Brief aan gemeente en GGD over elektrogevoeligheid

maandag, 27 oktober 2014 - Categorie: Reacties

Bron: een lezer van StopUMTS die ons onderstaande brief toezond.

Een goed voorbeeld van een algemene brief, de informatie daarin en delen daarvan zijn bruikbaar bij het indienen van een klacht, die wel persoonlijk geformuleerd moet worden.
Tot voor kort was indienen van een klacht bij de GGD tamelijk zinloos.
De Stichting EHS is momenteel echter in samenwerking met de GGD bezig een hulplijn voor elektrogevoelige personen op te zetten. De status daarvan is momenteel onduidelijk, maar het kan dus wel nuttig zijn een klacht of verzoek om hulp bij de GGD in te dienen, met verwijzing naar de notulen:
www.kennisplatform.nl/Files/Klankbordgroep/14053_KP-EMV_klankbordverslag%2011_LR2.pdf .
pp. 61 - 63, waarin Dr. Fred Woudenberg van de GGD en tevens voorzitter van het communicatieforum van het Kennisplatform EMV & G, onder meer zegt:


''Woudenberg vertelt over een hulplijn waar de GGD en Stichting EHS mee bezig zijn. Dit project houdt in:
• Eerste ingang bij Stichting EHS met doorverwijzing naar de vijf bovenregionale steunpunten GGD. In elke GGD-regio komt een deskundige die op een goede manier elektrogevoelige mensen helpt.
• In de aanpak worden beide standpunten (van Stichting EHS en van GGD) gerespecteerd.
• Er wordt aansluiting gezocht bij SOLK-klinieken.
• Er wordt gezocht naar financiering.
• Informatie over hulplijn op website Kennisplatform.''

StopUMTS is bepaald niet gelukkig met deze formulering vanwege het zoeken van aansluiting bij SOLK klinieken, waar EHS-ers momenteel niet terecht kunnen vanwege de overal aanwezige WiFi, smart phones en soms ook DECT.
De indeling in SOLK (somatisch onverklaarde lichamelijke klachten) houdt in feite nog steeds een ontkenning in van het bestaan van elektrogevoeligheid, ondanks het al twee jaar geleden uitgekomen Kennisbericht:
www.kennisplatform.nl/Kennisbericht%20Elektrogevoeligheid%2020120419.pdf .
We hebben dus onze twijfels.
Nu de brief:


GGD
<adres>

Gemeente <plaats>
<adres>

Betreft: beleid elektrogevoelige personen

<datum, plaats>

Beste GGD en gemeente <plaats>

Op 3 mei 2013 ontving ik een reactie van de gemeente <plaats> (kenmerk 1314635/14051) op mijn brief waarin ik mijn zorgen uitte over de elektromagnetische straling afkomstig van zendmasten en de mogelijke effecten daarvan op de gezondheid. Als reactie op mijn brief schreef de gemeente:

“ Allereerst willen wij benadrukken dat wij oog hebben voor burgers die gezondheidsklachten hebben als gevolg van elektromagnetische straling. In deze moderne tijd waarin steeds nieuwe draadloze toepassingen worden ontwikkeld en toegepast kan het fenomeen ‘elektrogevoeligheid’ de kwaliteit van leven werkelijk nadelig beïnvloeden. Wij zijn ons hiervan bewust en zijn dan ook van mening dat, indien er mogelijkheden bestaan om de negatieve effecten van elektromagnetische velden te verminderen en de gemeente daarop invloed kan uitoefenen, wij daar invulling aan moeten geven`.

Als mensen gezondheidsklachten ervaren door blootstelling aan elektromagnetische straling krijgen ze het advies zich te wenden tot de GGD. Ik heb in het verleden een aantal keer contact opgenomen met de GGD hierover, maar toen werden gezondheidsklachten door blootstelling aan straling nog niet erkend. Ik ben blij dat de GGD tegenwoordig het bestaan van klachten van elektrogevoeligheid wel erkent en heb vernomen dat er plannen zijn voor een hulplijn in samenwerking met de Stichting EHS. Dit is een stap in de goede richting.

