Pleitnota en motivering beroepschrift voorlopige voorzieningsprocedure UMTS mast Nieuwkoop. (Upd)
vrijdag, 30 juli 2010 - Categorie: Juridische Informatie
Geplaatst op Stopumts 31 juli 2010.
Update met 14 toegevoegde bijlagen 2 aug.2010
Gerelateerd artikel:
Berichten%20Nederland/4964
Juridische%20Informatie/5530
Leest u onderstaand de pleitnota voorgedragen door mr. A.J.A. Honcoop tijdens de voorlopige voorzieningsprocedure van 26 juli 2010 tegen de komst van de UMTS-mast nabij het sportpark en de basisscholen in de gemeente Nieuwkoop
De uitgebreidere en met redenen omklede motivering van het beroepschrift is onderaan en volgend op de pleitnota toegevoegd.
Met de publicatie van deze stukken hoopt de auteur en de redactie van Stopumts andere bezwaarmakers tegen de komst van UMTS-masten te ondersteunen .
------------------------------------
PLEITNOTA
Edelachtbare,
Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik ons verzoek om een voorlopige voorziening te beargumenteren.
A. Verweerschrift
Voordat wij daartoe overgaan willen wij eerst ingaan op het verweerschrift van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop, gedateerd 6 juli 2010, dat door het college is ingebracht in de voorlopige voorzienings- en de beroepsprocedure.
A.1. Ontvankelijkheid
De wederpartij betwijfelt of ondergetekende en mede-belanghebbende Honcoop bestuursrechtelijk wel als belanghebbende kan gelden. Door de afstand van 425 meter die mijn woning zou hebben ten opzichte van de te bouwen UMTS-mast, zou er, aldus de wederpartij, immers geen sprake zijn van een “ruimtelijke uitstraling op het perceel”. Dat van waardeverminderende ruimtelijke uitstralingseffecten sprake zou zijn die mij tot belanghebbende in deze procedure zouden maken, heb ik echter nimmer aangegeven. Wel acht ik mezelf belanghebbende in bestuursrechtelijke zin vanwege de effecten van de letterlijke uitstraling van de te bouwen mast. De met de bouw van de mast in het geding zijnde gezondheidsaspecten maken mij derhalve tot mede-belanghebbende.
Voor de mede-belanghebbenden, mevrouw Sentse en de heer De Graaff, is van dreigende waardevermindering van hun woning als gevolg van de nabij verrijzende UMTS-mast wel degelijk sprake. Ter zake willen wij u graag wijzen op een uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden die een woningeigenaar die geconfronteerd werd met het vooruitzicht van een UMTS-mast op 175 meter van zijn woning een 15%-lagere WOZ-waarde heeft gegund. In dit vonnis heeft de betrokken gemeente, Littenseradiel, overigens berust. Een lagere WOZ-waarde is fiscaal misschien wel een leuk douceurtje maar impliceert wel een navenant lagere waarde van de woning in het economisch verkeer. En dat is minder leuk. En daar ligt dan ook een financieel belang voor de mede-belanghebbenden.
Ten aanzien van het gestelde in de tweede alinea van het onderdeel “Ontvankelijkheid” willen wij overigens nog opmerken dat niet het Rijk bepaalt of iets al dan niet schadelijk is. Schadelijk is iets dat schade veroorzaakt. Of de UMTS-straling gezondheidschade veroorzaakt en daarmee schadelijk is, gaat buiten de competentie van het Rijk om.
A.2. Formele aspecten
A.2.1. Algemeen
Het verzoek om een voorlopige voorziening is door alle belanghebbenden in de beroepsprocedure ingediend, hoewel slechts door mij als één van hen ondertekend.
A.2.2. Ad 2
Het ingraven van de kabel is geschied in het kader van de latere bouw van de UMTS-mast op die plek en vormt daarmee één complex handelingen dat wel degelijk onder de werking van de bestuursrechtelijke spelregels valt.
De verweerder verwijst naar Hoofdstuk 3 van de ruimtelijke onderbouwing om te onderstrepen dat wel degelijk gezocht is naar alternatieven voor de oprichting van de UMTS-mast. Wij willen daarover opmerken dat het rapport van Square Legal dat die ruimtelijke onderbouwing geeft stamt uit juli 2008. Toen was de bewust kabel echter al geruime tijd ingegraven!
A.2.3. Ad 3
Door zich aan te sluiten bij de standpunten van de Gezondheidsraad en het Rijk zonder eigen onderzoek naar de gezondheidsaspecten van de straling veroorzaakt door de UMTS-antennes in de op te richten mast, handelt de verweerder nu juist in strijd met de genoemde regelgeving. Daarbij merken wij op dat de aansluiting bij de standpunten van de Gezondheidsraad en het Rijk geoorloofd werd in een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uit 2006. Daarbij geeft de Afdeling aan dat “de voorhanden zijnde onderzoeken thans geen aanleiding geven de plaatsing van UMTS-masten bij woonbebouwing te voorkomen.” Belangrijke wetenschappelijke rapporten die duiden op grote gezondheidsgevaren zijn echter na die uitspraak verschenen, zoals bijvoorbeeld het BioInitiative Working Group-rapport uit 2007.
Verder dateert eveneens van na die uitspraak de Resolutie van het Europees Parlement ( 2april 2009) dat oproept de bouw van UMTS-masten niet op een onveilige afstand van onder andere scholen te laten plaatsvinden.
