Variation in temporal relationships between exposure to RF EMF and non-specific physical symptoms

vrijdag, 28 september 2018 - Categorie: Onderzoeken

Bron 1: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30227317
Environ Int. 2018 Sep 15;121(Pt 1):297-307. doi: 10.1016/j.envint.2018.08.064. (Epub ahead of print)

en het volledige artikel in:
www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0160412018303088?via%3Dihub

Individual variation in temporal relationships between exposure to radiofrequency electromagnetic fields and non-specific physical symptoms: A new approach in studying 'electrosensitivity'.

Bogers RP1, van Gils A2, Clahsen SCS3, Vercruijsse W4, van Kamp I5, Baliatsas C6, Rosmalen JGM7, Bolte JFB8.
Author information (see link above)

Abstract
BACKGROUND:
Everyday exposure to radiofrequency electromagnetic fields (RF-EMF) emitted from wireless devices such as mobile phones and base stations, radio and television transmitters is ubiquitous. Some people attribute non-specific physical symptoms (NSPS) such as headache and fatigue to exposure to RF-EMF. Most previous laboratory studies or studies that analyzed populations at a group level did not find evidence of an association between RF-EMF exposure and NSPS.

OBJECTIVES:
We explored the association between exposure to RF-EMF in daily life and the occurrence of NSPS in individual self-declared electrohypersensitive persons using body worn exposimeters and electronic diaries.

METHODS:
We selected seven individuals who attributed their NSPS to RF-EMF exposure. The level of and variability in personal RF-EMF exposure and NSPS were determined during a three-week period. Data were analyzed using time series analysis in which exposure as measured and recorded in the diary was correlated with NSPS.

RESULTS:
We found statistically significant correlations between perceived and actual exposure to wireless internet (WiFi - rate of change and number of peaks above threshold) and base stations for mobile telecommunications (GSM + UMTS downlink, rate of change) and NSPS scores in four of the seven participants. In two persons a higher EMF exposure was associated with higher symptom scores, and in two other persons it was associated with lower scores. Remarkably, we found no significant correlations between NSPS and time-weighted average power density, the most commonly used exposure metric.

CONCLUSIONS:
RF-EMF exposure was associated either positively or negatively with NSPS in some but not all of the selected self-declared electrohypersensitive persons.

Copyright © 2018. Published by Elsevier Ltd.

KEYWORDS:
EMF; Electromagnetic fields; Electromagnetic sensitivity; Idiopathic environmental intolerance (IEI-EMF); Non-specific physical symptoms (NSPS); Personal exposure measurements

Zie ook:
www.kennisplatform.nl/nieuw-soort-onderzoek-naar-elektrogevoeligheid/

en
www.telecompaper.com/nieuws/rivm-en-rug-testen-verband-tussen-em-straling-en-gezondheidsklachten--1262673


Met bovenstaande kunnen we niet veel, behalve dat er effecten gevonden zijn. Er hebben maar 7 proefpersonen meegedaan en van die proefpersonen hebben we geen gegevens en we weten niet hoe ze geselecteerd zijn.


Bron 2: www.hugoschooneveld.nl/pdf_bestanden/pdf_blogs/provocatie_experiment_gelukt-poefpersonen_lijken_radiofrequente_straling_waar_te_nemen.pdf
12 0kt 2018

Provocatie-experiment gelukt - Proefpersonen lijken radiofrequente straling waar te nemen.

Samenvatting Een onderzoeksgroep op het RIVM werkte een manier uit om de gezondheidsklachten van een elektrogevoelig persoon te relateren aan toegenomen blootstelling aan velden van GSM/UMTS zenders in zijn dagelijkse omgeving. Na strenge selectie van vrijwilligers bleek een enkele deelnemer in staat om zijn subjectieve EHS klachten van ‘vermoeidheid’ en ‘licht in het hoofd’ te correleren aan zijn blootstelling aan feitelijk gemeten èn subjectief ervaren velden. Veldsterkten werden continue automatisch gemeten en vastgelegd met een op het lichaam gedragen ‘exposimeter’. Na wiskundige verwerking van piek- en dal-meetwaarden werden de blootstellingspieken op een lineaire schaal uitgezet in tijdblokken van 6 uur. De subjectief ervaren gezondheidservaringen werden ook grafisch weergegeven, op een 5-punts schaal. Door de grafieken over elkaar heen te leggen werden overeenkomsten in het verloop duidelijk. Een enkele proefpersoon - nummer#8 - toonde het meest uitgesproken positieve relatie. De sterkste klachten traden bij hem op gelijktijdig met de perioden van sterkste blootstelling. De tendens is duidelijk: de mens kan EMV waarnemen. Deze persoonsgerichte onderzoekmethode is meer geschikt dan epidemiologische methoden om mensen met overgevoeligheid voor EMV te identificeren.

Zie verder de link bij bron 2



Lees verder in de categorie Onderzoeken | Terug naar homepage | Lees de introductie