Ervaringsverhaal Nederlandse wetenschapper met schokkende conclusie. (Upd)
donderdag, 22 juli 2010 - Categorie: Verhalen
Oorspronkelijk geplaatst 18 juni 2010, laatst gewijzigd commentaar 22 juni 2010, last update 22 juli 2010
Stopumts ontving onderstaand ervaringsverhaal van een Nederlandse klinisch psycholoog, extreem elektrogevoelig geworden na verblijf in de omgeving van zendmasten voor mobiele telefonie.
Na lezing van dit schokkend relaas, over omstandigheden waaronder veel slachtoffers lijden die zich daardoor zelfs niet meer kunnen verweren, moeten medewerkers van Antennebureau, Kennisplatform en Gezondheidsraad toch bij zichzelf te rade gaan welke ethische normen zij nog kunnen overschrijden bij voortzetting van hun ''niets aan de hand'' propaganda waarbij zij de nadruk leggen op cognitieve therapie voor de slachtoffers om van een (door de Gezondheidsraad bedacht) perceptie probleem af te komen.
Geachte redactie,
Hierbij wil ik melden wat me sinds 2004 is overkomen. We hebben in dat jaar een huis gekocht in het oosten van het land. Hoewel we bij de aankoop daarvan de GSM mast (op 300 meter afstand) en de andere mast (ook op 300 meter afstand, met wat later bleek: o.a. 2 radio FM zenders, wifi lan, semafoon, en GSM) hebben waargenomen, hebben we dit absoluut niet gezien als een belemmering om het huis te kopen. Hier volgt een verslag van wat er in de periode daarna is gevolgd.
Juli 2004: We verhuizen vanuit het westen van het land naar het oosten. Ik richt met succes mijn psychotherapeutische praktijk weer in, en word lid van een aantal plaatselijke besturen.
December 2004: Toenemende vermoeidheid
Februari 2005: Rood worden van de huid en warmtesensaties in het gezicht en lichaam. Vermoeidheid.
Medio april 2005: Weken lang zeer ernstige gewrichtsklachten (zowel grote als kleine gewrichten). De gewrichten kraken en knakken bij elke beweging. Nog steeds: heel erg warm. Huidklachten: onderhuidse pukkels, kleine rode pukkeltjes op voorhoofd en wang, rode en schrijnende vlekken in het gezicht.
6 mei 2005: Voor de gewrichtspijn de huisarts geraadpleegd. Bloed nagekeken: alles o.k.
Medio mei 2005: slaapstoornissen en ernstige vermoeidheid. Wakker rond 3 uur. Niet meer in staat om door te slapen. Huidklachten blijven. Ernstige zwelling van oogleden en gezicht. De warmte sensaties blijven doorgaan.
Juni en juli 2005: Buitensporig moe en duizelig. Steeds meer last van stoornissen in het korte termijn geheugen en licht afatische symptomen. Ook treden concentratie stoornissen op. Verder: druk en pijn boven in het hoofd (vooral links), geknars in het hoofd, snerpende felle fluittonen, gezoem, en een soort ’pijn’ in het hoofd. Dat laatste is met niets te vergelijken wat ik ken en ik krimp er van in elkaar. Ernstige maag en darm stoornissen. Heftige evenwichtsstoornissen waardoor ik, als ik van de ene kant van de kamer naar de andere wil komen over de grond kruip. In de laatste weken van juni kan ik alleen nog maar in bed liggen. In tegenstelling tot de eerdere ’warmteaanvallen’ ben ik nu ontzettend koud en kan mezelf niet meer warm houden, zelfs niet onder drie dekbedden en kruiken.
24 juli 2005: Zeer goede vriend en collega op bezoek. Hij raadt me dringend aan een internist te bezoeken, omdat ik er, volgens hem nog nooit zo slecht heb uitgezien.
26 juli 2005: naar tandarts: een acute ontsteking onder een van mijn kronen.
1 augustus 2005: bezoek aan internist. Vele bloed- en urine testen. Bloeddruk: 120/90. Alles blijkt o.k.
