Heeft u een voorbeeld van een pleitnota voor procedures tegen zendmasten? (Update)

woensdag, 29 juni 2011 - Categorie: Veel gestelde vragen

Pleitnota en Conclusie van Repliek inzake bodemprocedure zendmast Nieuwkoop.

Updated 28 okt. 2010 met gewijzigde lay-out.
Update 29 juni 2011 i.v.m. de actualiteit

Gerelateerde berichten:
pdf/001%20A.pdf .
pdf/001%20B.pdf .
Juridische%20Informatie/4972/redir .
Juridische%20Informatie/5530 (Motivering hoger beroepschrift, sluit aan op onderstaande pleitnota.)
Oproepen/5879

Onderstaand vindt u de Pleitnota en de Conclusie van Repliek namens belanghebbenden ingebracht door Mr. A.J.A. Honcoop in de bodemprocedure tegen de plaatsing van een telecommunicatiemast nabij het basisscholencomplex in Nieuwkoop.

De uitspraak in deze zaak zal op 4 november a.s. door de Rechtbank Den Haag (meervoudige kamer) worden gedaan.

Wij spreken de hoop uit dat door deze twee processtukken anderen in vergelijkbare juridische gevechten ondersteund mogen worden met genoemde argumenten.

-----------------------------------------------------------------------

PLEITNOTA


Wij willen U vooraleerst dank zeggen voor de door U geboden mogelijkheid om in deze procedure het woord tot U te richten.

Voordat wij in hoofdlijnen aan U zullen uiteenzetten waarom wij van oordeel zijn dat de bestreden vergunning vernietigd dient te worden en de bewuste telecommunicatiemast niet geplaatst dient te worden op de vergunde locatie, willen wij ter inleiding aanknopen bij de voorlopige voorzieningsprocedure. Eerst wil ik u echter mijn persoonlijke betrokkenheid met dit onderwerp verklaren.

In het jaar 2006 werd op het dak van het door mijn toenmalige werkgever gehuurde kantoorpand een UMTS-mast geplaatst. Niet lang daarna kreeg ik te kampen met de fysieke klachten waarvan ik naderhand begreep dat deze aan elektromagnetische straling gekoppeld worden: zeer zware, knellende, hoofdpijn, concentratieproblemen, troebel zicht, vreemde duizelingen (alsof ik elk moment zomaar kon neervallen), ik had het ontzettend en onverklaarbaar warm en had huiduitslag op beide benen. Deze klachten verdwenen als ik een aantal dagen verlof had maar kwamen net zo hard terug als ik weer op kantoor kwam. Uiteindelijk zijn die klachten ook mede een reden geweest een andere werkgever te zoeken. Vervolgens zijn die klachten niet meer teruggekomen.

De voorlopige voorzieningsprocedure: tijdens de zitting op 26 juli jongstleden waren we aangenaam verrast door de bijzondere interesse die de behandelend rechter aan de dag legde. De rechter had zich goed in de materie ingelezen en toonde zich kritisch ten opzichte van de stelling dat van gezondheidsrisico’s geen gevaar behoefde te worden geducht. De rechter richtte daarbij het woord direct tot de vertegenwoordiger van de KPN toen hij zei: “U kunt niet met droge ogen blijven beweren dat er niets aan de hand is.”

Op de vraag van de rechter aan de vertegenwoordiger van de KPN waarin de straling van de antennes in een telecommunicatiemast zich qua gezondheidsrisico’s onderscheidde van de straling van een mobiele telefoon, antwoordde de vertegenwoordiger van de KPN tot zichtbare verbazing (zo niet meer) van de rechter dat
“van de elektromagnetische straling bij het gebruik van een mobiele telefoon wel bewezen is dat dit tot hersentumoren kan leiden aan de zijde van het hoofd waar men het mobieltje bij het bellen veelal houdt, en tot kanker in de halsstreek…., maar dat dergelijke gevaren zich niet voordoen als gevolg van de straling van de antennes in een telecommunicatiemast”.
(Vet gedrukt - red. Stopumts)


Deze opmerking was voor wat betreft de gevolgen van veel mobiel bellen in het licht van de vele onderzoeken die daarnaar gedaan zijn niet verrassend te noemen, maar uit de mond van een vertegenwoordiger van een telecomprovider kan dit niet anders geduid worden dan als een “slip of the tongue”. Eén overigens die komend uit een, gelet op de inhoud van de mededeling, onverdachte hoek lang bleef nagalmen.

Dat de vertegenwoordiger vervolgens de straling van de antennes in de telecommunicatiemasten niet gevaarlijk noemde is in het licht van haar eerdere opmerking niet echt serieus meer te nemen. De straling van deze antennes is massiever en daarnaast ook nog eens continu.

Wij staan vandaag voor U namens een grote groep verontruste (groot)ouders van kinderen op de scholen op geringe (minder dan 400 meter) afstand van de geplande telecommunicatiemast, namens mensen die zich zorgen maken over de gevolgen van de elektromagnetische straling voor hun eigen gezondheid, waaronder de recent als mede-belanghebbenden in deze procedure gevoegde mevrouw B. van Eijk, die op slechts 150 meter van de te plaatsen mast komt te wonen en Marco de Vries die als beheerder van het tennispark, op slechts 50 (!) meter van de mast, in de maanden april tot oktober dagelijks van 08.00 uur tot 24.00 uur (in de overige maanden is hij ook op het tennispark te vinden doch gedurende minder uren) ongewild en vol aan de elektromagnetische straling blootgesteld zal zijn, en mensen die ons vanuit eerdere negatieve ervaringen met dergelijke straling ondersteunen. Op vele manieren hebben wij in het voortraject leidend tot het afgeven van de bestreden vergunning geprobeerd “politiek Nieuwkoop” tot een ander besluit te bewegen.

Wij hebben, niet limitatief, geflyerd, de gemeenteraad gevoed met allerlei stukken die gewag maken van de risico’s van de elektromagnetische straling, rapporten (zoals het BioInitiative Working Group-rapport, de voorlopige resultaten van het Interphone-onderzoek, het EMF-Handbuch) aan de griffier overhandigd om te bespreken in de raad, petities aan de verantwoordelijke wethouder overhandigd, gebruik gemaakt van het inspraakrecht tijdens een vergadering van de gemeenteraad (toen was de vergunning overigens al verleend; een eerdere poging om, vóór de vergunningverlening, in te spreken heeft de griffier koelbloedig verhinderd door die mogelijkheid op basis van een formeel vergaderpunt te blokkeren!). Het heeft allemaal niet mogen baten. Ook niet ons verzoek vóór en tijdens de voorlopige voorzieningsprocedure gedaan om samen met KPN in een mediation-traject tot een oplossing te komen. Noch KPN noch de gemeente voelden behoefte tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde wensen en vrees van de belanghebbende burgers.