De GGD adviseert mensen die melding maken van stralingsgerelateerde gezondheidsklachten contact op te nemen met hun huisarts. Echter, veel huisartsen zijn nauwelijks op de hoogte van het feit dat elektromagnetische velden gezondheidsklachten kunnen veroorzaken en hebben het niet op de radar staan als mogelijke oorzaak van gezondheidsklachten zoals hoofdpijn, oververmoeidheid, concentratieproblemen en oorsuizen etc. Velen van hen zijn niet in staat stralingsgerelateerde gezondheidsklachten adequaat te diagnosticeren of er adequaat advies over te geven. Als mensen zelf melding maken van gezondheidsklachten door straling, worden deze klachten vaak ten onrechte in het hokje ‘psychosomatisch’ gestopt en is er in een gunstig geval een doorverwijzing naar een SOLK-poli.

Gezondheidsklachten die ontstaan door blootstelling aan elektromagnetische velden die qua sterkte ver onder de niveaus liggen die door de overheid zijn toegestaan per definitie aanmerken als psychosomatische aandoening is één grote vergissing. Ik beweer niet dat er nooit mensen zijn bij wie de gemelde stralingsklachten psychosomatisch zijn; zoals bij bijna elke aandoening zijn er hypochonders of mensen die een object zoeken voor een objectloze angst. En ik beweer ook niet dat er bij stralingsgerelateerde gezondheidsklachten geen psychische component zit: als je gestrest bent en/of een lage weerstand hebt ben je vatbaarder en ontvankelijker voor ongeacht welk gezondheidsprobleem dan ook; daarin verschillen stralingsgerelateerde gezondheidsklachten niet significant van andere gezondheidsklachten.

Het is belangrijk dat huisartsen leren het kaf van het koren te scheiden bij stralingsgerelateerde gezondheidsklachten, zoals ze dat ook doen bij alle andere lichamelijke klachten. De mensen die daadwerkelijk gezondheidsklachten hebben door straling knappen vrijwel direct op zodra de stralingsintensiteit van de blootstelling verminderd wordt, in tegenstelling tot mensen bij wie de klachten hoofdzakelijk psychosomatisch zijn. Op een paar uitzonderingen na die dusdanig ernstige gezondheidsklachten hebben ontwikkeld dat ze niet meer opknappen en bij wie er een psychisch component is bijgekomen; deze psychische component is echter secundair, niet primair.

Mensen met stralingsgerelateerde gezondheidsklachten naar een SOLK poli sturen kan positief uitpakken als het mensen hun gedragsrepertoire om met stress om te gaan vergroot en er bijvoorbeeld adem- en ontspanningsoefeningen geleerd worden. Maar zou dit niet positief uitpakken voor iedereen met chronische gezondheidsklachten? Maar als een SOLK traject niet gecombineerd wordt door adequate actie waarbij de oorzaak van de klachten aangepakt worden, namelijk de blootstelling aan straling, dan worden mensen niet daadwerkelijk geholpen. Het is in mijn ogen vergelijkbaar met iemand met een melkallergie naar een SOLK-poli sturen terwijl de melkconsumptie niet verminderd wordt. De klachten worden daarna wellicht iets anders ervaren en manifesteren zich misschien iets minder heftig, maar de primaire oorzaak van de gezondheidsklachten zijn nog steeds niet aangepakt.

