Brief aan de nieuwe voorzitter van de Gezondheidsraad inzake ontbinding Cie. EMV (Upd)

dinsdag, 14 september 2010 - Categorie: Reacties

Gerelateerde artikelen:
Reacties/4955
Reacties/4882

StopUMTS ontving afschrift van onderstaande brief van Juridisch Kantoor Bawa te Haaksbergen aan de voorzitter van de Gezondheidsraad inzake de malversaties bij het politiek belangrijke Cofam II onderzoek en het mede daarmee samenhangende verzoek tot ontbinding van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad.

De brief is gericht aan de op 1 september 2010 nieuw benoemde voorzitter van de Gezondheidsraad Prof. Dr. Louise Gunning-Schepers. Namens alle stralingsslachtoffers in Nederland spreekt Stopumts de hoop uit dat Mevr. Gunning wel adequaat en voortvarend de problemen ter hand neemt zoals die in de brief aan de orde komen.

Leest u eerst (in het geheel onderaan bijgevoegde PDF bestand) de brief van de Algemeen Secretaris van de Gezondheidsraad van 12 aug. 2010, daarna onderstaand antwoord d.d. 10 sept. 2010 van juridisch kantoor BAWA:

----------------------------------------------------------------------------

Aan de Voorzitter van de Gezondheidsraad
Postbus 16052
2500 BB -GRAVENHAGE

F-0703407523

Inzake: ontbinding gezondheidsraadscommissie elektromagnetische velden juncto terugneming van adviezen en rapporten van voornoemde commissie wegens belangenverstrengeling en rolvertroebeling.

Betr.: Uw brief van12 augustus 2010 onder kenmerknummer U 6086/DK/AW/mjv/673

______________________________________________________________________


Haaksbergen, 10 september 2010

Geachte Voorzitter,

Bij brief de dato 22 juli jongstleden hebben wij U gemeld dat Uw brief van 20 juli 2010, kenmerk U 6063/AW/EvR/mjv/673 als antwoord op onze brief van 1 juli jongstleden in goede orde was ontvangen en werd alstoen onder Uw aandacht gebracht dat wij in onze brief van 1 juli 2010 hebben gesteld dat bij schriftuur van. 1 oktober 2009 namens onze cliënten U als Gezondheidsraad was verzocht om de commissie elektromagnetische velden van de gezondheidsraad te ontbinden zulks om de navolgende redenen :

1.
Dat is nagelaten een analyse te geven van het rapport Ecolog EMF-Handbuch van het Ecolog Institut fur Sozial und Okologische Forschung und Bildung.

2.
Dat er geen wet-of regelgeving bestaat in Nederland waaraan protocollen m.b.t. uitvoering van wetenschappelijk onderzoek binnen dit vakgebied behoren te voldoen.

3.
Dat voor belangenverstrengeling en rolvertroebeling wordt gevreesd. Verwezen werd naar www.radicom.nl . van het te Lieshout gevestigde commerciële adviesbureau Radicom Consultants (Radicom BV) waar het gezondheidsraadslid commissie elektromagnetische velden G. Brussaard enig aandeelhouder is.

4.
Dat de adviezen van de commissie e.m.v. door gemeentebesturen bij vergunningverleningen en beslissingen op bezwaarschriften zonder nader onderzoek worden overgenomen. De Nederlandse rechtbanken (sectoren bestuursrecht) conformeren zich aan de jurisprudentie welke is gevormd door uitspraken van de Raad van State vrij vertaald luidende: gemeentebesturen mogen zonder nader onderzoek zich conformeren aan de rapportages van de commissie emv van de gezondheidsraad.

5.
Dat de 'outlierskwestie' in casu de correspondentie tussen de secretaris van de commissie elektromagnetische velden en de Zwitserse onderzoekers m.b.t. Cofam ll medio 2006 tot medio 2008 niet publiekelijk is gemaakt door de gezondheidsraadcommissie elektromagnetische velden.