Maar ja, het besluit de telecommunicatiemast te bouwen op de uiteindelijk vergunde plek, was materieel al jaren eerder genomen toen de gemeente KPN toestemming gaf de elektrische bekabeling van de mast reeds in te graven.

De burgers zijn met deze gang van zaken, eufemistisch gesproken, niet echt blij!

Waarom ook niet de mast, als deze al noodzakelijk zou zijn, handhaven op het industrieterrein, op een enigszins veilige afstand van woningen, scholen e.d.? Van klachten over bereik is ons nooit iets concreet gemaakt.

Een onzorgvuldige besluitvorming als die welke heeft geleid tot de thans bestreden vergunning versterkt het vertrouwen van burgers in de politiek niet echt.

De schaamlap van de telecommunicatieindustrie wordt gevormd door op slechts thermische effecten gebaseerde blootstellingslimieten. Uit de vele in deze procedure ingebrachte rapporten blijken deze limieten geen afdoende bescherming te bieden tegen de elektromagnetische straling.

Wetenschappers, regeringen, parlementen, het Europees Parlement, internationale organisaties op het terrein van elektromagnetische straling, zoals de International Commission for Electromagnetic Safety, onze eigen Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, maken gewag van de gezondheidsrisico’s op grond van deze straling. Sommige van die risico’s zijn verder onomkeerbaar. En dat terwijl de “incubatietijd” van de straling doet vermoeden dat de echte hausse aan gezondheidsmisère nog moet losbarsten. De Gezondheidsraad heeft het overigens al eerder bij het verkeerde eind gehad in het asbest-, tabak-, kwikamalgaam- en verarmd uraniumdossier.

U kunt het tij keren! U heeft daartoe de juridische wapens. Er is immers sprake van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel van artikel 3:2 AWB en verder staat het voorzorgsbeginsel van artikel 174 lid 2 van het EU-Verdrag tot Uw beschikking. Direct of indirect, langs de weg van artikel 3:2 AWB. Indirect, omdat onderdeel van een zorgvuldige besluitvorming het, ingeval van dreigende ernstige en onomkeerbare gezondheidsproblemen, toepassen van het voorzorgsbeginsel eist. Indirect, omdat anderszins de gemeente zich niet aansprakelijk acht voor later opdoemde gezondheidsschade en zich bij de vergunningverlening geen rekenschap heeft gegeven van het feit dat de providers geen verzekering tegen dergelijke schade hebben kunnen afsluiten. Van een zorgvuldige overheid kan vanuit het voorzorgsbeginsel toch wel worden verwacht dat zij van KPN eist dat deze in ruil voor een vergunningverlening een verzekeringspolis voor de daarmee samenhangende risico’s overlegt.

De wetenschappelijke twijfel over de gezondheidsclaim van de telecommunicatie-industrie is consistent en consequent te groot om het voorzorgsbeginsel terzijde te schuiven.

Die twijfel heeft in ieder geval het Europees Parlement d.d. 2 april 2009 er met een overweldigende meerderheid (559 stemmen voor en slechts 22 tegen) toe gebracht op te roepen telecommunicatiemasten niet te dicht bij b.v. scholen te plaatsen.

Die oproep is een niet mis te verstane nadere concretisering door het Europees Parlement van het mede onder haar auspiciën geformuleerde Europees-rechterlijke voorzorgsbeginsel in het concrete geval van een nabij staande school.

Zoudt U, met de wetenschap van alle door ons in deze procedure naar voren gebrachte informatie, als ouder of grootouder van een kind dat naar een school gaat in de onmiddellijke nabijheid van een hoge telecommunicatiemast, berusten in de gezondheidsrisico’s, om de enkele reden dat er nog geen smoking gun is gevonden?

De rook van dat wapen wordt ondertussen namelijk wel steeds dikker, zodat het nog niet gevonden hebben daarvan geenszins kan betekenen dat het er niet is. Waar rook is, is uiteindelijk een smoking gun!

Ik geef bij het voorgaande nog in overweging dat de schoolgaande kinderen niet alleen qualitate qua de negatieve gevolgen van de elektromagnetische straling ondervinden. Dat doen ze ook als ze in hun vrije tijd gaan voetballen, hockeyen, tennissen of naar de scouting gaan. Al deze faciliteiten liggen gegroepeerd om de te plaatsen mast heen. Ook voor de kinderen van de mede-belanghebbenden geldt dit!

Hopelijk vergeeft U mij de volgende impertinentie maar Uw taak als onafhankelijk rechter in een snel veranderende wereld, met zich steeds evoluerende wetenschappelijke kennis op tal van terreinen, waaronder dat van elektromagnetische straling, verhoudt zich slecht met het krampachtig vasthouden aan de gebaande paden van de vaste jurisprudentie.

Wij offeren vele vrije uren van onze privé-tijd op in onze strijd tegen de plaatsing van de UMTS-mast op de vergunde plek. Daarbij moeten we het opnemen tegen een economische grootmacht, KPN. Een strijd als van David tegen de machtige Goliath. En dat slechts om datgene te doen dat de gemeente nalaat: in de bres springen voor de belangen van de betrokken burgers. Dat vereist moed!

De burgers van Nieuwkoop vragen nu Uw moed!

mr. A.J.A. Honcoop


Als bijlagen gelieve u tenslotte aan te treffen:
? De machtiging van mevrouw B. van Eijk;
? De machtiging van de heer M. de Vries;
? De weergave van een recent Frans onderzoek waaruit op basis van niet mis te verstane Elektro-Encephalogrammen zonneklaar blijkt van de invloed van elektromagnetische straling op de doorbloeding van de hersenen;
? Een artikel in de Metro van 10 september 2010 waarin
Professor D. Belpomme, professor in de oncologie aan de Universiteit Parijs-Descartes en directeur van ARTAC (een onafhankelijk kankeronderzoeksbureau), aangeeft dat het verband tussen kanker, leukemie maar ook neuro-degeneratieve ziekten als Alzheimer bij mensen op jonge leeftijd (hierbij willen u ook wijzen op het zeer onlangs verschenen bericht over een onrustbarende stijging van jonge mensen met dementie) en elektromagnetische straling, bewezen is. De heer Belpomme laat in het artikel onder andere optekenen dat de plaatsing van telecommunicatiemasten nabij crèches en scholen zou moeten worden verboden;
? Het verhaal van een stralingsslachtoffer en diens vertwijfelde en vergaande maatregelen om (verdere) gezondheidsschade als gevolg van elektromagnetische straling te voorkomen;
? Uittreksel van een Duits onderzoek dat een onderstreping vormt van eerder onderzoek van de heer Adang van de Katholieke Universiteit Leuven: GSM-straling verkort de levensduur van ratten (en beïnvloedt hun gezondheid).