A.2.4. Ad 4
De verweerder acht de uitspraken van buitenlandse rechters irrelevant. Daartegen willen wij inbrengen dat die buitenlandse rechters hetzelfde voorzorgsbeginsel van artikel 174 van het EU-Verdrag interpreteerden dat thans aan u ter beoordeling is voorgelegd. Daarmee is een adequate invulling van het voorzorgsbeginsel geen nationaalrechtelijke kwestie maar een europeesrechtelijke. Met de visie van de verweerder zijn wij het dus totaal oneens.
A.2.5. Ad 5
Naar onze mening is er in tegenstelling tot hetgeen de verweerder aangeeft alle reden de uitspraak van het EHRM af te wachten. Ook Nederland dient een adequate invulling van het recht dat artikel 8 EVRM aan de Europese burgers biedt, te geven.
De uitspraak zal wellicht duidelijkheid verschaffen over de vraag of de Nederlandse overheid met het verstrekken van bouwvergunningen voor het oprichten van telecommunicatiemasten dan wel met het sluiten van het Convenant vergunningvrije antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie met dat “eerbiedingingsrecht” van artikel 8 EVRM in strijd handelt. Het EVRM is daarbij voor u een toetsraam voor overheidshandelen.
A.2.6. Ad 6
In tegenstelling tot hetgeen de verweerder wenst, te weten het gezamenlijk afhandelen van de voorlopige voorzienings- en beroepsprocedure, hechten wij zeer aan een, gelet op de ingewikkelde medische facetten van de casus, separate afhandeling van de beroepsprocedure.
Wellicht kunt u ons aangeven wat de status is van het mediationtraject dat zou worden aangeboden indien de motivering van het beroepschrift ingediend zou zijn? Indien dat traject nog niet is ingezet verzoeken wij u eerst dat traject af te wachten alvorens te beslissen in de voorlopige voorzieningsprocedure.
Het niet afwachten van zo’n traject zou dat tot een wassen neus maken. Immers, indien u de voorlopige voorziening zou afwijzen gaat daarmee de bouw voort en is mediation feitelijk een gepasseerd station geworden.
Overigens:
De bij het verweerschrift gevoegde foto van het zicht vanuit mijn woning kan ik niet met mijn woning in verband brengen. Is dat wel mijn woning?
B. De (rest van de) Pleitnota
B.1. Procedureel
Wij hebben tegen de gemeente Nieuwkoop een rechtszaak aangespannen in verband met het genomen besluit een UMTS mast in de buurt van de onlangs centraal gehuisveste basisscholen in Nieuwkoop te plaatsen. Reeds lange tijd hebben wij bij de gemeente erop aangedrongen om alternatieve locaties af te wegen tegen de huidig gekozen locatie. Dit is categorisch geweigerd.
De gemeente is vasthoudend in haar standpunt ondanks ? massaal ingediende zienswijzen gedurende de publieke behandeling van het voorgenomen besluit, ? een spontane handtekeningenactie binnen één van de scholen, waarvan de resultaten door de wethouder in ontvangst is genomen, en ondanks ? het door ons genomen initiatief waarbij onze eerste stap is geweest om het onderwerp nogmaals in de gemeenteraad bespreekbaar te maken.
Telkens is onze vraag geweest om alternatieve locaties te overwegen en telkens heeft de gemeente dit naast zich neergelegd.
Sterker de gemeente heeft nooit het voornemen gehad om
alternatieven in overweging te nemen. Dit blijkt uit het feit dat, zoals eerder aangehaald, de gemeente reeds in een stadium ver vóór de
uiteindelijke vergunningverlening KPN Mobile toestemming heeft verleend voor het graven van de voor de UMTS-mast noodzakelijke elektrakabels op de plek waar de mast volgens die uiteindelijke vergunning zou gaan verrijzen, namelijk nabij het scholencomplex en binnen het Sportpark De Dulen.
Het niet willen zoeken naar alternatieven is een procedurele fout, in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, die allereerst hersteld dient te worden, zeker in het licht van de massaliteit waarmee de burgers binnen de eigen gemeente daarom vragen.
Wij willen graag met de gemeente en de KPN in overleg om een
alternatieve locatie te zoeken. Dit overleg heeft nog niet
plaatsgevonden. Interessant in dat verband is wat te lezen is in de raadsverslagen over dit onderwerp, en is opgetekend uit de mond van de verantwoordelijke wethouder: “Ik waag er nog niet 1 telefoontje aan”.
Wij willen u hierbij nogmaals wijzen op onze wens in een mediationtraject te komen met de verweerder en KPN Mobile om tot een voor alle partijen aanvaardbaar compromis te geraken dat recht doet aan de gevoelens en angsten van de burgers van Nieuwkoop.
Nu op de gewraakte plek de bouwwerkzaamheden zijn aangevangen, geeft de gemeente uitdrukking aan haar onverzettelijkheid om haar, door ons gewraakte, besluiten coûte que coûte door te zetten. Wij verzoeken u dan ook de werkzaamheden stil te leggen in afwachting van de uitkomsten van de beroepsprocedure omdat bij afwezigheid van een dergelijk rechterlijk vonnis de gemeente ongetwijfeld dusdanige actie zal ondernemen om daarmee de rechter in de beroepsprocedure voor een voldongen feit te plaatsen.
B.2. Gezondheidsaspecten
In de motivering van het beroepschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en dergelijke hebben wij u een veelvoud aan wetenschappelijke rapporten (digitaal) overlegd waaruit blijkt van een niet onaanzienlijke en almaar groeiende groep van wetenschappers die de toename van elektromagnetische straling koppelen aan het ontstaan van allerlei soms zelfs levensbedreigende kwalen.