Bij Uw kenmerkschrijven U-5590/AW/EVR/ms/673 van 10 november 2009 deelt U mede niet op het verzoek in te willen gaan en meldt U o.a. :

1.
Dat de rapporten Ecolog EMF-Handbuch van het Ecolog Institut fur Sozial und Okologische Forschung und Bildung geen wetenschappelijke werken zijn. De rapporten van het ECOLOG-Instituut voldoen niet aan de eisen om tot een weight-of-evidence beoordeling te komen meldt U onder verwijzing naar het jaarbericht 2008 van de commissie e.m.v.

2.
Punt 2 laat U geheel onbeantwoord !

3.
Punt 3 laat U onbesproken.

4.
Punt 4 laat U onbesproken.

5.
Punt 5 laat U onbesproken behoudens een summiere opmerking in jaarbericht 2006


In antwoord op Uw voornoemde brief van 10 november 2009 brachten wij in onze brief van 1 juli 2010 het navolgende naar voren :

1.
Vooreerst verwijzen wij U naar de brief van het Directoraat-Generaal Milieu, directie afvalstoffen, straling, nucleaire en Bioveiligheid kenmerk SAS/MBI/2006282648 geschreven namens de staatssecretaris van VROM d.d. 5 juli 2006 waarbij op blz 3 wordt medegedeeld.. dat er geen wet- of regelgeving bestaat waaraan protocollen m.b.t. uitvoering van wetenschappelijk onderzoek binnen dit vakgebied behoren te voldoen. Dat impliceert dat de door U gestelde eisen om ten behoeve van weight-of-evidence beoordelingen in eigen huishouding tot stand zijn gekomen en niet is gebaseerd op enig wet-of regelgeving. Nu het juridisch toetsingskader ontbreekt zijn al Uw op-en-bemerkingen in deze rechtens irrelevant.

2.
Het had op de weg van de gezondheidsraad gelegen om bij de Tweede Kamer en Minister van Justitie er op aan te dringen om wet-of regelgeving te doen laten introduceren en tot stand te doen laten komen met criterium waaraan protocollen m.b.t. uitvoering van wetenschappelijk onderzoek binnen het vakgebied van de sub-commissie elektromagnetische velden behoren te voldoen. De maatschappelijke onrust onder de Nederlandse bevolking is mede hierdoor ontstaan.

3.
Geheel ten onrechte gaat U voorbij aan de vrees die er bij cliënten leeft t.a.v. van belangenverstrengeling en rolvertroebeling. Dhr. Prof. G. Brussaard is lid van de commissie elektromagnetische velden en heeft daarnaast een eigen bedrijf (Radicom BV) met o.a. telecomindustrie als klanten waaronder KPN, Vodafone, Telfort, T-Mobile zie daartoe www.radicom.nl . Voornoemde vennootschap staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Brabant onder dossierno. 17063444 vanaf 1996 met als statutaire zetel Eindhoven en feitelijk gevestigd te Lieshout.

4.
Dat, mede o.a. gelet op punt 3, de adviezen van de commissie elektromagnetische velden niet in stand kunnen blijven reeds alleen al vanwege het feit dat het niet ondenkbeeldig is dat er onzuivere en onjuiste premissen ten grondslag zijn gelegd of kunnen liggen aan die adviezen.

5.
Via een WOB-procedure zijdens ons kantoor ingesteld werd de gezondheidsraad gedwongen de e-mailwisseling tussen de secretaris van de commissie elektromagnetische velden en de Zwitserse onderzoekers die het Cofam ll rapport naar buiten hebben gebracht openbaar te maken. In dat verband wordt U verwezen naar Uw beschikking d.d. 24 juli 2008 kenmerkno.:247/JAK/ns/alg met bijlagen.

De commissie elektromagnetische velden van de gezondheidsraad had in haar rapportage over Cofam ll dienen te melden dat het wetenschappelijk onderzoek van de Zwitsers vanwege het niet openbaar maken van de ruwe data en weglaten van de outliers niet als een wetenschappelijk onderzoek kan worden aangemerkt.

Inmiddels is gebleken uit het rapport lange termijn effecten van radiofrequente elektronische velden terzake beoordeling onderzoek van D. Adang publicatie no 2010/09 (gepubliceerd d.d. 9 juni 2010) dat voornoemde heer Brussaard niet deel heeft genomen aan die beoordeling.