---------------------------------------------------

CONCLUSIE VAN REPLIEK


Edelachtbare,

Graag maken wij, de ondergetekende daarbij mede als gemachtigde van de mede-belanghebbenden (zie bijlage 0), van deze gelegenheid gebruik om inhoudelijk te reageren op het namens de verweerder, naar aanleiding van ons beroepschrift, d.d. 13 augustus 2010 ingediende verweerschrift.

I. Inleiding
Wij zullen deze conclusie beginnen met een korte uiteenzetting van de totstandkoming van de blootstellingslimieten om U daarmee te kunnen illustreren dat de bescherming van de bevolking tegen de gevaren van elektromagnetische straling die met deze limieten gewaarborgd zou moeten zijn, een wassen neus is. Tevens zullen wij dat zetten in de sleutel van het geschil waarvoor wij u adiëren. (Onderdeel II)

Vervolgens zullen wij het verweerschrift en de daarbij overgelegde bijlagen inhoudelijk becommentariëren. (Onderdeel III) Daarbij zullen wij ons commentaar waar mogelijk en gewenst doen begeleiden van stukken die dat commentaar ondersteunen. Ook zal dat commentaar regelmatig worden onderbouwd met in de motivering van ons beroepschrift dan wel in de pleitnota ten behoeve van de voorlopige voorzieningsprocedure in deze kwestie, eerder ingebrachte stukken. Die stukken zullen wij niet nogmaals overleggen.

Wij zullen deze conclusie beëindigen met een aantal na afloop van de voorlopige voorzieningsprocedure gepubliceerde stukken voor zover die nog geen plek hebben gevonden bij de voorgaande punten van deze conclusie maar wel meer licht op het onderwerp van het onderhavige geschil werpen, te weten het gevaar van elektromagnetische straling en het indammen daarvan door het voorzorgsbeginsel. (Onderdeel IV)

Tot slot zullen wij Uw rechtbank in Onderdeel V verzoeken om een proceskostenvergoeding.

II. De blootstellingslimieten en hun schijnveiligheid
De International Commission on Non-Ionising Radiation Protection heeft haar blootstellingslimiet van 10.000.000 ?W/m2 slechts gebaseerd op de thermische effecten van de elektromagnetische velden van UMTS-straling. (zie bijlagen 1en 1a voor de stralingsthermometer)

Uit medisch onderzoek en ervaring is namelijk bekend dat een langdurige verhoging van de lichaamstemperatuur met één graad Celcius nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid. Met haar blootstellingslimiet heeft de ICNIRP deze opwarmingsgrens dan ook niet overschreden. (zie bijlage 2)

De effecten van de straling op biologische en neurologische processen in ons lichaam, op onze hersenactiviteiten, op ons DNA, de vruchtbaarheid, ons immuunsysteem, ons cellulair systeem, de lange termijn gezondheidseffecten ervan, carcinogene werking van de straling, etc.etc., zijn niet bij de totstandkoming van de blootstellingslimieten betrokken geweest.

De Nederlandse Gezondheidsraad heeft, daar waar ons omringende landen ondertussen het zekere voor het onzekere nemend de blootstellingslimieten (soms fors) hebben verlaagd, de blootstellingslimieten nog eens verdubbeld.

De limieten staan voor de stralingintensiteit benodigd om een zak met 80 liter zout water binnen 6 minuten met 1º Celcius op te warmen.

De Gezondheidsraad, de beschermheer van de gezondheid van de Nederlandse burgers, permitteert zich dus ons te identificeren met een zak zout water. Is een mens niet een ietsjes complexer mechanisme en is het niet daarom dat de medische wetenschap niet uitgestudeerd raakt, en er zoveel vragen onbeantwoord en zoveel ziekten niet te genezen overblijven?

De verweerder geeft in punt 1 van haar verweerschrift een knap
staaltje van “verantwoordingsallergie” weer. De gemeente mag zich,
volgens de verweerder, in haar antennebeleid niet bemoeien met de
gezondheidsaspecten betrokken bij de straling afkomstig van de
antennes bevestigd aan de vergunde telecommunicatiemasten.

De gemeente heeft ter zake, volgens de verweerder, geen Freies
Ermessen. De rijksoverheid is voor de beoordeling van deze
gezondheids-aspecten immers beter geëquipeerd.
Die overheid verschuilt zich daarbij vervolgens achter de oordelen van de Gezondheidsraad, daartoe sinds enige tijd bijgestaan
door de Commissie Elektronische Velden, een commissie die
overigens in belangrijke mate bestaat uit niet-medici.

Onder de Commissie ressorteert verder de zogeheten Beraadsgroep Straling en Gezondheid. Op deze Beraadsgroep komen wij in het navolgende nog terug.
De Gezondheidsraad op haar beurt volhardt met haar suborganen in haar oekaze dat de blootstellingslimieten van de ICNIRP voldoende bescherming bieden.

En zo lijkt de cirkel rond. Die verantwoordingscirkel loopt echter nadrukkelijk mank op het gegeven dat haar uitgangspunt, de op slechts thermische effecten gebaseerde blootstellingslimieten, volkomen onjuist is.

Daarbij willen wij opmerken dat de Gezondheidsraad niet het imago
van een feilloos behartiger van gezondheidsbelangen heeft. In de
tabak-, asbest- en kwikamalgaamkwesties heeft de Gezondheidsraad
de bevolking lange tijd een kostbaar rad voor ogen gedraaid. Recent is
daar de onverkwikkelijke “afgewerkt uranium-kwestie” bijgekomen.
De Gezondheidsraad had aangegeven dat het gebruik van afgewerkt
uranium in de oorlog in Irak niet tot extra gezondheidsschade
zou leiden. Dat bleek (maar nu het ioniserende straling
afgevende rommel betreft had een simpele leek dat kunnen
voorspellen) een grove misvatting. Het Irakese Ministerie van
Mensenrechten heeft een rechtszaak aangespannen, en zou wel eens
de Nederlandse Gezondheidsraad daarin kunnen gaan betrekken.
(bijlage 3)

De mens is een complex wezen. In een menselijk lichaam verzorgen
elektrische processen de overbrenging van allerlei signalen en
communiceren neuronen met elkaar via een soort biologische
“mobiele telefonie” met een veldsterkte van 0,001?W/m2. Een
tsunami aan elektromagnetische stralingsenergie, de
menselijke veldsterkte met een factor van vele duizenden
overtreffend, zal een menselijk lichaam niet appreciëren.

