar daar had ik toch nooit eerder last van? Afin, in de auto ergens voor Gent zakte de pijn weer af en eenmaal thuis had ik er geen last meer van, ondanks de wifi, en de dect telefoon van de buren op een meter of zes afstand.
In de maanden die daarop volgden werd het mij evenwel steeds duidelijker dat telkens als ik mij binnen een meter of 3 van dect, smartphones, tablets maar vooral wifi bevindt, ik prompt nekpijn krijg; ook met de personal floww in mijn zak die ik had aangeschaft, na het zien van een overtuigend filmpje over bloedplaatjes die in de buurt van een smartphone aan elkaar gaan kleven en dat niet doen als je floww bij je draagt.
Maar mijn laatste ervaring vormt voor mijzelf het onbetwistbare bewijs dat wifi en smartphones op een paar meter afstand zonder dat ik me van hun aanwezigheid bewust ben, mij steevast nekpijn bezorgen, die weer langzaamaan verdwijnt zodra ik uit de straling ben.
Als slapeloze proefpersoon nam ik deel aan een onderzoek naar slaap en het verwerken van emoties op het Nederlands Herseninstituut. Ik moest daar twee nachten met EEG elektrodes op mijn hoofd en EMG- en ECG elektrodes aan mijn lijf slapen, om de elektrische activiteit van successievelijk mijn hersenen, spieren en hart te registreren. Ook werden er MRI en f MRI scans van mijn hersenen gemaakt. Klaarblijkelijk dermate gevoelige apparatuur dat het slaaplab en het nagelnieuwe Spinoza lab, de trots van de UvA waarin de scanners stonden, gebouwd zijn als een ware kooi van Faraday om vooral alle mogelijke vormen van straling buiten te houden. Hiep hoi. dacht ik toen ik dat hoorde vooral omdat alle elektronische gadgets in het slaaplab ook nog eens taboe waren. - Eigenlijk toch wel gek dat met het oog op de gevoeligheid voor EMS en RF van dit soort apparatuur alle mogelijke voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen, terwijl tegelijkertijd voorbij wordt gegaan aan de misschien wel grotere gevoeligheid van de uiterst subtiele elektrische signalen die ons hart, onze hersenen en spieren zelf uitzenden. De signalen dus die diezelfde apparaten geacht worden te registreren -
Hoe dan ook, ik had er bij het maken van de ander halfuur durende MRI scans geen enkel bezwaar tegen om in dit stralingsproof Spinozalab zo’n 3 uur op de andere 2 proefpersonen te wachten. Met de aanwezige master stagiaires zat ik in een ultramoderne presentatieruimte – dat kan dus allemaal heel goed zonder draadloos- geanimeerd te praten over hoe het er tegenwoordig aan toe gaat op mijn oude universiteit. Wat waren er veel studierichtingen bijgekomen met verengelste potjeslatijn namen, waar je geen touw aan vast kon knopen. Wat een versnippering! Maar wel zeer gemotiveerde sprankelende jonge mensen. Zeker de PhD student die op het onderzoek wil promoveren. In die tussentijd waren ze onder het praten ook bezig met hun smartphones. Stilletjes dacht ik: “ hoe kunnen jullie nog zo goed functioneren en zo vol inspiratie zijn met die dingen de hele dag om je heen”. Maar hier hebben jullie lekker geen bereik dacht ik tegelijkertijd met enig leedvermaak. En toen ineens, geheel onverwacht, meldde mijn nek zich met de kenmerkende pijn. Oef, dacht ik: “Dat gaat zo niet lukken anderhalf uur stilliggen in die scanner. Zo wordt de zichtbaar gemaakte flow van hersenhormonen een artefact van de pijn i.p.v. mijn emoties n.a.v. mijn levensgebeurtenissen. Toch maar even naar buiten, weg bij die smartphones ook al hadden ze geen bereik.’ Ogenblikkelijk trok de pijn weg toen ik lekker op een bankje buiten in de zon was gaan zitten. Niet veel later kwam een van de stagiaires naast me zitten. Ik waagde het om haar te vertellen waarom ik eigenlijk naar buiten was gegaan. I.t.t. tot wat ik verwachtte vond zij het helemaal niet gek dat ik nekpijn zou kunnen krijgen van de straling van smartphones. Zelf droeg ze al een hanger met een soort zout waarvan ze hoopte dat die de het effect van de elektromagnetische velden van de enorme hoeveelheid apparatuur in de labs en hun controle- en werkkamers zou neutraliseren. En voor de zekerheid deed ze haar eigen smartphone uit als ze naar bed ging. Ze wist erbij te vertellen dat ze die dag zelf voor het eerst in het Spinoza lab waren en merkten dat ze daar geen bereik hadden maar het eindeloos hebben zitten proberen en vervolgens zijn overgegaan op bluetooth om wat info te delen. De straling moet dus behoorlijk hoog zijn geweest. En dat dit spierpijn zou kunnen veroorzaken was volgens haar best verklaarbaar omdat spieren toch ook samentrekken en flexen door o.a. nog veel subtielere en dientengevolge moeilijker te meten elektrische signalen, die immers de aankomende nacht ook bij mij gemeten zouden worden middels EMG. Volgens haar zou er juist door die zwakte van het signaal heel makkelijk interferentie op kunnen treden. Een verschijnsel dat als interferentie en RF therapie bij pijnbestrijding al decennia lang met succes wordt toegepast.