De onderzoekers zijn daarbij geen wetenschappelijke kwakzalvers, en veelal verbonden aan gerespecteerde wetenschappelijke instituten.
De kritische rapporten komen van alle uithoeken van de wereld en zijn eensluidend in de opsomming van kwalen en ziekten die zij koppelen aan de wereldwijd toenemende stralingsbelasting.
Epidemiologisch en statistisch onderzoek onderstreept de zorgwekkende teneur van de rapporten. Daarbij komt telkens naar voren dat naarmate de woon- of verblijfsafstand tot een UMTS-mast kleiner wordt, de gezondheidsproblemen navenant groter worden.
Artsen in vele landen, ook in Nederland, verenigen zich in medische appèls en luiden de alarmbellen voor een verdergaande afbraak van de gezondheid van de wereldburger als gevolg van de toenemende stralingsbelasting.
Overheden van diverse landen hebben de blootstellingslimieten tot ver beneden de ICNIRP-normen bijgesteld, en waarschuwen hun burgers voor de gevaren van elektromagnetische straling. Sommige overheden verbieden kinderen en/of zwangere vrouwen het gebruik van een mobiele telefoon, of het gebruik ervan binnen ziekenhuizen. Het Europees Parlement heeft in haar Resolutie van 2 april 2009 dan ook opgeroepen de ICNIRP-blootstellingslimieten te verlagen en overheden opgeroepen te verhinderen dat telecommunicatiemasten nabij ziekenhuizen, bejaardenhuizen en scholen worden geplaatst.
In Zweden heeft men elektrohypersensibileit, een ziekte waaraan als gevolg van een elektromagnetische overbelasting, thans reeds 5% van de bevolking leidt, als een ziekte erkend en voor deze mensen speciale leefgebieden gecreëerd.
Aanbieders van mobiele telefoons geven tegenwoordig, zij het pijn in het hart, aan dat het gebruik van een mobiele telefoon gezondheidsschade zou kunnen veroorzaken. Schade die verzekeraars overigens niet voor hen willen verzekeren. De verzekeraars passen namelijk om hen moverende redenen wel een vorm van voorzorgsbeginsel toe. Zij zien de bui al hangen! In Italië is onlangs een oorzakelijk verband tussen het (beroepsmatig) veel mobiel bellen en de een daardoor ontstane hersentumor door de rechter aangenomen.
Rechters in diverse landen binnen de EU verbieden de plaatsing van telecommunicatiemasten in de nabijheid van woningen en dergelijke op basis van het voorzorgsbeginsel dat alle EU-landen bindt te handelen in het belang van de gezondheid van haar burgers.
In de Mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 februari 2000 over het voorzorgsbeginsel wordt dan ook door de Europese Commissie vermeld dat “Zelfs als het wetenschappelijk advies in wetenschappelijke kringen slechts door een minderheid wordt gesteund moet naar behoren rekening worden gehouden met hun meningen, mits deze minderheid geloofwaardig is en een goede reputatie heeft.” Volgens de Commissie moet leidend beginsel binnen de EU zijn dat de bescherming van de gezondheid van de EU-burgers tegen (mogelijke) gevaren (op langere termijn) uitgaat boven economische belangen.
De introductie van GSM, de voorloper van UMTS, heeft daarbij tenslotte zonder een adequaat onderzoek naar mogelijke gezondheidsgevaren plaatsgevonden. De blootstellingslimieten van de ICNIRP zijn slechts gebaseerd op het thermische effect van een dergelijke veldsterkte op een zak water. De mens is evenwel een beduidend complexer iets dan een zak water. Zijn lichaam wordt bestuurd met elektronische signalen met een zo geringe veldsterkte dat die door de stralingskracht van UMTS-masten volledig ontregeld worden met alle gezondheidsproblemen (op de lange termijn) van dien.
Op basis van de grondgedachten achter het voorzorgsbeginsel willen wij graag met de gemeente Nieuwkoop en KPN Mobile in overleg om tot een, gelet op de gezondheidsaspecten, betere locatie van de UMTS-mast te komen.
Indien KPN Mobile mediation ter zake weigert is er naar onze mening op basis van datzelfde voorzorgsbeginsel geen andere conclusie aan het geschil te verbinden dan het vernietigen van de bestreden bouwvergunning.
Wij hebben bij deze pleitnota nog een hartverscheurend interview bijgevoegd met de heer James Collet die leidt aan leukemie en dit koppelt aan de komst van een telecommunicatiemast, temeer nu 19 buurtgenoten aan vergelijkbare ziekten leiden of daaraan ondertussen reeds zijn overleden.
-------------------------------
MOTIVERING VAN HET BEROEPSSCHRIFT:
Geachte mevrouw Tawjoeram,
In aanvulling op het onlangs bij uw Rechtbank ingediende pro forma beroepschrift, bij u bekend onder “procedurenummer 10/2807 WRO”, tegen het besluit (bijlage 1) van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop tot het verstrekken van een lichte bouwvergunning ter zake van de plaatsing van een mast ten behoeve van mobiele telecommunicatie nabij Sportpark De Dulen, kadastraal bekend onder: sectie A, nummer 7313, gemeente Nieuwkoop, treft u onderstaand de motivering van dat beroepschrift aan.