Die blootstellingslimieten van de ICNIRP zijn overigens in de wereld
om ons heen allang niet heilig meer. In ons omringende landen hebben
de regeringen deze limieten (soms drastisch) neerwaarts bijgesteld.

Vele wetenschappelijke rapporten, genoemd in de pleitnota ten
behoeve van de voorlopige voorzieningsprocedure en in de motivering
van het beroepschrift (met de daarbij gevoegde bijlagen), en hierna
nog te noemen, geven daar ook alle aanleiding toe. Zoals zij eveneens
alle aanleiding geven tot het toepassen van het voorzorgsbeginsel.

III. Reactie op het verweerschrift
Op bladzijde 1 worden mr. L.P.W. Mensink en mr. S.C. Bledoeg als
gemachtigden namens de verweerder ten tonele gevoerd. Van een
schriftelijke machtiging door KPN B.V. is mij evenwel uit het
verweerschrift en de daarbij gevoegde stukken niet gebleken.

- Bij het onderdeel ”Verhouding rijksbeleid en gemeentelijk beleid” willen we de volgende opmerkingen plaatsen.

In de vanaf 1 april 2007 geldende Woningwet heeft de zorgplicht met
betrekking tot bij een bouwwerk betrokken gezondheidsaspecten
nadrukkelijk een plaats gevonden. Wij willen Uw Rechtbank wijzen
op de artikelen 1a en 2 van de Woningwet.

De verweerder trekt ten aanzien van de vergunningverlening de mast
en de antennes uiteen. In het Convenant in het kader van het nationale
antennebeleid inzake vergunningvrije antenne-installaties voor
mobiele telecommunicatie wordt evenwel in artikel 1.13 de gehele
antenne-installatie, waaronder mast en antennes, als één geheel
behandeld, in het kader van de vergunningverlening op basis van de
Woningwet.

In tegenstelling tot hetgeen de verweerder in de punten 1.1. tot en met
1.3 aangeeft, is die samentrekking van mast en antenne ook in het Bblb dan ook een gegeven.

In de definitie van antenne-installatie, zoals gehanteerd in het door verweerder aangehaalde artikel 3 lid 1 letter e van het bedoelde Besluit, wordt in artikel 1 lid 1 van het Besluit de volgende omschrijving gegeven: “installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie”. In hetzelfde lid wordt het begrip antennedrager als volgt omschreven: “antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne”.

Artikel 5 lid 2 Bblb verwijst vervolgens met betrekking tot de lichte bouwvergunningen naar de “bouwwerken bedoeld in de aanhef van de onderdelen e (en f)” (van artikel 3 i.e.). I.e. naar een antenne-installatie, bestaande uit mast en antenne. In de door de verweerder genoemde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 17 oktober 2007, nr. 200702242/1 wordt overigens ook gesproken over “antenne-installatie” en niet over “antennes”, zoals de verweerder aangeeft!

Van de conclusie van verweerder dat de wetgever mast en antenne vergunningtechnisch bewust heeft gesepareerd om slechts de mast aan de lasten van een vergunningverlening te onderwerpen, distantiëren we ons dan ook nadrukkelijk. De wetgever heeft de door de verweerder veronderstelde afweging ten faveure van de antennes dus in het geheel niet gemaakt. Althans dat valt niet te destilleren uit de daartoe door de verweerder aangevoerde gronden.

En overigens, ware een en ander wel juist en acht U verder de zorgplicht in de Woningwet niet voldoende om in te kunnen grijpen ten aanzien van de bestreden vergunning, dan zijn we, zoals in de motivering aangegeven, van mening dat de vergunning op grond van het voorzorgsbeginsel (artikel 174 lid 2 van het EU-Verdrag) niet in stand kan blijven. Met de vergunningverlening lijkt daarnaast ook het recht op lichamelijke integriteit als neergelegd in artikel 8 EVRM geschonden te worden. Dit zijn supranationale regels die in hun toepassing voorrang verdienen boven de nationaal rechtelijke bepalingen. Interessant in dat verband is ook het arrest van 19 juli 2010 van de Franse tegenhanger van onze Raad van State, waaruit naar voren komt dat het voorzorgsbeginsel wel degelijk van belang is ingeval bij de beoordeling of een vergunning voor de bouw van een telecommunicatiemast afgegeven kan worden. (zie bijlage 4)

Verder is hetgeen wij hebben gereleveerd over de schending door de gemeente van het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:2 AWB) niet door de verweerder tegengesproken. Daarmee achten wij de vergunningverlening onzorgvuldig tot stand gekomen en vernietigbaar.

T.a.v. Bijlage 1

Ten aanzien van de bij dit onderdeel gevoegde Bijlage 1 (Stukken van de VNG) willen wij de volgende opmerkingen maken:
• Als de gemeenten zich niet aansprakelijk achten voor eventuele later ontluikende gezondheidsschade wie is dat dan wel? De telecomproviders hebben geen enkele verzekeraar bereid gevonden de bedoelde risico’s te verzekeren. Waarom zou dat overigens zo zijn?!
• Het in de stukken genoemde COFAM II-onderzoek is nimmer volledig gepubliceerd.
• Een aantal deelnemers aan dat onderzoek heeft op internet aangegeven dat ze wel degelijk allerlei klachten hebben ondervonden als gevolg van de overigens zeer minieme stralingsbelasting. Sommige waren duizelig geworden, wisten niet meer hoe ze thuis gekomen waren e.d. Onder hen een Zwitserse advocate.
• De heer Van Geel is in de Tweede Kamer teruggefloten voor zijn boude bewering dat het COFAM II-onderzoek niet alleen aantoonde dat er geen sprake was van biologische effecten maar dat van gezondheidseffecten op de lange termijn evenmin iets te duchten zou zijn. Hij werd teruggefloten omdat het onderzoek zich helemaal niet had gericht, noch kón richten, op de lange termijn effecten van de UMTS-straling.
• Direct aansluitend op het COFAM II-onderzoek heeft de stad Zürich, de gastheer van het onderzoek, besloten uitrol van het UMTS-netwerk te verbieden.
• Toen in Zwitserland een nieuw onderkomen werd opgeleverd ten behoeve van Justitie is voor 500.000 Zwitserse franken aan stralingswerende materialen aan de kamers van de officieren van justitie verspijkerd, toen de in de nabijheid staande telecommunicatiemasten ontwaard werden. (zie bijlage 5)
• De brief van de VNG van 29 augustus 2006 geeft aan dat de VNG kennis heeft genomen van het COFAM II-rapport, terwijl dat, als gezegd, nooit in zijn geheel gepubliceerd is.
• Deze brief stamt als gezegd uit 2006.