Gelet op al het vorenstaande wordt U namens onze cliënten herhaald verzocht alsnog de commissie elektromagnetische velden te ontbinden, althans alle publicaties, adviezen en rapporten die zijn verschenen en waarin uit de samenstelling van de commissie blijkt dat voormelde heer Brussaard aan de totstandkoming daarvan heeft deelgenomen publiekelijk terug te nemen.

In Uw antwoordbrief van 20 juli 2010 met boven vermeld kenmerknummer 6063/AW/EvR/mjv/673 lezen wij dat U toegeeft dat de wijze van wetenschappelijk onderzoek niet bij wet geregeld is. Daar tegen over stelt U dat de Gezondheidsraadscommisie E.M.V. volgens een weight-of-evidence beoordeling van de beschikbare literatuur tot haar conclusies komt.

U zult toch wel met mij eens willen zijn dat de gebruikelijke wijze van opstellen van wetenschappelijke adviesrapporten deze is, dat een groep onafhankelijke deskundigen, uitgaande van de stand van wetenschap van dat moment, in gezamenlijk overleg tot een door de gehele groep gedragen eindoordeel komt. De groep wordt samengesteld uit
onafhankelijke deskundigen van de verschillende expertises die bij het onderwerp van belang zijn.

Deze multidisciplinaire weight-of-evidence methode dient te resulteren in een zo objectief mogelijk en wetenschappelijk. verantwoord eindoordeel. Echter het Zwitserse Cofam ll rapport alsmede de beoordeling van de Gezondheidsraadscommissie is niet op deze wijze tot stand gekomen en opgesteld.

Terzake het Cofam ll-onderzoek hebben Zwitserse onderzoekers de outliers en ook de mogelijke oorzaak van de afwijkende gegevens niet aangegeven. Wel geven zij in een niet tot het rapport behorende achteraf-reactie op vragen van een commissielid (Van Rongen) aan dat over alle proefpersonen het percentage uitgesloten metingen varieerde tussen 3,7 en 6,5. Daardoor is het niet ondenkbeeldig de uitsluitingen de einduitslag 'er geen effect is op cognitieve functies' hebben beïnvloed.

Echter in het deels door Nederlandse overheid en de Zwitserse telecomindustrie betaalde Cofam ll-onderzoek waarvan het rapport aan de toenmalige staatssecretaris van VROM Dhr. P. Van Geel in juni 2006 door de Zwitsers werd aangeboden ontbrak de onderbouwing met analyses van alle gegevens. Pas achteraf werd duidelijk dat de afwijkende waarden (outliers) waren uitgesloten. Maar er is meer aan de hand want zoals te lezen valt in de conclusies op pagina 7 van het rapport van het RIVM van 6 juni 2006 waren de data van het Zwitsers onderzoek niet openbaar en stonden deze het RIVM niet ter beschikking.

Niet vermelding van het weglaten der outliers en niet transparant maken van de ruwe computerdata en door de Zwitserse onderzoekers (TNO heeft Cofam l-rapport wel volledig transparant gemaakt) diskwalificeert een wetenschappelijk onderzoek en dat had de secrtaris van de Gezondheidsraadscommissie elektromagnetische velden moeten melden.

De hoge maatstaven die de Gezondheidsraadcommissie elektromagnetische velden oplegt aan telecomkritische onderzoeken zijn om onbekende redenen ineens niet meer van toepassing voor een weight-of-evidence beoordeling van het Zwitserse Cofam ll-onderzoek dat toch een beslissende rol heeft gespeeld in de politieke acceptatie van de UMTS uitrol en de rechterlijke macht tot jurisprudentie heeft doen laten verworden.

Nu zowel de ruwe computerdata en overige wetenschappelijke rapportgegevens nog steeds ontbreken en ingevolge de WOB zowel TNO als wel het ministerie als wel de Gezondheidsraad zeggen niet te beschikken over die stukken had reeds om die reden alleen al het op Uw weg gelegen een ontbindingsbesluit t.a.v. Uw Gezondheidsraadscommissie elektromagnetische velden uit te vaardigen.