1. Inleiding
Momenteel staan er een drietal GSM-masten (respectievelijk 23, 28 en 31 meter hoog) en één UMTS-mast (23 meter hoog) op het industrieterrein, aan de noordzijde, en buiten de bebouwde kom, van Nieuwkoop.
De GSM-mast van 31 meter hoog is daarvan de meest recent geplaatste (in 2009). De UMTS-mast is vervólgens de jongste loot aan de “stralingsboom” (geplaatst in 2007).
Verder zijn er momenteel nog een drietal GSM-masten en één UMTS-mast geplaatst binnen de bebouwde kom, namelijk aan het Zuideinde in Nieuwkoop.
Van klachten over het bereik van mobiele telefoons is tot op heden geen sprake geweest. Van bezoekers van de naar aanleiding van de start van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 3 WRO georganiseerde informatieavond d.d. 6 oktober 2008 hebben wij vernomen dat van geuite klachten over dat bereik geen sprake is geweest. Dit in tegenspraak tot hetgeen de gemeente in haar reactie d.d. 12 mei 2010 (bijlage 2) aangeeft op een door ons gedaan WOB-verzoek (bijlage 2a) over de existentie van dergelijke klachten. Van overige klachten omtrent het bereik kan de gemeente ons overigens gelet op de inhoud van haar vorenbedoelde reactie evenmin correspondentie of stukken overhandigen. (zie ook de bijlagen 2b en 2c) De gemeente vertrouwt ter zake blijkbaar blindelings op de bewuste provider (KPN Mobile).
Een toetsbaar gemeentelijk beleid, waarbij beoordeeld kan worden of van een bereikbaarheidsprobleem sprake is bij een continuering van het industrieterrein als locatie van de geplande UMTS-mast, kan hieruit echter nimmer voortvloeien.
Door ons aan de gemeenteraad voorgelegde alternatieve locaties mochten niet op voldoende steun van de raad rekenen. Temeer niet toen eenmaal het besluit tot het verlenen van de bestreden bouwvergunning een feit was en het gemeentelijk ei daarmee blijkbaar definitief gelegd bleek te zijn. Het besluit zou passen binnen de gemeentelijke nota Antennebeleid die lopende het traject leidend tot het bestreden besluit, tot stand was gekomen, en daarmee was de gemeentelijke kous dan ook af.
Het besluit leidt, als gezegd, tot plaatsing van een telecommunicatiemast nabij Sportpark De Dulen. Het betreft een ruim 38 meter hoge mast die gebruikt zal gaan worden voor het daaraan plaatsen van UMTS-antennes.
Provider KPN Mobile geeft daarbij aan dat ook andere providers van de mast gebruik zullen mogen maken. (site-sharing)
Er zal dan een veelheid aan UMTS-antennes (en wellicht ook andere antennes) verschijnen in de UMTS-kerstboom. De intensiteit van de daarmee vrijkomende elektromagnetische straling zal daarmee exponentieel kunnen gaan toenemen.
De mast is gesitueerd op geringe afstand van woningbouw, alsmede van sportvelden. De mast is echter tevens gesitueerd op een steenworp afstand van het basisscholencomplex van Nieuwkoop. Alle Nieuwkoopse basisscholieren zullen dan ook gedwongen dagelijks en langdurig de elektromagnetische straling moeten “ondergaan”.
Wij willen uw Rechtbank erop wijzen dat in punt 5.2. van de gemeentelijke nota Antennebeleid (bijlage 3) wordt aangegeven dat de gemeente bij haar locatiekeuze voor een telecommunicatiemast “ook kijkt waar mogelijk naar gebieden met een kleine bevolkingsdichtheid.” Die plekken zijn er in het landelijke Nieuwkoop voldoende. Zoals bijvoorbeeld op het industrieterrein, waar thans ook reeds masten gesitueerd zijn, waaronder een UMTS-mast.
De slechtst denkbare plaats is evenwel door de gemeente Nieuwkoop uitgezocht om de UMTS-mast te alloceren: dichtbij de woningbouw van de nieuwbouwwijk Buytewech en pal op de drie bij elkaar gesitueerde basisscholen van Nieuwkoop. In een resolutie van 2 april 2009 (2008/2211 (INI)) (bijlage 4) heeft het Europees Parlement in overweging 8 aangegeven dat de overheid er op toe moet zien dat scholen zich op een specifieke, op wetenschappelijke criteria vastgestelde, afstand van EMV-uitzendapparatuur (w.o. UMTS-zendmasten) bevinden. Communis opinio wordt als enigszins veilige afstand 400 meter aangehouden.
Deze afstand wordt bij de thans overwogen plaatsing bij lange na niet gehaald!
Op de reden waarom wij hameren op het hanteren van een veilige afstand ten opzichte van woningbouw en de scholen komen wij in het navolgende nog terug.
2. Verantwoordelijkheden van bestuursorganen
Bestuursorganen hebben een grote verantwoordelijkheid naar de door en namens hen bestuurde burgers.
Deze verantwoordelijkheid blijkt bijvoorbeeld uit het codificeren van het zorgvuldigheidsbeginsel, één van de beginselen van behoorlijk bestuur, in artikel 3:2 AWB. Maar ook uit de tekst van artikel 3:4 AWB dat bestuursorganen noopt tot een in evenredigheid afwegen (evenredigheidsbeginsel) van de bij door deze organen te nemen besluiten betrokken algemene belangen tegenover die van de bij die besluiten betrokken individuele burgers.
De gedachte vat evenwel post dat van een ordentelijke afweging in het onderhavige dossier niet echt sprake is geweest.