Met de resultaten uit b.v.:

? het BioInitiative Working Group rapport uit 2007 (hierna: Bio-rapport), ? de (voorlopige) resultaten uit het Interphone-onderzoek, ? het Oostenrijkse onderzoek (bijlage 6) van Hacker, Augner et al. (uit 2007, doch eerst onlangs wereldwijd bevestigd en b.v. gepubliceerd in het toonaangevende Journal of Biomedical and Environmental Sciences) dat een verzwakking van het immuunsysteem waarneemt als gevolg van straling van zendmasten, alsmede een stresstoename (als gevolg van de invloed van de straling op de stressenzymen), en een versterkende invloed op depressies, en
? het recent gepubliceerde onderzoek van Dr. Horst Eger uit het Duitse Naila, die opzien baarde met een studie in 2004 waaruit bleek dat mensen die op minder dan 400 meter van een GSM-zendmast woonden een driemaal grotere kans op kanker hadden dan zij die verder van de zendmast af wonen, dat heeft bevestigd dat hoe dichter iemand bij een zendmast woont des te groter het aantal biologische klachten als slaapstoornissen, depressies, infecties, huidveranderingen, hartritmestoornissen en gewrichtsproblemen,

is derhalve (logischerwijze) geen rekening gehouden.

T.a.v. Bijlage 2

• Wij willen hier ter vergelijking met onze Nederlandse blootstellingslimiet van 61 V/m2 die van Brussel b.v. en het Waalse gewest noemen, 3 V/m2, en die van Salzburg 0,6 V/m2. Overigens is in Vlaanderen door de regering het besluit genomen de blootstellingslimiet ook te verlagen naar 3 V/m2 voor plaatsen waar mensen regelmatig verblijven (b.v. woningen, scholen, crèches e.d.). (zie bijlage 7)

- Bij het onderdeel “Aansluiting bij de oordelen van de Gezondheidsraad” willen we de volgende opmerkingen plaatsen.

Het blind varen op de adviezen van de Gezondheidsraad is zoals eerder opgemerkt niet zonder risico. De gemeente heeft naar onze mening ook een eigen verantwoordelijkheid.
Dat een gemeente niet in staat is een afgewogen oordeel te vellen over de onderhavige kwestie is ons duidelijk en haar niet te verwijten. Het oordeel uit de wetenschappelijk wereld is al niet eensluidend. Het wetenschappelijke discours over dit onderwerp moet de gemeente echter wel bekend zijn. En dat zou haar moeten brengen tot toepassing van het voorzorgsbeginsel: “Bij twijfel niet inhalen.”

Dat geldt temeer als men bedenkt dat Prof. Dr. Luc Verschaeve, lid van de Beraadsgroep Straling en Gezondheid, onderdeel van de Gezondheidsraad in Nederland, optreedt als “corrector” van een brochure van de Belgische Minister van Volksgezondheid, terwijl die brochure (zie bijlage 8) gewag maakt van
• de wetenschappelijke twijfel over de lange termijn effecten van gsm/umts-straling;
• de aansporing het voorzorgsbeginsel toe te passen (terwijl België grosso modo al veel lagere blootstellingslimieten dan Nederland kent);
• aanwijzingen voor biologische effecten, zelfs voor gezondheidseffecten die aansporen tot waakzaamheid;
• het advies van de Hoge Gezondheidsraad van België om kinderen tot 15 jaar niet langdurig aan elektromagnetische velden bloot te stellen;
• de oproep om onnodige blootstelling van kinderen aan elektromagnetische straling te voorkomen;
• het gegeven dat de laagfrequente magnetische velden, zoals van b.v. hoogspanningslijnen, mogelijk leukemie bij kinderen veroorzaken;
• het gegeven dat gezondheidsrisico’s bij langdurig en veelvuldig gebruik van gsm’s op basis van de huidige wetenschappelijke kennis niet helemaal uitgesloten kunnen worden.
De heer Verschaeve is daarnaast ook lid van de ICNIRP. Hij signaleert een toename van gevallen van elektromagnetische hypergevoeligheid.

Verder heeft de heer Verschaeve gezegd: “Er is een verband tussen de straling en kinderleukemie. Het verband is te duidelijk om te negeren.”

Met betrekking tot de door de verweerder genoemde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 18 maart 2009 hebben wij de volgende opmerkingen:

• Volgens de Commissie Elektronische Velden zouden er kanttekeningen te plaatsen zijn bij het Bio-rapport uit 2007. Met enkele kanttekeningen veeg je echter niet dit uiterst omvangrijke, gedegen, en verontrustende rapport, waarin uiterst bekwame wetenschappers hebben gewerkt aan een review van meer dan 2.0000 wetenschappelijke onderzoeken, geheel onder het tapijt. Wat er overigens ook zij van de zurige reactie van de Commissie Elektronische Velden op het rapport. Een reactie die ook onterecht is voor zover deze meer van de onderzoekers eist, dan zij zich vooraf ten doel hadden gesteld. Het was hen niet te doen nieuwe onderzoeken te entameren doch de eerdere onderzoeken nog eens aan een wetenschappelijk oordeel te onderwerpen.
• Van de in de uitspraak genoemde blootstellingslimieten hebben wij Uw rechtbank eerder de ontstaansgeschiedenis gereleveerd. Daarbij willen we nog opmerken dat toentertijd de heer Repacholi aan het hoofd stond van het EMF-project van het ICNIRP dat de blootstellingslimieten “tailor made” heeft ontworpen. De heer Repacholi wordt verdacht zich vorstelijk door de telecommunicatieindustrie te hebben laten fêteren, terwijl hij ondertussen zelfs de definitieve overstap naar diezelfde industrie heeft mogen zetten.
• Door de appellant is overigens niet, zoals door ons, een beroep gedaan op het voorzorgsbeginsel.

- Bij het onderdeel “Geen objectieve gronden voor vrees” willen wij de volgende opmerkingen plaatsen.






Bij punt 2.1. van het verweerschrift:

• Het gestelde op bladzijde 23 van de Belgische brochure van de Minister van Volksgezondheid waaruit blijkt van IARC-onderzoek dat wijst op een verhoogde kans op leukemie bij kinderen als gevolg van ELF-straling van hoogspanningslijnen.
Ook de Vlaamse Minister van Welzijn Jo Vandeurzen geeft aan dat de elekromagnetische velden van hoogspanningslijnen de kans op kinderleukemie verhogen. (zie bijlage 9)
• Ook de WHO heeft al eerder geadviseerd om woningen, scholen e.d. niet te dicht bij hoogspanningslijnen te bouwen.

