Drentse UMTS-zaak aanhangig gemaakt bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg
vrijdag, 28 januari 2011 - Categorie: Juridische Informatie
Van onze juridische medewerker: 28 jan. 2011
---------------------------------------------------------------------------------------
Drentse UMTS-zaak aanhangig bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg
Dhr. Booij e.a. uit Westerbork, gemeente Middendrenthe, hebben Rechtspraktijk BAWA uit Haaksbergen verzocht om na de uitspraken van de Raad van State zijnde de laatste nationale rechtsinstantie terzake gevoerde bodem- en wrakingsprocedure de dato 23 juni 2010 beide zaken aanhangig te maken bij het European Court of Human Rights te Straatsburg tegen Nederland o.g.v. door Nederland gepleegde Verdragschending(en). Bij inleidend rekest d.d. 12 december 2010 (zie hieronder) werd de klacht ingebracht ter griffie aldaar.
Bij formeel schriftuur de dato 17 januari 2011 (binnengekomen ten kantore BAWA de dato 25 januari 2011) kwam de formele bekendmaking tot stand onder toekenning van het rolnummer t.a.v. deze zaak.
Na deze registratie-procedure staat de zaak d.d. 14 maart 2011 weer op de rol voor eerste uitlating zijdens applicant Booij.
De staat der Nederland zal in rechte worden bijgestaan door juristen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en/of de landsadvocaat.
Opm. Stopumts : Saillant Detail : Voor zover bekend is niet eerder een staatsraad die mede de zitting voorzat na een afwijzing van een wraking, onderwerp geworden van een juridische discussie bij het Straatsburgse Hof.
Desgevraagd deelde een woordvoerder van het Haaksbergse juridisch kantoor mee geen toelichting te geven op het verdere verloop van deze procedure o.a. omdat ingevolge het procesreglement en het Europees Verdrag voor alle partijen tot de eind-uitspraak geheimhouding geldt.
Gerelateerde artikelen:
Onderstaand leest U het aanhangingsmakingsrekest in het Nederlands.
………………………………………………………………………………………………
AANTEKENEN
European Court of Human Rights
Council of Europe
67075 Strasbourg-CEDEX
FRANCE
Telecopie 033388412730
Haaksbergen (NL) 10.12. 2010
Onze ref .: 08.2010.002512
Inzake : Onderstaande verzoeker(s) wonende te Westerbork in Nederland
Raadsman J.P.E. Baakman kantoorhoudende te Haaksbergen (NL)
Dhr. Ing. H.K.A. Booy (Noesten e.a.) wonende(n) te Westerbork
Versus
De Staat der Nederlanden
Gemachtigde Ministerie van Buitenlandse Zaken (NL)
GEEFT EERBIEDIG TE KENNEN :
Mijn cliënten voornoemd, allen wonende te Westerbork, gemeente Midden-Drenthe (Netherlands) hereby authorise me to represent in the proceedings before the European Commission of Human Rights, and in any subsequent proceedings under the European Commission of Human Rights, concerning my application introduced under Art. 25 of the Convention against the Netherlands.
Voornoemde cliënt(en) voelen/voelt zich allen bezwaard door de uitspraak/arrest van de rechtsprekende Afdeling van de Raad van State d.d. 23 juni 2010 rolnummer 200907257/1/H1 te hunnen aanzien gewezen. Het betreft hier de uitspraak in hoogste tevens laatste nationale instantie, in de kwestie van het door verzoekers gedane beroep op toepassing van de eerbiedige werking van o.a. art 8 EVRM om gevrijwaard te blijven van onvrijwillige blootstelling aan niet ioniserende straling (elektromagnetische straling) zowel buitenshuis alswel binnenshuis en o.a. het beroep op toepassing Art. 152 VWEU juncto174 Lid 2 EG niet werd gehonoreerd. Verzoekers willen middels deze procedure een klacht indienen tegen Nederland wegens verdragsschending. Cliënt(en) voelen zich ook bezwaard door de wrakingsuitspraak/beslissing van de wrakingskamer van de Raad van State genomen d.d. 14 juni 2010 (verzonden d.d. 22 juni 2010) No. 200907257/2/H1
Het wrakingsverzoek richtte zich alstoen tegen staatsraad Koeman omdat deze staatsraad lid is van de VROMRAAD ( een adviesinstantie van zowel het Nederlandse Parlement alswel de Nederlandse Regering). Nu reeds de schijn is gewekt van partijdigheid dient te worden geconcludeerd dat Nederland het geratificeerde EVRM heeft geschonden o.a. art 6 EVRM
De Staat der Nederlanden alsmede rechtsprekende Afdeling van de Raad van State (voornoemde Afdeling behoort niet tot de rechterlijke macht van Nederland) laten zich o.a. leiden door de Gezondheidsraad (commissie elektromagnetische velden). Voornoemde Gezondheidsraad onderzoekt niet zelf doch adviseert de Staat der Nederlanden na lezing van door de Gezondheidsraad geselecteerde onderzoekrapportages. Het criterium van die selectie is verzoekers niet bekend. In de bij Uw Commissie en Hof aanhangig gemaakte procedure zal een overzicht worden gegeven t.a.v. de samenstelling van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad en een overzicht van door deze Commissie bestudeerde literatuur alsmede overzicht van niet bestudeerde literatuur voor zover verzoekers bekend.