In Uw aan ons kantoor gerichte brief van 20 juli 2010 voornoemd passeert geheel het gedane subsidiaire verzoek om althans alle publicaties, adviezen en rapporten die zijn verschenen van de commissie elektromagnetische velden en waarin uit de samenstelling van de commissie blijkt dat voormelde heer Brussaard aan de totstandkoming daarvan heeft deelgenomen publiekelijk terug te nemen. Indien U zulks onverhoopt nalaat zullen wij alsdan bij nadere memories ia alle aanhangige gerechtelijke procedures uittreksel van de KvK van het bedrijf (RADICOM BV) van gezondheidsraadlid Brussaard als gedingstuk overleggen alsmede de uittreksels van emailverkeer tussen de secretaris van de gezondheidsraadscommissie elektromagnetische velden en een Zwitserse Cofam ll onderzoeker.

Gelet op het eigen toetsings-criterium van de Gezondheidsraad kan derhalve het COFAM ll onderzoek naar de papierversnipperaar en blijft dus onverkort overeind staan het wetenschappelijk onderzoeksrapport van het Nederlandse TNO het zogeheten COFAM-1 rapport van 2003 welke onomstotelijk tot de vaststelling komt dat de blootstelling aan elektromagnetische straling ingrijpt in het welbevinden van de mens.

U kunt anno 2010 bezien vanuit het vennootschapsrecht van Radicom BV dat Prof. G. Brussaard in de eerste plaats voor het belang van zijn onderneming opkomt en dat zulks kan botsen met het publieke van de adviezen van Uw Gezondheidsraad waarvan hij lid is.
In het verlengde daarvan wordt ook het politieke belang daardoor getroffen. U had dat moeten onderkennen en het geduide Gezondheidsraadslid tegen zich zelf dienen te beschermen.

Weshalve U d.d. 22 juli 2010 met klem is verzocht om in heroverweging opnieuw te beslissen op het voorliggende verzoek en alsnog alle publicaties, adviezen en rapporten die zijn verschenen en waarin uit de samenstelling van de emv-commissie blijkt dat voormelde heer Brussaard aan de totstandkoming daarvan heeft deelgenomen publiekelijk terug te nemen waaronder ook begrepen de advisering van de Gezondheidsraad t.a.v. het Zwitserse Cofam ll-rapport.


TOT ZOVER ONZE BAWA-BRIEF VAN 22 JULI 2010


Vervolgens wordt bij brief van de Gezondheidsraad van Uw algemeen secretaris d.d. 12 augustus 2010 onder kenmerknummer U 6086/DK/AW/mjv/673 niet inhoudelijk gereageerd .

De algemeen-secretaris van de Gezondheidraad schrijft dat onze recente brief van 22 juli 2010 en de daaraan voorafgegane correspondentie onderwerp is geweest in het werkoverleg van de leiding van de raad. Verder schrijft de algemeen secretaris dat in de correspondentie is te zien dat we verschillend denken over een aantal zaken. Recent heb ik telefonisch contact met U gelegd en U voor een gesprek willen uitnodigen doch daar is niet door mij op ingegaan omdat ik slechts een inhoudelijke reactie wilde op de brief van 22 juli, aldus de secretaris. De algemeen- secretaris vervolgt haar brief met de mededeling dat het verzoek om ontbinding van de commissie elektromagnetische velden niet wordt gehonoreerd. Vervolgens stelt de algemeen-secretaris voor om de discussie te sluiten.

Voor de goede orde sluit ik afschrift van de brief van de algemeen secretaris d.d. 12 augustus 2010 bij ./. Niet gesteld kan worden dat U Uw af-en overwegingen inhoudelijk heeft gemotiveerd.