Bij een behoorlijke afweging zou de gemeente bijvoorbeeld hebben gezocht naar minder bezwaarlijke locaties voor de plaatsing van de UMTS-mast. Die zoektocht heeft zich echter niet echt voorgedaan.
De gemeente heeft reeds in een stadium ver vóór de uiteindelijke vergunningverlening (zie bijlage 5) KPN Mobile toestemming verleend voor het graven van de voor de UMTS-mast noodzakelijke elektrakabels op de plek waar de mast volgens die uiteindelijke vergunning zou gaan verrijzen, nabij het scholencomplex en het Sportpark De Dulen. Wij verwijzen u graag naar de als bijlagen 5a en 5b bijgevoegde reacties van de gemeente Nieuwkoop d.d. 21 mei en 14 juni 2010 op onze WOB-verzoeken (bijlage 5c en 5d) om duidelijkheid ter zake. De gemeente geeft daarbij aan dat een en ander voor rekening en risico van KPN Mobile is, doch dat neemt niet weg dat de gang van zaken niet lijkt te suggereren dat van een zoektocht naar alternatieve locaties echt sprake is geweest.
Die zoektocht zou de gemeente op basis van het genoemde evenredigheidsbeginsel temeer hebben dienen te entameren gelet op de vele stukken die wij haar hebben overhandigd, waaruit van de zeer vele verontrustende wetenschappelijke (en andere) aanwijzingen blijkt dat de gezondheid, met een plaatsing dichtbij van een telecommunicatiemast, in het geding is. Aanwijzingen die gelet op de diverse wetenschappelijke en andere bronnen waaruit zij voortkomen, en hun consistentie, meer en meer opschuiven richting bewijzen voor de schadelijkheid van de door de telecommunicatieantennes veroorzaakte straling.
De gemeente heeft besloten op al deze stukken geen acht te slaan, daar niet op te reageren en vast te houden aan het uitgesleten dogma dat de Gezondheidsraad als repeterend mantra blijft prevelen: “de elektromagnetische straling blijft binnen de blootstellingslimieten van de ICNIRP en levert derhalve geen gezondheidsgevaren op, behalve wellicht wat biologisch ongemak, maar dat zal dan psychosomatisch zijn, en wat thermische effecten op het menselijk lichaam.” De gemeente geeft daarbij aan geen eigen beleidsruimte te hebben om gezondheidsafwegingen te maken.
Wij zijn van mening dat de gemeente op basis van de eerder genoemde artikelen 3:2 en 3:4 AWB verplicht is zich rekenschap te geven van de met haar besluit gemoeide gezondheidsbelangen. Ook de Woningwet kent vanaf 1 april 2007 de eis dat de overheid, in casu de gemeente, zich bij de toepassing van deze wet moet laten leiden door een zorgplicht ten opzichte van de veiligheid en gezondheid van de aan haar zorgen toevertrouwde burgers. Zie bijvoorbeeld artikel 2 van de Woningwet.
Ook het statuut dat onze samenleving regardeert, de Grondwet, geeft aan dat de overheid een taak heeft in relatie tot het bevorderen van onze gezondheid. Zie bijvoorbeeld artikel 22 GW. In artikel 11 GW wordt verder een ieder de onaantastbaarheid van zijn lichaam gegarandeerd. In artikel 10 GW wordt tenslotte het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van een ieder geregeld.
Even afgezien van het verbod voor rechters tot constitutionele toetsing (artikel 120 GW, waaraan overigens thans wat geknabbeld wordt door een initiatiefwetsvoorstel van Groen Links) kan de gemeente het zich niet permitteren zich te onttrekken aan dergelijke spelregels van haar samenleving en dient zij zich daarnaar te gedragen zonder zich te verschuilen achter een oekaze dat de afweging van de gezondheidsbelangen van aan haar zorg toevertrouwde burgers niet tot haar beleidsruimte behoort.
3. Rechterlijke toetsing
Het verbod van het constitutioneel toetsen van wet- en regelgeving kan uw rechtbank echter niet weerhouden om te toetsen of het bestreden besluit van de gemeente past binnen het raamwerk van het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel van de artikelen 3:2 en 3:4 AWB, en de zorgplicht van de Woningwet. U bent verder als rechter ook niet gebonden aan de genoemde oekaze dat het toetsen of sprake is van onverantwoorde gezondheidsrisico’s slechts aan de centrale overheid is voorbehouden.
Bovendien kunt u het besluit toetsen aan het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven, mede omvattend het recht op bescherming van een ieders gezondheid, als vastgelegd in artikel 8 EVRM.
Of aan het voorzorgsbeginsel van artikel 174 lid 2 (juncto artikel 152) van het EU-Verdrag. Het EU-Verdrag geeft, evenals het EVRM, supranationaal van toepassing zijnde regels, waarvan dus het voorzorgsbeginsel er één is.
De definitie van het voorzorgsbeginsel is te vinden in het zogeheten Brundtland rapport (1987) en de Rio Declaration (1992). Vrij vertaald luidt deze definitie:
“als er kans is op serieuze of onomkeerbare schade, dan mag het gebrek aan volledige wetenschappelijke zekerheid niet gebruikt worden als reden om maatregelen uit te stellen.”
Ook op “zorgwekkende mogelijke ontwikkelingen op de lange termijn en voor het welzijn van de komende generaties” heeft het voorzorgsbeginsel betrekking. ( Mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 februari 2000 over het voorzorgsbeginsel) In deze Mededeling wordt overigens het voorzorgsbeginsel veel ruimer van toepassing verklaard dan slechts ten aanzien van het milieu. Ook ten aanzien van gezondheidsrisico’s is het beginsel van toepassing.