9 augustus t/m 12 augustus 2005: verblijf in bossen in Duitsland: ik knap op, de symptomen worden minder. De huid wordt rustiger.
Langzaam maar zeker begin ik steeds meer te vermoeden dat het in de buurt van ons huis niet o.k. is. De zendmasten?
Eind augustus, begin september 2005: de symptomen breiden zich uit met onwillekeurig heftig schudden en spierspasmen van hoofd, romp en armen. Duizelig, het evenwicht is weg. Geen beweging is meer vanzelfsprekend omdat ik me niet meer kan oriënteren in de ruimte: bij elke beweging moet ik mezelf opnieuw in de ruimte ’bepalen’. Druk en geknars in het hoofd. Voortdurend snerpend gefluit en herrie in mijn oren. Gezichtspieren zijn stijf. Gezicht, mond en ogenleden zijn opgezet, de ogen staan flauw.
Bevriend arts adviseert om naar de neuroloog te gaan. Ook bivakkeren we steeds vaker in een weiland ver buiten ons huis. De ergste symptomen verdwijnen dan. Eenmaal terug in huis komt alles terug.
9 september 2005: Telefonisch contact met internist. Om elke ’lichamelijke’ oorzaak (zoals een hersentumor) uit te sluiten (voordat we het huis zouden moeten verkopen), stuurt ze een afspraak aan met een neurologe eind oktober 2005.
Eerste twee weken september: ik ben zwerver in ons huis geworden. Overal liggen matrassen in de hoop ergens toch in slaap te kunnen vallen. Kan steeds minder tegen zaken als dimmers, trafo’s, ringleiding enz.. Daarmee is het moeilijk geworden mijn moeder (90 jaar) en haar zus (93 jaar) in de bejaardenflats te bezoeken. Bij onze kinderen in de ’grote’ stad kan ik al helemaal niet meer komen.
20 september tot 23 september: naar Duitsland naar een natuurpark. Slaap daar de eerste nacht onafgebroken 12 uur en vervolgens 10 uur. Knap weer op.
24 september 2005: Thuis weer onderuit. Zelfde symptomen als daarvoor. We weten nu nagenoeg zeker dat mijn conditie te maken moet hebben met de toestand rondom ons huis. Maar we wachten op de uitslag van het neurologisch onderzoek voor we besluiten het huis te verkopen.
oktober 2005:
Desoriëntatie neemt toe: bijv. ’s avonds, komend van een vergadering in mijn eigen dorp (die voor mij in het tuinhuisje is gehouden) weet ik desondanks de weg niet meer naar huis. Neem de verkeerde afslag en beland in een dorp verderop. Uiteindelijk rijd ik een sloot in.
Verder verloop: De neurologe vond in oktober 2005 geen afwijkingen (MRI). EEG was onrustig, maar niet afwijkend. Geen parkinson en geen epilepsie. Verder concludeert de neuroloog dat er ontregelingen zijn op subcorticaal niveau.
De klachten gingen helaas niet over. In november 2005 werd er in het dorp waar we woonden C2000 (tetra) geïnstalleerd, en daarmee werd het erger.
In maart 2006 was ik zo ziek, dat we een huisje op het platteland hebben gehuurd. We hebben vervolgens twee jaar in drie huisjes gewoond. Bij de eerste twee huisjes, waar we een half jaar zijn geweest, was er geen telefoon en t.v.., m.a.w. geen communicatie meer met de buitenwereld (gsm kon ik zélf niet meer gebruiken). Ik kon niet meer bij mensen in huis zijn (vanwege allerlei systemen in hun huis: dimmers, wifi, trafo’s, spaarlampen etc.,) geen boodschappen meer in het dorp doen. Ik kon zelfs niet meer bij mijn eigen huisarts komen, omdat zij inmiddels in een gebouw was gevestigd, waar allerlei moderne elektronische zaken waren aangebracht.