In wetenschapskringen noemt men dit 'wegkijken'. De inhoud van Uw brief van 12 augustus 2010 is een zich zelf respecterende gezondheidsraad onwaardig aangezien U weigert de herhaald gestelde prangende vragen te beantwoorden en dat is ernstig omdat de jurisprudentie mede is gestoeld op de adviezen van Uw subcommissie-EMV. Zulks klems des temeer aangezien de secretaris van de Gezondheidraadscommissie-EMV onlangs nog het woord voerde via de voordracht (' is draadloze telecommunicatie ziekmakend?') in een conferentie met de naam 'de grenzen van de risicobenadering' waarbij het volgende werd geschetst dat het hele elektromagnetische spectrum dat loopt van extreem lage frequenties (0-300 Hz) en lange golflengtes (>1000 km), via radiofrequenties, microgolven en optische straling tot ioniserende straling met zeer hoge frequenties (>3 PHz) en korte golflengtes (<100 nm). Hij situeert veel gebruikte apparatuur in dit spectrum: hoogspanningslijnen produceren extreem lage frequenties, mobiele telefoons microgolven (met golflengtes tussen 15 en 20 cm), radio, tv en portofoon radiofrequente golven met golflengtes tot tientallen meters.

Met betrekking tot de kortetermijn gezondheidseffecten van hoogfrequente elektromagnetische velden op het menselijk lichaam merkt hij op dat opwekking van warmte in het lichaam (magnetroneffect) het enige wetenschappelijk goed onderbouwde effect vormt. Hierop zijn dan ook de blootstellingslimieten gebaseerd. Het vermogen van een telefoon is echter extreem klein (0,25 W) vergeleken bij dat van een magnetron (1000 W). Berekend is dat de temperatuurstijging in de huid door telefoongebruik maximaal 0,2oC bedraagt, die in de hersenen 0,1oC. In de leefomgeving bij zendmasten zijn de veldsterktes veel te laag om tot enige opwarming te leiden. Uit onderzoek is gebleken dat er effecten op bepaalde hersenfuncties kunnen optreden (bv. op cognitieve functies zoals geheugen en reactiesnelheid). Deze treden echter alleen op bij blootstelling aan relatief hoge veldsterktes (zoals bij het gebruik van een mobiele telefoon), maar niet bij de veel lagere veldsterktes zoals in de leefomgeving voorkomen. De gegevens zijn bovendien niet eenduidig.

Voor zover effecten worden gevonden zijn ze gering, omkeerbaar en hebben ze geen invloed op de gezondheid. Effecten van UMTS op het welbevinden die TNO enkele jaren geleden meldde, zijn bij herhalingsonderzoeken in diverse landen niet teruggevonden, zelfs niet bij 10 maal hogere blootstellingen. Een toenemend aantal mensen schrijft allerlei veel voorkomende aspecifieke gezondheidsklachten toe aan blootstelling aan elektromagnetische velden. Sommigen beschouwen zich als elektrogevoelig. Er is uit onderzoek echter geen oorzakelijk verband met de blootstelling gebleken. Wel is er een relatie tussen de klachten en het vermoeden blootgesteld te worden.

Over effecten op lange termijn van langdurige blootstelling (aan lage veldsterktes van zendmasten of door regelmatig gebruik van mobiele telefoon gedurende langere periodes) meldt de secretaris van de gezondheidssraadscommissie-EMV dat er in proefdieronderzoek geen invloed is gevonden van GSM-velden op de ontwikkeling van hersentumoren. In epidemiologisch onderzoek is een zwak verband gevonden tussen bellen en het optreden van bepaalde hersentumoren bij langdurig (>10 jaar) gebruik van een mobiele telefoon, voor zover deze tumoren zich bevonden aan de zijde van het hoofd waar de telefoon doorgaans wordt gehouden.

Tot zover de voordracht van de secretaris van de gezondheidsraadcommissie elektromagnetische velden.


In voormelde voordracht werd het Cofam-l onderzoek van TNO (2003) aangehaald. Opgemerkt wordt door steller dezes dat het TNO onderzoek beroering teweeg bracht in wetenschapskringen en onder de Nederlandse bevolking omdat in dit onderzoek onder andere een statistisch significante relatie werd gevonden tussen de aanwezigheid van radiofrequente velden die lijken op die van een UMTS-zendmast en het ervaren welzijn van de proefpersonen, ongeacht of deze zichzelf als gevoelig of niet gevoelig voor straling beoordeelden.