Gezondheidsklachten door straling zijn in mijn ogen in verreweg de meeste gevallen dan ook NIET psychosomatisch van oorsprong. Er zijn voldoende wetenschappelijk onderzoeken die een relatie aantonen tussen blootstelling aan straling en het optreden van biologische effecten, zoals te lezen is in dit overzicht van ruim 600 kantjes A4 met wetenschappelijke onderzoeken ( www.bioinitiative.org/report/wp-content/uploads/pdfs/RFR-11_28-research-summary.pdf .). Het is niet de vraag of straling biologische effecten kan hebben, maar wanneer de mogelijkheid van het optreden van biologische effecten in Nederland officieel erkent gaat worden. Zolang die erkenning uitblijft blijven mensen met gezondheidsklachten door straling niet alleen verstoken van adequate hulp, maar worden er bovendien veel kosten gemaakt voor onnodige medische onderzoeken en behandelingen.

Nederland kan een voorbeeld nemen aan landen om ons heen waar adequater wordt gereageerd op stralingsgerelateerde gezondheidsklachten. In Zweden is EHS officieel erkend als arbeidshandicap en in Oostenrijk heeft de Oostenrijkse Medische associatie richtlijnen opgesteld voor het omgaan met mensen die gezondheidsklachten hebben door blootstelling aan straling. In dat protocol staat dat in het bloedbeeld richtingaanwijzers te vinden zijn voor stralingsgevoeligheid door verandering in bio-markers zoals adrenaline, noradrenaline, histamine, dopamine en melatonine. Het meten van straling op locatie maakt onderdeel uit van het protocol en de basis van de behandeling is het verminderen en reduceren van de blootstelling aan straling. Lifestyle coaching en aanvullende behandelingen zijn van secundair belang (zie stralingsarmvlaanderen.org/resources/EMF-Guideline-Osterrike-diagnosis-and-treatment.pdf ). Pas als bovenstaande maatregelen niet voldoende effectief zijn is een verwijzing naar een SOLK-poli een logische stap, niet eerder.

Wat mijn eigen situatie betreft: ik ben elektrohypersensitief en ik kan met 100% zekerheid zeggen dat er bij mij geen sprake is van een psychosomatische aandoening om de doodeenvoudige reden dat mijn klachten optreden zodra de blootstelling aan elektromagnetische velden qua intensiteit boven bepaalde veldsterktes komt en deze als sneeuw voor de zon verdwijnen zodra de veldsterktes weer onder een bepaald niveau dalen. Ik krijg deze gezondheidsklachten ondanks het feit dat ik al 24 jaar dagelijks mediteer, mindfulness beoefen, counsellor/coach ben gespecialiseerd in stressmanagement en neuro linguïstisch programmeren.

De veldsterktes waarop ik reageer zijn vele malen lager dan welke door de overheid toegestaan zijn. Ik woon in een rijtjeshuis en heb vooral last van het draadloos internet en de draadloze huistelefoon van de omringende huizen. Ik moet veel maatregelen treffen om mijn huis leefbaar te houden en vrij van klachten te blijven en hier zijn veel kosten aan verbonden, die niet in verhouding staan met mijn inkomen. Ik heb niet meer de vrijheid om mijn huis in te richten op de manier die ik wil: de straling van de buren komt op bepaalde plekken met een veel te hoge intensiteit mijn huiskamer en slaapkamer binnen. Ik heb mijn bank en bed op de meest stralingsarme plekken neergezet, maar dan nog is de stralingsintensiteit in de huiskamer te hoog om lang achtereen op de bank te kunnen zitten en is deze hoger dan ik verantwoord acht voor mijn kinderen. De zolder is door zendmasten in de nabije omgeving geen geschikte slaapplek meer.