Voor mij betekende dit alles twee vliegen in een klap. Mijn nekpijn was, terwijl ik dacht dat er geen straling kon zijn, toch ontstaan op hetzelfde moment dat de smartphones zonder dat ik het wist aan het zenden waren. Een evidente bevestiging van mijn hypothese, waarvoor nu er ook nog een fysische verklaring voor bleek te zijn. Toch kon ik zelf op een of andere manier nog steeds niet geloven dat een spier in mijn nek op zekere dag echt is gaan reageren op deze niet waarneembare straling. Of moet ik geloven dat ik er ineens een zintuig bij heb in de vorm van een nekspier waarmee ik die straling wel kan waarnemen.
Waarschijnlijk dit laatste want de twee volgende dagen in het slaaplab leerden mij dat alleen de kamers zelf als faraday kooi waren gebouwd maar de verdere verblijfs- werk- en controlekamers niet. Terwijl ik samen met de onderzoeker en de 2 andere proefpersonen in een hoek van de gang rustig aan het ontbijt zat kwam de nekpijn weer opzetten. Ik zag van niemand een smartphone dus waagde ik het om eens te vragen of er soms een wifi router of tablets in de buurt waren. Dat bleek zo te zijn want de Appletjes waarop wij ons slaapdagboek moesten invullen stonden in de aangrenzende kamer al op de pagina van het Slaapregister klaar. De onderzoeker zette ze maar meteen voor onze neus op tafel. Tijdens het invullen van het dagboek werd mijn pijn zo hevig dat ik toen ik met goed fatsoen weg kon op mijn stralingsvrije slaaplab ben gaan zitten. En voila binnen een half uur was de pijn weer helemaal weg. Dit heeft zich gedurende de dag nog twee keer herhaald met de laptop van een van de proefpersonen en het invullen van het avonddagboek. Een hoge mate van consistentie dus. Genoeg om voortaan maar op mijn nieuw verworven zintuig te vertrouwen en benen te maken als het me vertelt dat de wifi hier echt te dicht in mijn buurt staat.
Een ander verrassend fenomeen deed zich voor bij de andere twee proefpersonen. Ondanks de 256 op hun hoofd geplakte EEG elektroden, die mij vanwege de pijn die dat gaf bij het erop liggen, effectief uren wakker hielden, hadden zij in hun Faraday kooien alle twee beter geslapen dan thuis. En de onderzoeker had mij verteld dat veel mensen met slaapproblemen zelfs met die electroden op hun hoofd, relatief goed blijken te slapen in de slaaplabs. Tijd voor mij dus om de stoute schoenen aan te trekken en het onderwerp tijdens het avondeten maar eens ter tafel te brengen. De stagiaire met de zouthanger had jammer genoeg geen avond shift, dus moest ik het in het hol van de wetenschap alleen doen. Via mijn nekpijn ervaringen vertelde ik over de niet thermische effecten van deze straling die in peer reviewed studies zijn aangetoond en dat de sterk toegenomen slapeloosheid in Nederland daarmee heel goed kan samenhangen; onder een expliciete verwijzing op het white bord naar StopUMTS.nl. Maar zoals altijd kwam er behalve wat gehmmm en … toch niet weg te denken in de huidige samenleving, weinig reactie. Alleen een van de proefpersonen vertelde me bij het afscheid, na haar tweede ononderbroken nacht, ze thuis eens zou proberen te slapen met een uitgeschakelde wifi en smartphones als dat voor haar man en kinderen tenminste niet volstrekt onoverkomelijk zou zijn. Misschien heb ik zo toch nog iemand kunnen helpen.
Wel jammer dat de kooi van Faraday mij niet beter heeft doen slapen. Gelukkig was toen ik thuiskwam de stralingsmeter waarmee ik ook de nieuwe Wifi frequentie van 5 Ghz kan meten, gearriveerd dan kan ik thuis kijken of mijn klamboe nog afdoende afschermt en waar ik misschien mijn muren met koolstofverf zou kunnen schilderen want dat lukt me met mijn nekzintuig toch nog niet.
Lees verder in de categorie Verhalen | Terug naar homepage | Lees de introductie