Na het Cofam-l onderzoek heeft het replica-onderzoek Cofam-ll in de niet EU-lidstaat Zwitserland plaatsgevonden waaruit bleek dat voornoemde relatie niet werd aangetroffen. Het Cofam l rapport is met ruwe computerdata enz publiekelijk gemaakt doch het Cofam-ll rapport niet. Over laatst genoemd onderzoek is slechts een artikeltje verschenen in een Amerikaans tijdschrift. Door op deze wijze wetenschap bedrijven wordt de Nederlandse bevolking het recht ontnomen om wetenschappelijke onderzoekbevindingen inzichtelijk te krijgen en te doorgronden. Zulks klemt in casu des temeer nu in het Cofam-ll onderzoek (in de volksmond het Zwitserse Onderzoek genoemd) 6,5 % outliers niet zijn meegenomen.

Bovendien heeft het gebruikmaken van mediane getallen bij de statistische analyse als effect dat men de invloed van extremen (c.q. de outliers) vermindert, nog afgezien van het niet vermelden der dropouts, die juist uitermate belangrijk zouden kunnen zijn voor het vaststellen van intolerantie voor EMV bij bepaalde bevolkingsgroepen.

Bij andere wetenschappelijke rapporten waar weglatingen door de Gezondheidsraadscommisie-EMV worden geconstateerd en/of onjuiste onderzoeksmethoden zijn gebruikt volgt daarop onmiddellijk een negatief kennisgevingbericht. Een analyse van de Gezondheidsraadscommissie EMV via een kennisgevingsbericht m.b.t. de inhoud en totstandkoming van het Cofam-ll onderzoekrapport bleef tot op heden achterwege. Naar de redenen kan men slechts gissen. Het woord wetenschapsfraude zou hier op zijn plaats kunnen zijn. De nieuwe Voorzitter van de Gezondheidsraad (Mw.. Gunning) behoort na lezing van dit schriftuur maatregelen te treffen !

Via een rekestprocedure ingevolge de Wet Openbaarheid van Bestuur heeft ons kantoor (BAWA-Haaksbergen) op 24 juli 2008 de correspondentie d.d. 3 en 5 oktober 2006 van de secretaris van de Gezondheidsraadscommissie EMV en 1 der Zwitserse onderzoekers publiekelijk weten te krijgen. De secretaris van de Gezondheidsraadscommissie EMV had de dato 5 oktober 2006 het weglaten van de 6,5 % outliers terstond dienen te melden en wereldkundig dienen te maken Door zulks niet te doen, mede gezien in het licht van het rapport van de RIVM van 6 juni 2006 (RIVM meldt op blz. 7 dat zij niet beschikt over de ruwe computerdata van het Cofam-ll rapport) diskwalificeert de Gezondheidsraad zich zelf, althans is er debet aan dat onvolledige berichtgeving via publicatie van de pers tot stand is gekomen.

Echter de Rijks- en gemeentelijke overheid maar ook de GGD en rechtbanken blijven zich beroepen op het Cofam-ll rapport, terwijl de secretaris van Gezondheidsraadscommissie EMV reeds 3 oktober 2006 (zie e-mailverkeer met Zwitserland) van de oulierskwestie afwist doch dit pas op 13 mei 2008 n.a.v. het BAWA-WOB-rekest aan de Algemeen Secretaris van de Gezondheidsraad meldt.

Reeds in 2006 had de secretaris van de Gezondheidraadscommissie-EMV kunnen melden dat mogelijk de Zwitserse onderzoekers foute antwoorden hebben verwijderd niet omdat ze incorrect waren, maar omdat ze gepaard gingen met significante of extreme uitslagen. Dat zou uit de originele aantekeningen moeten blijken.

De parameter ''aantal correcte antwoorden'' is niet ongewoon, maar de secretaris Gezondheidraadscommissie-EMV zou alsdan in 2006 hebben kunnen concluderen niet in te zien waarom de reaction time moet worden gecorrigeerd voor incorrecte antwoorden. Als het geven van incorrecte antwoorden na een relatief lange reaction time significant zou toenemen bij blootstelling, dan moet dat wel gemeld worden en derhalve had de secretaris Gezondheidsraadscommissie-EMV hier melding van dienen te maken in 2006. De secretaris voornoemd had VWS en VROM in 2006 moeten melden dat de Zwitserse onderzoekers hadden dien aan te geven hoeveel correcte en hoeveel incorrecte antwoorden er waren. Verder had door hem behoren te worden aangegeven dat er geen redenen zijn om niet zowel de reaction times van correcte antwoorden als de reaction times van incorrecte antwoorden te publiceren.