In ons eigen huis ben ik niet meer terug geweest, niet om te slapen of te werken (dat huis is in het derde kwartaal van 2007 verkocht; en in mei 2008 hebben we een huis kunnen kopen in het noorden van het land). Ik ben langzaam opgeknapt, beginnend bij het twee jaar verblijf in de huisjes op het platteland en sinds twee jaar in ons nieuwe huis in het Noorden. Helaas kan ik nog steeds niet bij mensen in ons nieuwe dorp op bezoek, laat staan een concert bijwonen, een museum bezoeken of –en dat is pijnlijk - mijn kinderen, familie of vrienden opzoeken. We hebben ons huis laten aanpassen zodat de elektro-belasting minimaal is. Maar mijn gevoeligheid blijft en die treedt onverminderd op bij een zekere mate van elektro (magnetische) velden.
Ik denk dat het niet eenvoudig is om zich te realiseren hóe sociaal isolerend een aandoening als deze is. En dan spreek ik nog niet eens over wat het betekent voor mijn echtgenoot, mijn kinderen, mijn moeder (die gestorven is zonder dat ik bij haar kon zijn; evenals mijn peettante), mijn familie en vrienden. De onmacht die hen overvalt, omdat ze het ook niet kunnen oplossen, is pijnlijk voor hen en pijnlijk voor mij om aan te zien.
Mijn eens zo actieve leven (o.a. vele reizen in het kader van mijn werk, voor o.a. Buitenlandse Zaken, de Wereld Gezondheid Organisatie, Unesco) is voorbij. De vanzelfsprekende mogelijkheid om overal te kunnen komen waar ik wilde komen, het onderhouden van allerlei sociale- en werk contacten (gelukkig zijn er in de familie/vriendenkring mensen die steeds de moeite nemen om óns bezoeken), is nu al zes jaar tot stilstand gekomen.
En de consequenties van het, voor deze tijd, niet te bevatten sociale isolement dat er het gevolg van is, is van een omvang die, in deze huidige tijd (in onze westerse wereld) eigenlijk niet meer is voor te stellen en uit te leggen. Mensen die er naar luisteren zeggen in een zeker ongeloof: maar dan kun je nérgens meer komen… en dat is dus precies wat het is!
Verder zwerft aan de rand van mijn bewustzijn het volgende: Hoe moet het verder? Hoe moet het als mijn echtgenoot of mijn kinderen me écht nodig hebben? Als ze in een ziekenhuis belanden…. ? of als ze gaan trouwen, als er kleinkinderen komen?
Hoe moet het als je zélf naar een ziekenhuis moet? Of naar een bejaardenflat of verpleegtehuis?
Op de financiële consequenties wil ik niet te diep ingaan. Wij zijn in de gelukkige positie dat we ons voorlopig hebben kunnen ’redden’. Maar voor velen met deze aandoening is dat niet weggelegd en die moeten blijven waar ze zijn, met alle negatieve gevolgen van dien.
Als wetenschapper heb ik me verdiept in de onderzoeken over de (correlatie tussen) elektro (magnetische) velden en gezondheid. Ook heb ik kennis genomen van de voorzorgsmaatregelen die in de landen rondom ons op dit moment worden voorgenomen of worden toegepast. Dit laatste om de mogelijke consequenties voor gezondheid van de ’man made’ elektro (magnetische) velden te verminderen.
Een en ander met zorg bestudeerd hebbend ben ik geschokt door het feit dat onze Gezondheidsraad en/of daarmee onze Overheid de houding blijft aannemen dat er niets aan de hand kán zijn en dat mensen met problemen zoals de mijne ”verkeerd attribueren’’ m.a.w. een perceptie probleem zouden hebben, waardoor wij ten onrechte onze symptomen toeschrijven aan elektromagnetische velden. Met deze opvatting rechtvaardigen zij - en naar mijn mening zeer ten onrechte-, dat ze daarmee het voorzorgsbeginsel niet hoeven toe te passen.
In feite -en die conclusie is buitengewoon wrang- lijkt het er op, dat wij als elektrogevoelige mensen niet mogen bestaan. We lijken een bedreiging te vormen voor mogelijk grote financiële belangen en moeten dus als zodanig worden ’’weggeredeneerd’’.
Naam en adres bekend bij de redactie van Stopumts.
Lees verder in de categorie Verhalen | Terug naar homepage | Lees de introductie