Ik vraag u, de gemeente <plaats> en GGD, om:

1. In samenwerking met huisartsen adequate hulp en begeleiding te organiseren voor mensen die elektrogevoelig zijn; het protocol uit Oostenrijk zou hiervoor als leidraad kunnen dienen. Voor deze hulp zal geld beschikbaar moeten komen om metingen in de thuissituatie te kunnen verrichten en maatregelen te nemen om de blootstelling aan straling te verminderen en aanvullende maatregelen te nemen. Ik denk dat er binnen de kaders van de WMO mogelijkheden zijn om dit te realiseren. Voor sommige mensen is hulp bij het vinden van vervangende woonruimte nodig als blijkt dat verminderen van de blootstelling niet voldoende mogelijk is, denk bijvoorbeeld aan iemand die elektrogevoelig is en vlak naast een zendmast woont.
Het beschikbaar stellen van geld voor adequate ondersteuning vind ik persoonlijk een verantwoordelijkheid voor overheid en gemeente. Mensen met stralingsgerelateerde gezondheidsklachten hebben deze klachten meestal buiten hun schuld om, zeker waar het hoogfrequente straling betreft. Ze hebben vaak last van de draadloze apparatuur van aangrenzende woningen en panden en/of van een zendmast in de buurt. Ook kunnen ze last hebben van straling van elektronische apparatuur, maar deze straling is vermijdbaar, terwijl de hoogfrequente straling ieders levenssfeer penetreert, ook als je het niet wilt. Het is niet te vermijden zoals iemand die niet tegen roken of melk kan de bron van zijn klachten kan vermijden.

2. Voorlichting over straling te geven aan huisartsen, CJG en schoolhoofden zodat de mogelijke gezondheidseffecten van straling bij hen op de radar staat en volwassenen, jongeren en kinderen die overgevoelig zijn voor straling adequater kunnen worden geholpen en opgespoord. 3 tot 10 procent van de bevolking heeft zelf ooit melding gemaakt van gezondheidsklachten veroorzaakt door straling (bron: Universiteit Utrecht). Als je uit gaat van 3% van de bevolking gaat het in <plaats> om ca. 827 bewoners op 27.568 mensen.

3. Voorlichting te geven aan jongeren hoe ze bewust om kunnen gaan met draadloze technologie. Er zijn voldoende wetenschappelijke onderzoeken die biologische effecten van straling aantonen maar deze worden door de Nederlandse overheid niet officieel erkend doordat de Nederlandse Gezondheidsraad voor de evaluatie en beoordeling van deze onderzoeken de lat onrealistisch hoog heeft liggen (zie ook www.floww.com/nl/nieuws/2014/08/14/experts-overheidsbeleid-gericht-op-ontkenning-van-gezondheidsschade-door-straling#.VEegpPmsWSo ).
Het feit dat de Raad van Europa in 2011 Resolutie 1815 heeft aangenomen waarin geadviseerd wordt draadloos internet en mobiele telefoons uit scholen te weren en de WHO mobiele telefoons op de lijst ‘mogelijk kankerverwekkend’ heeft opgenomen zijn in mijn ogen voldoende grond om deze voorlichting te geven. Zeker ook omdat de GGD in een memo aan de gemeente <plaats> op 13 juni 2014 aangeeft dat ‘op basis van de huidige wetenschappelijke kennis eventuele gezondheidseffecten ook niet zijn uit te sluiten’. Voorkomen is beter dan genezen en op het moment dat in de toekomst mocht blijken dat straling tóch schadelijke effecten kan hebben, heeft de gemeente <plaats>in ieder geval haar verantwoordelijkheid op tijd genomen.

Ik nodig de gemeente <plaats> uit om de belofte uit de eerste alinea waar te maken om invulling te geven aan het verminderen van de negatieve effecten van elektromagnetische velden en haar invloed daarvoor aan te wenden. Daarnaast bied ik mijzelf als (ervarings)deskundige aan om mee te denken over gemeentelijk en GGD-beleid over dit onderwerp. Tevens kan ik een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal voor jongeren.

Ik vertrouw erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd en ben benieuwd naar uw reactie.

Met vriendelijke groet,

<contactpersoon>

Zie voor ander voorbeeldbrieven:
Oproepen/8116/oproepen_bezwaarschriften_protesten_voorbeeldbrieven_adressen .



Lees verder in de categorie Reacties | Terug naar homepage | Lees de introductie