Brief van Minister Cramer van VROM aan de Tweede Kamer.

dinsdag, 02 december 2008 - Categorie: Reacties

Zie voor commentaar van Stopumts op deze brief:
Artikelen/2839 .
Artikelen/2690 .
Reacties/2775 .


Brief van Minister van VROM d.d. 27 november 2008 aan de Tweede Kamer.
DGM/SVS 2008 102313

Geachte Voorzitter,

Eind 2007 heeft de minister van Economische Zaken (TK, ez07000612, 3 december 2007) toegezegd een reactie op het BioInitiative rapport aan de Kamer te zenden, nadat de reactie van het Kennisplatform Elektromagnetische velden op dit rapport bekend zou zijn. Op 24 juli jl. heeft het Kennisplatform deze reactie gegeven. Daarnaast heeft ook de Gezondheidsraad op 2 september jl. – op eigen initiatief – in een briefadvies een oordeel op hoofdlijnen gegeven over de wetenschappelijke waarde van het BioInitiative rapport. De reactie van het Kennisplatform en het briefadvies van de Gezondheidsraad zijn als bijlage bij deze brief gevoegd. Aan de hand hiervan stuur ik u, mede namens de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onze reactie op het BioInitiative rapport.

De Gezondheidsraad heeft fundamentele kritiek op de wijze waarop het BioInitiative rapport tot stand is gekomen. In het advies wordt dit aan de hand van voorbeelden duidelijk gemaakt. De Gezondheidsraad concludeert: “In aanmerking genomen de wijze van tot stand komen, het selectieve gebruik van wetenschappelijke gegevens en de verdere tekortkomingen concludeert de commissie dat het BioInitiative rapport geen gebalanceerd en objectief beeld geeft van de huidige stand van de wetenschap. Het rapport geeft dan ook geen aanleiding om de gangbare opvattingen over de risico’s van blootstelling aan elektromagnetische velden te herzien. Het BioInitiative rapport pleit voor het voorkómen van elk effect van elektromagnetische velden op biologische systemen en gaat daarbij voorbij aan het onderscheid dat door experts gemaakt wordt tussen effect en schade. De commissie deelt deze benadering niet en heeft hiervoor in eerdere publicaties argumenten aangedragen (bijvoorbeeld in het advies Mobiele telefoons – een gezondheidskundige analyse uit 2002). In het Jaarbericht Elektromagnetische velden 2008 zal zij aan dit onderwerp wederom aandacht besteden.”

De reactie van de Gezondheidsraad is in overeenstemming met de eerder uitgebrachte reactie van het Kennisplatform. Het Kennisplatform geeft aan dat een goede weergave van de stand van de wetenschap alleen mogelijk is door een systematische beoordeling van alle beschikbare literatuur over een onderwerp. Het Kennisplatform vindt dat het BioInitiative rapport daarin niet volledig is en dat het pleidooi voor een wijziging van de grenswaarden (deel 1 van het rapport) conclusies bevat die stelliger zijn dan die in de ondersteunende hoofdstukken in deel 2 van het rapport. Bovendien worden biologische effecten onterecht doorvertaald naar gezondheidseffecten. Het Kennisplatform is van mening dat de conclusie in het rapport niet wordt onderbouwd vanuit een evenwichtige beoordeling van de beschikbare wetenschappelijke kennis, maar dat selectief wetenschappelijke informatie en argumenten zijn gekozen om tot de conclusie te komen.

Op basis van het voorgaande ben ik samen met mijn collega’s, de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van mening dat het BioInitiative rapport geen basis vormt om in het algemeen het beleid ten aanzien van blootstelling aan elektromagnetische velden te wijzigen en in het bijzonder de in Nederland gehanteerde grens- en advieswaarden te heroverwegen.