In de Mededeling wordt verder aangegeven dat binnen het toepassingsgebied van het voorzorgsbeginsel ook specifieke situaties vallen “waarin het wetenschappelijk bewijsmateriaal ontoereikend is, geen uitsluitsel geeft of onzekerheden bevat en er op grond van een voorlopige, maar objectieve risico-evaluatie aanwijzingen zijn dat er gegronde redenen zijn om te vrezen dat de potentieel gevaarlijke gevolgen voor het milieu of de gezondheid van mensen … wel eens onverenigbaar met het door de Gemeenschap gekozen hoge beschermingsniveau (vergelijk ter zake ook artikel 152 lid 1 EU-Verdrag: “Bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.”) zouden kunnen zijn.”
In de Mededeling wordt ook vermeld dat “Zelfs als het wetenschappelijk advies in wetenschappelijk kringen slechts door een minderheid wordt gesteund moet naar behoren rekening worden gehouden met hun meningen, mits deze minderheid geloofwaardig is en een goede reputatie heeft.” En “In situaties waarin de schadelijke gevolgen zich pas heel lang na blootstelling voordoen, is de oorzaak-gevolgrelatie wetenschappelijk moeilijker aan te tonen en – daarom – moet vaak het voorzorgsbeginsel worden toegepast.”
In Bijlage III van de Mededeling wordt opgemerkt “Wanneer de beschikbare gegevens ontoereikend zijn of geen uitsluitsel geven, zou een voorzichtige aanpak met het oog op de bescherming van milieu, gezondheid of veiligheid kunnen bestaan in uitgaan van het ergste geval. Als dat vaak gebeurt, zal dat tot overdrijving van het reële gevaar leiden maar het geeft een zekere waarborg dat het risico niet wordt onderschat.”
In de genoemde Mededeling wordt verder nadrukkelijk aangegeven dat bij het bepalen van de kosten (en baten) van maatregelen om de eventuele gezondheidsrisico’s in te dammen rekening gehouden dient te worden met het algemene beginsel en de jurisprudentie van het Hof dat bescherming van de gezondheid voorrang heeft boven economische belangen.
Wij willen uw Rechtbank ook wijzen op de jurisprudentie gewezen ter zake van het voorzorgsbeginsel zoals deze in Bijlage I van de Mededeling wordt genoemd.
In het Groenboek “De algemene beginselen van het levensmiddelenrecht in de Europese Unie” van 30 april 1997 geeft de Commissie, tenslotte, aan dat “Wanneer een volledige risicobeoordeling niet mogelijk is, de maatregelen gebaseerd dienen te zijn op het voorzorgsbeginsel.” Met andere woorden: Bij twijfel niet inhalen!!!
Natuurlijk zijn er wetenschappelijke rapporten die suggereren dat van gezondheidsrisico’s geen sprake is. Veelal zijn dit rapporten die gesubsidieerd zijn door de telecom-industrie, die als een slager die zijn eigen vlees keurt, niet verwacht kan worden dit vlees af te keuren.
Nog afgezien van het feit dat de lange termijn-effecten volkomen ongewis zijn, kunnen wij op basis van de vele rapporten die wij u hebben voorgelegd en waaruit wel degelijk van (ernstige) gezondheidsrisico’s blijkt, concluderen dat er een zeer grote mate van wetenschappelijke twijfel is. Er dient dan ook niet ingehaald te worden. Vertaald naar de aan u voorgelegde casus: de UMTS-mast dient bij voorkeur niet geplaatst te worden en anders op een veilige afstand van woningen, scholen en dergelijk.
Dat de Gezondheidsraad zich (nog) niet achter deze wetenschappelijke twijfel schaart maakt deze twijfel niet minder gerechtvaardigd. Wij willen hierbij wijzen op onder andere het asbest-, kwikamalgaam- en tabaksdossier. In die dossiers was al ruim drie decennia, c.q. geruime tijd (het kwikamalgaam-dossier) bekend dat er grote gezondheidsrisico’s kleefden aan het gebruik van asbest, kwikamalgaam en het roken van tabak, voordat de Gezondheidsraad besloot de alarmbellen te rinkelen. Vele onnodige doden zijn van die te late waarschuwing het gevolg geweest, of zullen daarvan in de nabije toekomst alsnog het gevolg zijn.
In de Commissie Elektronische Velden, een commissie uit de gelederen van de Gezondheidsraad die zich bezighoudt met elektromagnetische straling en bestaat uit 11 commissieleden, is de meerderheid (7 leden) verder geen gezondheidswetenschapper, doch fysicus of ingenieur. Van deze Commissie mag dan ook geen voldragen oordeel verwacht worden over de gezondheidsrisico’s van elektromagnetische straling.
4. Onze standpunten
Wij zijn van oordeel dat er meer dan voldoende serieuze wetenschappelijke aanwijzingen zijn die nopen tot het toepassen van het voorzorgsbeginsel. De toepassing ervan dient naar onze mening in te houden dat
• primair, van plaatsing van de mast wordt afgezien;
• subsidiair, de plaatsing wordt verlegd naar een locatie op minimaal 400 meter van woningbouw en scholen.
Op de wetenschappelijke aanwijzingen gaan wij in het onderstaande punt nader in.