T.a.v. Bijlage 3

• Bij de geruststellende woorden die uit het persbericht opklinken vindt men vooral het COFAM II-onderzoek essentieel. Dat onderzoek is nooit volledig gepubliceerd, terwijl op het internet allerlei verhalen circuleren van deelnemers die wel klachten ondervonden hebben van de straling. Verder geven wij kort nog even aan dat de stad Zurich direct de verdere uitrol van UMTS heeft stilgelegd, terwijl wij bij Uw Rechtbank ook nog even het verhaal in herinnering willen roepen van de Zwitserse Justitie die haar kantoor stralingsvrij laat maken op kosten van de belastingbetaler die met zijn klachten over straling niet bij diezelfde overheid als waaraan zij een bijdrage doneert voor gezondheidsbeschermende maatregelen ten behoeve van de “upper clerks”, terecht kan. (zie bijlage 5)
• Voor wat betreft de gezondheidseffecten van ELF van hoogspanningslijnen verwijzen wij U graag naar het eerder daarover vermelde.
• Tenslotte willen wij Uw Rechtbank wijzen op het wél reeds aanwezig zijn van diverse epidemiologische onderzoeken (b.v. het eerste Naila-onderzoek van Dr. Horst Eger) waaruit van een 3-4x grotere kans op kanker blijkt bij een afstand van de mast van < 400 meter. Zie ook bijlage 9a.






Bij punt 2.2. van het verweerschrift willen wij Uw Rechtbank wijzen
op:

• Wij willen volstaan met een verwijzing naar eerder door ons ingebrachte rapporten en in het volgende nog te noemen rapporten. Dat er geen aanwijzingen zouden zijn voor gezondheidsklachten is dan, als het allemaal niet zo ernstig zou zijn, op zijn minst hilarisch te noemen.
• Over de brief van de Commissie Elektronische Velden met betrekking tot het Bio-rapport hebben wij in het voorgaande al het een en ander gezegd.
• Aan het Bio-rapport hebben als gezegd vooraanstaande wetenschappers hun bijdragen geleverd. Daaronder bevinden zich de heren Xu en Cheng, beiden verbonden aan het ICNIRP(!). Wij willen verder aangeven dat de uitkomsten van het Interphone-onderzoek (geheel gefinancierd door de telecommunicatie-industrie) het belang van de waarschuwingen uit het Bio-rapport onderstrepen. (zie de bijlagen 10, 10a, 10b en 11) Overigens ontbreekt in het Interphone-rapport een bijlage waaruit blijkt van een aanzienlijke stijging van de kans hersenkanker te krijgen na slechts een half uren bellen per dag gedurende 10 jaar. Ingeval men frequenter belt wordt de kans daarop vervolgens een stuk groter, zoals we hierna zullen aangeven.
Prof. Moshchalkow (van het Departement van Natuur- en Sterrenkunde van de KU Leuven) en Prof. Van Gool van de afdeling Kindergeneeskunde UZ Gasthuisberg te Leuven geven naar aanleiding van het Bio-rapport aan:
“Over de schadelijke effecten op moleculair en cellulair niveau bestaat nu geen discussie meer. Het Bio-rapport spreekt boekdelen.” (zie bijlage 12)
• Mevrouw Elisabeth Cardis (onderzoeksleidster van het Interphone-onderzoek) en directeur van het IARC:
“Er is nog geen sluitend bewijs, maar op zijn minst zijn er aanwijzingen dat gsm-straling een negatief effect heeft op het menselijk lichaam. Daarom zijn voorzorgsmaatregelen noodzakelijk.” (zie bijlage 13)
• In een artikel in de Daily Mail van 19 juni 2010 (zie bijlage 14) wordt naar aanleiding van het Interphone-rapport uitgelegd hoe mobiele telefoons ziek maken en DNA-schade toebrengen, ook in genen die ons beschermen tegen kanker.

Het artikel noemt als één van de verontrustende resultaten uit het Interphone-rapport dat na 4 jaar 1 uur per dag bellen het risico op een hersentumor 5x (!) zo groot.
• Volgens een onderzoek van de Universiteit van Lund in Zweden beginnen na twee uur telefoongebruik al hersencellen te sterven.
• In punt 2.2. noemt de verweerder nog de brief van 2 september 2008 van de Gezondheidsraad naar aanleiding van het Bio-rapport. (zie bijlage 15)
Het Bio-rapport wordt daarin wat naargeestig weggezet daar waar het wetenschappelijke niveau van de International Commission on Electronic Safety als lichtend voorbeeld van hoe het wel moet ten tonele wordt gevoerd. Nu heeft die ICES echter ook geconcludeerd dat er veel meer aanwijzingen zijn bijgekomen dat blootstelling aan elektromagnetische straling gezondheidseffecten teweeg kan brengen. De ICES adviseert overheden om alternatieven voor mobiele telecommunicatie te bieden en te waarschuwen voor de negatieve gevolgen van het gebruik van mobiele telefoon.
De directeur van de ICES, Elisabeth Kelly vermeldt in de Daily Star van 27 augustus 2008 dat een “precautionary stance” ingenomen moet worden. Zij ziet wel degelijk wetenschappelijk bewijs voor de gevaren van straling. Zie ook Onderdeel IV Overige relevante stukken.

T.a.v. Bijlage 4

• De Europese Commissie oordeelt dat als er aanwijzingen zijn voor zeer schadelijke lange termijn effecten en de oorzaak-gevolg relatie niet gelegd kan worden dat dan het voorzorgsbeginsel toegepast moet worden.
• In de bijlage spreekt men van subtiele veranderingen als gevolg van het houden van een mobieltje tegen je hoofd. Verstaat men daaronder ook:
- celproliferatie (zie bijlage 16 uit het EMF-Handbuch van het Ecolog Instituut);
- opwarming van de hersencellen met een piek van 100 º Celcius;
- het sterven van hersencellen;
- het optreden van lekkages in de bloed-breinbarrière;
- hersentumoren, of b.v.
- verstoring van de hersenactiviteiten?
• Verder spreekt men over het nocebo-effect. Maar hoe kan dit effect bewerkstelligen dat mensen die niets van de aanwezigheid van een mast afwisten of daar geen enkele moeite mee hadden toch worden geconfronteerd met zeer ernstige klachten die vervolgens weer verdwijnen als ze de mast ontvluchten? En hoe verschrikkelijk onwaarachtig kan een tot mislukken gedoemd zoeken naar verklaringen verworden als het verdwijnen van de klachten nadat b.v. beschermingsmaatregelen zijn getroffen tegen de straling vervolgens weer verklaard wordt met het placebo-effect. Een verwerpelijker gekronkel om de hete brei is waarschijnlijk niet mogelijk. Met zo’n verdediging zou je zonder al teveel problemen de Bram Moszkowicz-lookalike contest op je palmares kunnen laten bijschrijven.