Het kabinet merkt op dat het de zorgen binnen de maatschappij met betrekking tot de mogelijke gezondheidseffecten van elektromagnetische velden serieus neemt. Mede daarom is het beleid gebaseerd op wetenschappelijke informatie en het voorzorgbeginsel. De Gezondheidsraad brengt gevraagd en ongevraagd regelmatig adviezen uit waarin de wetenschappelijke inzichten over blootstelling aan elektromagnetische velden en gezondheid zijn verwoord, op basis van een analyse van de resultaten van alle (internationale) wetenschappelijke publicaties op dit onderwerp. Besluiten over de toepassing van het voorzorgbeginsel zijn politiek van aard. Het beginsel wordt toegepast indien er op grond van een voorlopige maar objectieve risico evaluatie, aanwijzingen zijn voor potentieel gevaar, maar het bestaan, de omvang en de gevolgen hiervan niet volledig kunnen worden aangetoond wegens onvoldoende of onzekere wetenschappelijke gegevens. Het voorzorgsbeginsel rechtvaardigt nooit het nemen van een willekeurig besluit.
Bij het nemen van maatregelen op grond van het voorzorgsbeginsel moet ook rekening worden gehouden met de gebleken onzekerheden, met de gevolgen van “niet handelen” en moet een afweging worden gemaakt van de voor- en nadelen van de verschillende opties. Het beginsel van proportionaliteit tussen maatregelen en (potentieel) risico dient daarbij in acht te worden genomen.

Met betrekking tot hoogspanningslijnen wordt rekening gehouden met de wetenschappelijke informatie omtrent de relatie tussen het voorkomen van kinderleukemie en blootstelling aan magnetische velden. Deze informatie is onzeker en niet voldoende om een uitgebreide risico-evaluatie uit te voeren en grenswaarden te stellen aan de blootstelling van kinderen. De voorlopige en objectieve informatie geeft echter wel aanwijzingen voor een potentieel gevaar. Door toepassing van het voorzorgbeginsel en rekening houdend met het proportionaliteitsbeginsel, is in 2005 het Rijksbeleid aangepast en is geadviseerd om in nieuwe situaties rekening te houden met de blootstelling aan een magnetisch veld van 0,4 microtesla. De sindsdien beschikbaar gekomen wetenschappelijk goed gefundeerde informatie heeft niet geleid tot wezenlijk nieuwe inzichten en dit advies wordt thans gecontinueerd.

Met betrekking tot radiofrequente velden afkomstig van radio- en tv-zenders en antennes voor mobiele (tele)communicatie, zijn tot nu toe, op basis van wetenschappelijke informatie, geen aanwijzingen gevonden voor een potentieel gevaar van langdurige blootstelling aan de veldsterktes die in de leefomgeving voorkomen. Een verlaging van de betreffende blootstellinglimieten zou dus subjectief zijn en geen wetenschappelijke onderbouwing hebben.
Bovendien zijn de veldsterktes (van antennes) waaraan de bevolking daadwerkelijk wordt blootgesteld , in Nederland substantieel lager dan de huidige blootstellingslimieten. Daarom worden op dit moment in het kader van het Nationaal Antennebeleid geen nadere maatregelen genomen om bijvoorbeeld de blootstellinglimieten te verlagen.

Om een goede invulling te kunnen blijven geven aan het voorzorgbeginsel blijft het kabinet zich op de hoogte stellen van de wetenschappelijke ontwikkelingen zodat hier rekening mee kan worden gehouden. Dit gebeurt in het algemeen via kennisinstituten en het Kennisplatform en in het bijzonder via de Gezondheidsraad. Dit adviesorgaan is ingesteld als adviseur van het kabinet en brengt in dat verband zowel gevraagd als ongevraagd regelmatig adviezen uit over onderzoek naar biologische en gezondheidseffecten van elektromagnetische velden.

Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

dr. Jacqueline Cramer

------------------------------

Opm Stopumts:
Dat ''de reactie van de Gezondheidsraad in overeenstemming is met de eerder uitgebrachte reactie van het Kennisplatform'' is niet verwonderlijk. In 2008 is door het Kennisplatform € 90.000,- betaald voor ''Bijdrage intensivering Gezondheidsraad'',

(naast € 150.000,- aan ''Voorbereiding kennisberichten'' en € 400.000,- aan ''toonbank vragen en beoordeling publicaties'').
Langzamerhand wordt duidelijk wie meeschrijft aan de anonieme kennisberichten van het Kennisplatform EMV.
(Bron: Kennisplatform EM velden; Jaarplan 2009.)



Lees verder in de categorie Reacties | Terug naar homepage | Lees de introductie