De secretaris van de Gezondheidraadscommissie had dienen terug te melden aan de Voorzitter van de Gezondheidsraad maar ook aan het RIVM (die immers in 2006 waren opgezadeld om een voor-onderzoekje te doen m.b.t. het concept-relaas van de Zwitserse onderzoekers zonder de ruwe computerdata te hebben ontvangen) dat onderscheid maken tussen correct en incorrect wel een normale procedure kan zijn, maar weglaten van reaction times niet. Juist niet in een onderzoek waarin een incorrect antwoord met lange reaction time zou kunnen samenhangen met de blootstelling.

Het geven van een incorrect antwoord zou kunnen samenhangen met een verminderde cognitieve prestatie als gevolg van blootstelling. Je kunt dat niet gewoon weglaten. Men zou zich nog kunnen voorstellen dat je reaction times op drie manieren bekijkt: totaal, correct en incorrect. Maar dan hadden wel alle drie vermeld dienen te worden, of tenminste meedelen of uit reaction times totaal of incorrect wel of niet significante resultaten kwamen.

De secretaris van de Gezondheidsraadscommissie-EMV had de onvolledigheid van de concept-rapportage van de Zwitserse onderzoekers, terstond kenbaar dienen te maken bij de twee Nederlandse ministeries (VWS en VROM) .

Want de vraag is, kwamen er significante resultaten uit het onderzoek voor wat betreft reaction times (correct and incorrect) en reaction times (incorrect)?

De Zwitserse onderzoekers hebben per onderdeel van de test 3,7 tot 6,5 procent van de resultaten buiten de statistische analyse gehouden vanwege een grote numerieke afstand tot de andere resultaten en dat percentage was bij het TNO Cofam-l onderzoek aanzienlijk lager, want te lezen valt dat er twee proefpersonen van analyse zijn uitgesloten, een vanwege technische problemen en de ander vanwege extreme resultaten bij de geheugentest, groep A.

Als het zo is dat de extreme resultaten die de Zwitsers hebben uitgesloten wel degelijk gewone resultaten door gevolgen van effecten van blootstelling zijn, dan is het onderzoek waardeloos.

De secretaris van de Gezondheidraadscommissie-EMV had dat in juni 2006 aan de toenmalige staatssecretaris van VROM de heer Drs. P. van Geel dienen te melden, althans had onderdeel dienen te zijn van het persbericht wat de staatssecretaris alstoen gaf op 6 juni 2006 zodat alsdan was voorkomen dat de staatssecretaris de 'er is niets-aan-de-hand-uitkomst' van de 'replicering' van het TNO-Cofam-l onderzoek in de vroege morgen in de Rtl-4 microfoon blies.

De ruwe computerdata van het TNO-Cofan-l onderzoek is wel openbaar, dat van het in Zwitserland uitgevoerde Cofam-ll onderzoek niet.

De secretaris van de Gezondheidsraadscommissie-EMV wist, althans behoort te weten, dat de SAR van de helft van de mensen meer is dan tweemaal hoger of lager dan de gemiddelde SAR (RIVM, 861020007, blz. 30 van 127). Waarschijnlijk komt een SAR van viermaal of zesmaal zo hoog als het gemiddelde dus ook regelmatig voor.

De summiere opmerking (de GR-commissie e.m.v. had liever gezien dat het werd onderbouwd met analyses van alle gegevens, dus zonder uitsluiting van afwijkende waarden) in het op 15 februarie 2007 verschenen jaarbericht 2006 met daarin o.a. een passage over Cofam-ll/Cofam-l had in juni 2006 publiekelijk bekend dienen te zijn .

De secretaris van de Gezondheidsraadcommissie EMV is lid van de ICNIRP.

De Europese Unie heeft d.d. 12 mei 2009 bevestigd dat het lidmaatschap van de ICNIRP de onafhankelijkheid van personen aantast.