Bij punt 2.3. van het verweerschrift willen wij het volgende
opmerken:

Het bekritiseerde onderzoek van Adang wordt ondersteund door
• Saoedisch onderzoek waaruit naar voren komt dat de testosteronspiegel van mannelijke ratten door straling fors afneemt (zie bijlage 17),
• onderzoek uit Turkije (zie bijlage 18) waaruit blijkt van de afname van Purkinjecellen in de kleine hersenen (noodzakelijk voor de fijne motoriek) van vrouwtjesratten als gevolg van straling, en
• door onderzoek uit India (zie bijlage 19) waaruit blijkt van een verminderde vruchtbaarheid bij mannelijke ratten als gevolg van de straling.
• Verder is er een onderzoek uit 1992 van de heren Guy en Chou, in opdracht van de US Air Force, die tot de conclusie kwamen dat bestraalde ratten 4x zoveel kanker kregen.







T.a.v. Bijlage 5

• Naast de bovengenoemde onderzoeken die het onderzoek van Adang ondersteunen, willen wij vermelden dat het constateren van enkele methodologische gebreken en enkele andere onvolkomenheden toch niet kunnen bewerkstelligen dat het gehele rapport van Adang in de prullenbak verdwijnt.
• Verder willen wij ten aanzien van deze bijlage nog opmerken dat er ook onderzoeken zijn die zich hebben verdiept in de kankerincidenties van mensen nabij een telecommunicatiemast.
Omdat die onderzoeken in eerdere instanties reeds een aantal malen zijn genoemd volstaan we hier met een globale aanduiding ervan: de Naila-onderzoeken van Dr. Horst Eger, maar b.v. ook een Oostenrijkse studie waarbij uit een vergelijking tussen de levensverwachting van de inwoners van het dorpje Engelhartstetten, alwaar sedert ruim 10 jaar een GSM-zender staat, en die van het slechts drie kilometer daarvan verwijderde Loimersdorf, alwaar men verschoond is gebleven van GSM-zenders e.d., als zeer onrustbarende conclusie naar voren komt dat de levensverwachting van de inwoners van het dorpje mét de GSM-zender zo’n 10 jaar lager ligt.

Bij punt 2.4 van het verweerschrift hebben wij de volgende opmerkingen:

• De factsheet van de WHO stamt uit 2006, dat is derhalve vóór het Bio-rapport, het Interphone-rapport, het Oostenrijkse onderzoek (Salzburg) waaruit bleek van een verzwakking van het immuunsysteem als gevolg van de straling e.d..

T.a.v. Bijlage 6

• Als de gezondheidsklachten kunnen worden toegeschreven aan het attributie- of nocebo-effect hoe kan het dan dat het aantal mensen met dergelijke klachten telkenjare toeneemt, of worden steeds meer attributie- of nocebo-adepten geboren?




Vergelijk ook hetgeen Duitse artsen melden over van straling ziek geworden mensen die voorheen op zich geen enkel probleem hadden met de installatie van een zender voor mobiele telefonie, maar na de ingebruikneming daarvan op slag ziek werden. (zie bijlage 20)
• In Zweden, Italië, en in Frankrijk (in de eerste twee landen door de overheid ondersteund!) zijn elektrovrije (-arme) zones ingesteld om elektrohypersensibelen de kans te geven weer wat op adem te komen. Dan doen overheden toch niet als ze werkelijk menen dat de klachten aan attributie- of nocebo-effecten kunnen worden toegeschreven, en dus humbug zijn.
• In tegenstelling tot hetgeen de stukken suggereren maakt Stopumts geen deel meer uit van de genoemde Klankbordgroep.
• Volgens de in Bijlage 6 genoemde onderzoeker G.J. Rubin zouden de resultaten uit het COFAM I-onderzoek niet bevestigd zijn in het Zwitserse COFAM II-onderzoek. Het onderzoeksrapport van dat laatste onderzoek is evenwel nimmer volledig gepubliceerd. Verder zouden de COFAM I-resultaten volgens Rubin ook niet in andere onderzoeken zijn bevestigd.
Wij willen Uw Rechtbank evenwel b.v. wijzen op het eerste Naila-onderzoek van Dr. Eger en de Oostenrijkse onderzoeken van Hutter, Kundi et al.

T.a.v. Bijlage 7

• De uitkomsten van het Interphone-rapport onderstrepen de resultaten van het Bio-rapport.

Bij punt 3.1. van het verweerschrift hebben wij de volgende opmerkingen:

• Burgers zijn geen partij geweest bij het in dit punt genoemde Convenant.
• De blootstellingslimieten in de ons omringende landen, maar ook in landen als Rusland, China en Nieuw-Zeeland zijn (grosso modo) veel lager.
• Het Europees Parlement heeft in de Resolutie van 2 april 2009 met een overweldigende meerderheid opgeroepen tot een verlaging van de blootstellingslimieten op basis van het voorzorgsbeginsel, hetgeen wetenschappelijke twijfel bij het Europees Parlement impliceert.
Over de wijze waarop de blootstelllingslimieten tot stand zijn gekomen hebben wij voor u in eerdere instanties en ook in dit relaas voldoende uit de doeken gedaan.