Verzoekers zullen de Nederlandse en Belgische organisaties Stopumts (Nederland) en Beperk de straling (Belgie) verzoeken hun bestanden vrij te geven waarna deze als geding/processtukken via de list of documents bij Uw griffie zullen worden ingebracht.
Nederlandse en buitenlandse wetenschappers zullen nadere productie inbrengen conform daartoe strekkend verzoek van mijn cliënten.
De rechtsprekende Afdeling van de Raad van State is naar het gevoelen van verzoekers t.a.v. de gezondheidsrisico,s en de materieelrechtelijke kant van de zaak niet deskundig. Weliswaar heeft voornoemde Afdeling een zogenaamde deskundige advies van de Gezondheidsraadcommissie Elektromagnetische Velden betrokken in de uitspraak doch niet is gebleken naar het gevoelen van verzoekers dat deze deskundige t.a.v. gezondheidsrisico,s voldoende deskundig is om een dragend advies te verstrekken en dat t.a.v. de samenstelling van geduide commissie zijdens client(en) wordt geconstateerd dat enkele leden tegen over gestelde belangen hebben. In deze procedure t.o.v. Uw Hof zal de gevoerde correspondentie tussen het kantoor (Legal Protection Office BAWA.NL) van onderstaande raadsman en de voorzitter van de Nederlandse Gezondheidsraad als gedingstukken worden ingebracht, waarvan akte.
Grief
De Rechtsprekende Afdeling van de Raad van State van E.U-lidstaat Nederland geeft niet aan welke onderzoeken zijn geraadpleegd door de Raad van State.. Ambtshalve had dit wel gemoeten doch beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtsprekende Afdeling van de Raad van State is niet mogelijk. De financiele belangen van de Staat der Nederlanden zijn enorm.
Cliënten in casu verzoeker(s) concluderen dan ook een schending van art 6 van het door de Nederlandse Staat geratificeerde EVRM. (Op door Uw Hof aan te reiken formulieren zullen de verdragsschendingen in de Engelse taal binnen een door Uw Hof te stellen termijn aan Uw griffie worden overgelegd).
De Nederlandse Staat heeft de besluitvorming van het door verzoekers bestreden besluit (het NL-toepasselijk recht is de Wet milieubeheer) zich laten leiden door voornoemde Gezondheidsraad (publicatie nr. 1997/01) en de Aanbeveling van de Raad van de Europese Unie van 12 juli 1999 no. 1999/519/EG beperking blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz – 300 Ghz. Zowel voornoemd advies van de Gezondheidsraad als wel voornoemde Aanbeveling hebben geen kracht van Wet. Een eventueel beroep van de Nederlandse Staat op de gezaghebbende werking van bevindingen van de ICNIRP behoort te worden afgewezen want naast het gegeven dat niet bekend is welke artsen aan de totstandkoming van de bevindingen van de ICNIRP hebben meegewerkt stellen verzoekers tevens dat de ICNIRP een private onderneming is die aan geen enkele regering van een EU-Lidstaat verantwoording verschuldigd is.
De Nederlandse Staat in casu de rechtsprekende Afdeling van de Raad van State doet geen enkel onderzoek naar het medisch-professionele gehalte en de wettelijke status van de ICNIRP in de negentiger jaren en heden.
Bijgevoegd het feit dat de WRO en het toepasselijk bestuursrecht geen ruimte biedt voor Nederlandse justitiabelen om gezondheidsrisico,s als beroepsgronden in rechte te doen laten wegen doet zich daardoor schending voor van art 13 EVRM. (geen doelmatig rechtsmiddel)
De beroepsprocedure(s) t.o.v. rechtsprekende staatsraden van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State ( een afgeronde opleiding Nederlands recht is niet verplicht voor een benoeming) is niet met voldoende (rechts-)waarborgen omgeven: een adequate beroepsgang is niet aanwezig. In de procedure voor Uw Hof zullen verzoekers nader kond van de effecten van de marginale toetsingen binnen het Nederlandse bestuursrechtsysteem. Na het Arrest Benthem vs Nederland en de casus rondom de Luxemburgse Raad van State heeft Nederland onvoldoende wetreparaties doorgevoerd.
De conclusie van het vorenstaande moet dan ook zijn, dat de proces-voering op EVRM-rechtens onjuiste wijze is geschied, dat geen eerlijk proces heeft plaatsgehad, dat de besluitvorming m.b.t. de uitspraak in laatste nationale instantie niet is gebaseerd op een onafhankelijke en onpartijdige rechtsinstantie, terwijl enige met voldoende waarborgen omgeven beroepsgang niet open staat (noch heeft opgestaan). In tal van opzichten – als hiervoor reeds summier aangegeven- hebben verzoekers derhalve geen eerlijk proces gehad.
Het is dan ook hierom dat verzoekers zich wenden tot Uw Hof, met het eerbiedig verzoek hun klacht in behandeling te nemen en hun klachten gegrond te oordelen, de Staat der Nederlanden te gelasten de verdragschending(en) ongedaan te maken onder bepaling dat ingeval van gegrond-verklaring verzoekers ex Art. 41 EVRM door de Nederlandse Staat een billijke genoegdoening wordt toegekend.
Onder bevestiging terzake voormeld en in afwachting van rolnummer toekenning, tekent met verschuldigde eerbied,
Hoogachtend,
Uw dw. dr.
J.P.E. Baakman
(Raadsman)
08.2010.002512
Lees verder in de categorie Juridische Informatie | Terug naar homepage | Lees de introductie