5. De wetenschappelijke aanwijzingen dat elektromagnetische straling gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
Vooraleerst willen wij u wijzen op een flyer (zie bijlage 6) door ons opgemaakt
naar aanleiding van de voorgenomen plaatsing van de UMTS-mast.
In deze flyer hebben wij een zeker niet uitputtend overzicht gegeven van de vele
wetenschappelijke aanwijzingen dat er gezondheidsrisico’s kleven aan de straling
veroorzaakt door antennes geplaatst in telecommunicatiemasten. Het overzicht is
bedoeld als een snelle inwijding in die risico’s.
Naast de medische appèls genoemd in de flyer is er ook een appel van een 50-tal
Nederlandse artsen, specialisten en medische wetenschappers (bijlage 7) die
constateren dat er een algemene toename van chronische aandoeningen met
onduidelijke oorzaken is, die gelijktijdig optreedt met een explosieve toename van
stralingsbelasting in de leefomgeving. De ondertekenaars van het appel roepen de
overheid op de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden te
verlagen.
In de ons omringende landen houden de overheden overigens veel meer dan de
onze rekening met de gezondheidsrisico’s van elektromagnetische straling. Deze
overheden hanteren blootstellingslimieten die ver onder die van ons liggen. Maar
ook in landen verder van ons af gelegen dringt het besef door dat de ICNIRP-
normen veel te ruim bemeten zijn. Die blootstellingslimieten hebben overigens de
volgende merkwaardige en medisch wetenschappelijk volkomen laakbare
achtergrond. De introductie van de GSM-technologie heeft eigenlijk zonder een
adequaat onderzoek naar de gezondheidsrisico’s plaatsgevonden. Naar
biologische effecten van elektromagnetische straling is in het geheel niet gekeken.
Noch op korte noch op lange termijn. Er is slechts gekeken naar de thermische
effecten van dergelijke straling op het lichaam van de mens.
Daartoe heeft men een zak water van het gewicht van een mens kortdurend
bestraald met elektromagnetische straling. Daarbij vond men een opwarming van
de zak water (alias “de mens”) van 1º C acceptabel. Daaruit rolde de ICNIRP-
blootstellingslimiet van 10.000.000 ?W/m2, door de Gezondheidsraad nog eens
verdubbeld tot 20.000.000 ?W/m2.
Naar de inwerking (op langere termijn) van elektromagnetische straling op de
biologische en neurologische processen binnen het menselijk lichaam is in het
geheel geen onderzoek gedaan voordat de GSM-techniek (de voorloper van de
UMTS-techniek) werd ingevoerd. Een leek kan echter al op zijn klompen
aanvoelen dat een menselijk lichaam waarin elektrische processen de
overbrenging van allerlei signalen verzorgen en waarin neuronen met elkaar
communiceren via een soort biologische “mobiele telefonie” met een veldsterkte
van 0,001?W/m2, een tsunami aan elektromagnetische stralingsenergie, de
menselijke veldsterkte met een factor van vele duizenden overtreffend, niet zal
appreciëren.
In wezen zijn we overgeleverd aan een wereldwijd experiment waarin de wereld een grote magnetron vormt en wij het hapklare brokje dat daarin wat opgewarmd wordt.
Van biologische effecten als slapeloosheid, zware niet voorbijgaande
oververmoeidheid, oorsuizen, concentratieproblemen, huid- en gewrichtsklachten,
spierklachten, evenwichtsstoringen, hoofdpijn e.d. neemt men tegenwoordig
eigenlijk wel aan (zie ook het Medisch Appèl Stralingsrisico’s) dat die
veroorzaakt zouden kunnen worden door elektromagnetische straling.
Men oordeelt evenwel dat die klachten niet van dien aard zijn dat de
elektromagnetische belasting daarom verminderd dient te worden.
Met enige goede wil zouden die klachten gepareerd kunnen worden met de
opmerking: “we voelen ons allemaal wel eens niet lekker”of “het gaat vanzelf wel
een keer over”.
Dat wordt echter anders als de volgende wetenschappelijke rapporten worden
bestudeerd:
• Het rapport van de BioInitiative Working Group van 31 augustus 2007 (http://www.bioinitiative.org/report/index.htm) : in dit rapport dat door vele wetenschappers van wereldwijd aanzien, sommigen verbonden aan de WHO, en van diverse medische en andere disciplines, wordt op basis van meer dan 2.000 eerdere wetenschappelijke studies o.a. geconcludeerd dat er sterk verhoogde gezondheidsrisico’s zijn als gevolg van elektromagnetische straling, waaronder op het krijgen van:
- diverse vormen van kanker (wellicht mede een gevolg van de daling van het melatoninegehalte in ons lichaam, op haar beurt een gevolg van elektromagnetische straling), met name leukemie bij kinderen, tumoren van het zenuwgestel (zoals hersentumoren, kanker aan de gehoorzenuw, speekselklierkanker), borstkanker;
- neurodegeneratieve ziekten (ook wellicht een gevolg van de genoemde afname van het melatoninegehalte) als Alzheimer, Parkinson, ALS ;
- DNA-schade;
- de vorming van stress-eiwitten
- stoornissen aan het immuunsysteem, zich o.a. uitend in huidklachten, hartritmestoornissen, etc.etc.
Voor een samenvatting van dit lijvige rapport verwijzen wij u graag naar bijlage 8.
Volgens de auteurs van het rapport is er voldoende wetenschappelijk bewijs om preventieve maatregelen te treffen voor de volksgezondheid.