IV. Overige relevante stukken
• Dat de Gezondheidsraad zich internationaal steeds meer aan het isoleren is moge blijken uit het feit dat vele landen hun blootstellingslimieten steeds verder verlagen teneinde hun burgers te beschermen. Ook nationaal treedt de Gezondheidsraad steeds meer autistisch en autarkisch op.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (hierna: WRR) heeft in haar op 1 oktober 2008 aan de regering aangeboden rapport “Onzekere Veiligheid. Verantwoordelijkheden rond fysieke veiligheid” (zie voor de synopsis: www.wrr.nl/dsc?c=getobject&s=obj&!sessionid=1z8XH5!b8xG5jif1WxRze8Ge59bo5!z8Z!no7p!cnhbdoWM9xXGwuyBPegM35UuU&objectid=4573&!dsname=default&isapidir=/gvisapi/ ) ook duidelijk afstand genomen van de halsstarrige categorische ontkenning door de Gezondheidsraad van aan elektromagnetische straling verbonden gevaren voor de volksgezondheid. De WRR noemt de hoogfrequente elektromagnetische straling die de basis vormt van onder meer mobiele telefonie en draadloos internet, waarvan de vooralsnog onbekende negatieve gezondheidseffecten later aan het licht zouden kunnen komen, een fysiek veiligheidsrisico. Een veiligheidsrisico waarop het voorzorgsbeginsel toegepast dient te worden. De WRR stelt zelfs voor het voorzorgsbeginsel, dat in het rapport vele malen wordt aangehaald daarmee het belang ervan alleen maar benadrukkend, in de Grondwet op te nemen. De WRR omschrijft het voorzorgsbeginsel aldus: “De kwetsbaarheid van mensen, samenleving en natuurlijke omgeving eist een proactieve omgang met onzekerheden.” Verder stelt de WRR dat het vaak de wetenschappelijke buitenstaanders waren, individuele burgers, journalisten, die aandacht vroegen voor risico’s, niet zelden tegen de consensus van de wetenschappelijke wereld in. De WRR is een geducht wetenschappelijk adviesorgaan van de overheid, bezet door mensen met hoog wetenschappelijk aanzien. Vermeldenswaard is dat de voormalige minister van VROM, prof. dr. P. Winsemius (opgeleid als natuurkundige), één van hen is.
Vermeldenswaard is verder dat in de laatste alinea van bladzijde 26 van de synopsis de taak van de onafhankelijke rechter bij het “bevorderen van voorzorg” wordt genoemd.
Kortom: in de nationale context laat nu dus ook de WRR de Gezondheidsraad links liggen.
• De International Commission for Electronic Safety, een internationaal gezelschap van onafhankelijke erfelijkheidsdeskundigen, neurochirurgen, oncologen, celbiologen en stralingsdeskundigen, door de Gezondheidsraad als voorbeeld van een degelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut aangevoerd in haar kritiek op het Bio-rapport, heeft in haar Resolutie van Venetië (zie www.icems.eu/resolution.htm) van 6 juni 2008 niet alleen aangegeven dat:
- elektromagnetische straling naast thermische effecten ook biologische effecten teweegbrengt, iets dat door de Gezondheidsraad krampachtig ontkend wordt;
- dat de de blootstellingslimieten van de ICNIRP inadequaat zijn;
- dat toepassing van het voorzorgsbeginsel vereist is, maar ook
- “We take exception to the claim of the wireless communication industry that there is no credible scientific evidence to conclude there a risk. Recent epidemiological evidence is stronger than before, which is a further reason to justify precautions be taken to lower exposure standards in accordance with the Precautionary Principle.”
• De Minister van Volksgezondheid van het schaduwkabinet in Wales, de heer Andrew Davies, geeft aan dat “there is a body of evidence that suggests mobile phone use has a damaging effect on our health, especially that of children”. En “The warning signs are present now and we owe it to our children to encourage responsible mobile phone use.”
• Ook wijzen wij op een brief van 27 januari 2009 van de heer Guilmot aan mevrouw Van Deventer, van het EMF-project van de WHO, waarin de heer Guilmot (een bio-ingenieur) mevrouw Van Deventer voor de tweede maal vraagt om te reageren op b.v. zijn conclusie dat van de 13 (de 14e was een haalbaarheidsstudie) verrichte epidemiologische studies ter zake van telecommunicatiemasten er 10 waren die significante toenames te zien gaven van de onderzochte gezondheidsklachten en slechts 3 niet. (zie bijlage 21)



• Ook in Nederland zijn er artsen die waarschuwen voor de gevolgen van elektromagnetische straling, waarvan zij de genoemde klachten als oorzakelijk met die straling verbonden zien. (zie bijlage 22)
• Een Italiaanse rechter heeft een oorzakelijk verband geconstateerd tussen het door een man ten behoeve van zijn werkgever veel mobiel en met een dect-telefoon bellen en een bij hem ontstane hersentumor waardoor hij arbeidsongeschikt raakte. (zie bijlage 23)
• In een onderzoek door een tweetal Indiase wetenschappers wordt een verband gelegd tussen elektromagnetische straling en de fors om zich heen grijpende Collony collapse disorder, het plotseling en zonder een spoor achter te laten, in rook opgaan van vele bijenvolkeren. (zie bijlage 24)
• Zie bijlage 25 voor een wansmakelijke poging van de telecomindustrie om door middel van een belscript “moeilijke” vragen af te laten poeieren door haar werknemers. Voor een illustrerend voorbeeld zie Q4/A4: Vraag: “Zijn er studies die direct of indirect de schadelijke effecten van mobiele telefoons laten zien?” Antwoord: “Nee”. Hoe is het mogelijk? En waarom worden dan toch waarschuwingen in kleine lettertjes in de gebruiksaanwijzingen van mobiele telefoons opgenomen? Het antwoord staat ook maar alvast in het belscript: “dat is om een veilig gebruik van het mobieltje te bevorderen.” (?!)
• Voor de lotgevallen van een boer en zijn vee in het Zwitserse Winterthur verwijzen wij U graag naar bijlage 26. Zouden runderen en ander vee ook last kunnen hebben van het nocebo-, attributie- en (bij het verdwijnen van de antenne) placebo-effect?
En wat te denken van al het andere onderzoek verricht naar de uitwerking van elektromagnetische straling op dieren: zou b.v. een mannelijk rat denken: “Hé wellicht staat hier een telecommunicatiemast in de buurt, laat ik eens mezelf psychosomatisch beschadigen en mijn testosteron-spiegel gaan verlagen?” Is de psychosomatische oplossing van het gezondheidsprobleem dat mensen hun massaal ondervonden gezondheidsklachten aan elektromagnetische straling toeschrijven, niet zelf gewoon humbug?



• Het Franse Parlement heeft op 4 juli 2010 ingestemd met het reeds op 7 oktober 2009 door de Senaat bekrachtigde verbod van het gebruik van mobiele telefoons op kinderdagverblijven en lagere en middelbare scholen. (zie bijlage 27)
• En tot slot het minst belangrijke argument tegen de plaatsing van zendmasten maar wel een argument dat voor velen naast de gezondheidsaspecten een grote rol speelt.
Uit het bericht van 24 februari 2010 van de Frankfurter Rundschau (zie bijlage 28) blijkt van de vrees bij makelaars voor dalingen van de verkoop- en huurwaarde van woningen die zich in de nabijheid van zendmasten bevinden. De waardedaling wordt daarbij geschat op 10-50%!

V. Proceskostenvergoeding
Wij willen Uw rechtbank tenslotte ex artikel 7:28 AWB verzoeken
de verweerder(s) te veroordelen tot een vergoeding van de
proceskosten.



mr. A.J.A. Honcoop



Bijlagen : 33



(Vigilat ut quiescant!)



Lees verder in de categorie Veel gestelde vragen | Terug naar homepage | Lees de introductie