Indien de secretaris van de Gezondheidsraadscommissie zou willen betogen dat hij wel lid is van de ICNIRP maar geen deel zou uitmaken van de hoofdcommissie wordt dezerzijds opgemerkt dat het niet relevant is in welke commissie hij actief is voor de ICNIRP doch dat zijn lidmaatschap doorslaggevende betekenis moet worden toegekend.

Niet voorbij kan worden gegaan aan het feit dat het Europees Parlement ook het voorzorgsbeginsel heeft bepleit t.a.v. elektromagnetische velden en de elektrogevoeligheid van mensen erkent

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) meldt dat de Gezondheidsraad een algemene aanbeveling doet om het voorzorgbeginsel op te vatten als een strategie voor een alerte, zorgvuldige, redelijke, transparante en op de situatie toegesneden omgang met onzekerheden. Gelet op het vorenstaande is daar in casu niet veel van te merken. Niet voorbij kan worden gegaan aan het feit dat het voorzorgbeginsel onlosmakelijk is verbonden met het preventiebeginsel. Voorzorg houdt in dat beschermende maatregelen worden genomen, ook al staat niet vast dat die maatregelen noodzakelijk zijn om gezondheidsschade te voorkomen.

Onderzoek laat zien dat de elektromagnetische velden bij het mobiel bellen en internetten bijvoorbeeld de (elektrische) hersenactiviteit kunnen beïnvloeden.

Zo zijn er uit epidemiologisch onderzoek aanwijzingen voor gezwellen in het hoofd (significant vaker aan de kant waar wordt gebeld) bij langdurig gebruik van mobiele telefoons. Intussen zijn sommige steden en zelfs landen terughoudend geworden bij het goedkeuren van aanvragen voor weer een zendmast t.b.v. mobiele telefonie. Een aantal Franse steden heeft de emissie terug gebracht tot 0,6 V/m . Niet valt in te zien waarom zulks in Nederland niet zou kunnen worden toegepast. De geschiedenis m.b.t. de risico,s blootstelling aan asbestdeeltjes spreekt in dat verband boekdelen. Vraagstukken zoals de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden welke wordt gekenmerkt door een substantiële onzekerheid, veelal door de diversiteit in waardeoordelen en complexiteit, dienen onderdeel te zijn van het voorzorgbeginsel.

De secretaris van de Gezondheidsraadcommissie-EMV had niet alleen publiekelijk de weglating van de outliers dienen te openbaren doch de minister van VWS en VROM alstoen per direct moeten melden dat zij aan de door hun te nemen beslissingen en beschikkingen niet de gegevens uit het Amerikaans tijdschrift (Cofam-ll) ten grondslag mogen leggen.

Het is mede daarom dat U namens onze cliënten wordt verzocht als goed voorzitter van de Nederlandse gezondheidsraad het 'kattebelletje' van Uw Algemeen Secretaris d.d. 12 augustus jongstleden naar de papierversnipperaar te verwijzen en om in heroverweging opnieuw te beslissen op het voorliggende verzoek en alsnog alle publicaties, adviezen en rapporten die zijn verschenen en waarin uit de samenstelling van de emv-commissie blijkt dat voormelde heer Brussaard en de secretaris van de Gezondheidsraadcommissie EMV aan de totstandkoming daarvan hebben deelgenomen publiekelijk terug te nemen waaronder ook begrepen de mededelingen m.b.t. het Cofam-ll onderzoek

Uw ertoe doende antwoord zien wij gaarne binnen veertien dagen na heden van U tegemoet.

Onder voorbehoud van alle rechten zijdens cliënten tekent,

Hoogachtend,

Uw dw. dr.,
Rechtspraktijk BAWA

Voor deze,
Paul Baakman
Raadsman

-----------------------------------------------------

Leest u in bijgevoegd PDF bestand het ''kattebelletje'' van de Algemeen Secretaris van de Gezondheidsraad Mevr. Wijbenga d.d. 12 aug. 2010.

Bekijk het PDF bestand


Lees verder in de categorie Reacties | Terug naar homepage | Lees de introductie