• Eerder gepubliceerde voorlopige onderzoeksgegevens (zie ook bijlage 8a) in het kader van de zogeheten Interphone-studie (gefinancierd door de telecom-industrie!) van het International Agency on Cancer tonen een verband aan tussen elektromagnetische straling als gevolg van mobiel telefoneren en kankerincidenties.
Volgens de coördinatrice van het onderzoeksproject mevrouw Elisabeth Cardis “hoeven de definitieve cijfers niet afgewacht te worden om tot de conclusie te komen dat mobiel bellen zeker voor kinderen moet worden beperkt en dat uit voorzorg maar beter een vast toestel gebruikt kan worden.”
Het Zweedse onderdeel van de studie bracht aan het licht dat degene die veel en langdurig mobiel belt een 60% grotere kans heeft op een hersentumor.
Kinderoncoloog professor Van Gool van de KU Leuven geeft naar aanleiding van het onderzoek aan: “Als sommige studies onomstotelijk het verband aantonen tussen kanker en gsm-straling, zou men op zijn minst het voorzorgsprincipe moeten hanteren.”
• In The Independent is d.d. 21 september 2008 uitgebreid aandacht besteed aan een zeer alarmerend rapport van de Zweedse professor Hardell, oncoloog aan de universiteit van Örebro (Zweden). Uit diens onderzoek blijkt van een vijf keer grotere kans op hersentumoren indien men een mobiele telefoon gebruikt.
• In de eerder genoemde Resolutie van 2 april 2009 (2008/2211 (INI)) heeft het Europees Parlement met een overweldigende meerderheid van 522 stemmen voor en slechts 22 tegen besloten de blootstellingslimieten fors te gaan verlagen. Het voorzorgsbeginsel wordt in de Resolutie met name genoemd. Over het risico-averse gedrag van de verzekeraars, die de gezondheidsrisico’s niet ten behoeve van de providers willen verzekeren, geeft het Europees Parlement aan dat “ de Europese verzekeraars hun interpretatie van het voorzorgsbeginsel reeds in de praktijk brengen.”
Verder geeft het Europees Parlement in overweging het Zweedse voorbeeld te volgen en mensen die lijden aan elektrohypersensibiliteit te erkennen als mensen met een handicap, zodat zij een passende bescherming en gelijke kansen krijgen. Wij willen op deze plaats nog aangeven dat in Zweden 5% van de bevolking als elektrohypersensibel is erkend.
Veelal hebben deze mensen een dermate overbelasting aan allerlei vormen van elektromagnetische straling moeten verduren dat zij op een bepaald moment geen enkele vorm van stroom meer kunnen dulden. Voor hen zijn in Zweden ook passende leefomgevingen ingericht.
• Uit onderzoeksrapporten van de onafhankelijke Zweedse onderzoeker Orjan Hallberg (bijlage 9), voorheen als manager milieuzaken bij telecomreus Ericsson werkzaam, blijkt van epidemiologische en statistische verbanden tussen de toename van de stralingsbelasting en bijvoorbeeld het voorschrijven van slaapmiddelen en melatonine aan kinderen en jonge mensen, de toename van sterftegevallen als gevolg van dementie (wordt gekoppeld aan het als gevolg van elektromagnetische straling geopend worden van de bloedbreinbarrière), de toename van huidkanker (in de gevaarlijke vorm: “melanoom”), de toename van hersentumoren, de toename van kinderen geboren met een hartafwijking, de toename van autisme onder kinderen, de toename van slokdarmkanker, en de toename van depressieve klachten en zelfmoorden onder jonge vrouwen. Onderzoeken van professor Olle Johansson van het Zweedse Karolinska Instituut in Stockholm bevestigen de uitkomsten van Hallberg.
• Een nieuw onderzoek van Dr. Horst Eger uit het Duitse Naila (bijlage 10), die opzien baarde met een studie in 2004 waaruit bleek dat mensen die op minder dan 400 meter van een GSM-zendmast woonden een driemaal grotere kans op kanker hadden dan zij die verder af wonen, heeft eveneens bevestigd dat hoe dichter iemand bij een zendmast woont des te groter het aantal biologische klachten als slaapstoornissen, depressies, infecties, huidveranderingen, hartritmestoornissen en gewrichtsproblemen.
De arts concludeert dat het bewijs voor de causale samenhang tussen elektromagnetische straling en gezondheidsproblemen ondertussen allang geleverd is.
• In een Israelisch onderzoek uitgevoerd door Ronni Wolf M.D. en Danny Wolf M.D. (medical doctor), gepubliceerd in de International Journal of Cancer Prevention, VOLUME 1, NUMBER 2, APRIL 2004 wordt net als het Naila onderzoek (zie hierboven) geconcludeerd dat mensen die nabij een GSM zendmast wonen een sterk verhoogde kans op het krijgen van kanker hebben. Bij het Naila onderzoek kwam men tot een ruim 3-voudig risico, bij dit onderzoek zelfs tot een 4-voudig risico.
• De door Dr. Horst Eger (zie hierboven) geconstateerde toename van gezondheidsklachten naarmate men dichter op een telecommunicatiemast woont, wordt bevestigd in een studie, gepubliceerd in: Pathol Biol (Paris). 2002 Jul;50(6):369-73.
De studie is verricht door Santini R, Santini P, Danze JM, Le Ruz P, en Seigne M.
Het betrof een studie waarbij gebruik gemaakt is van een questionnaire bij 530 mensen (270 mannen, 260 vrouwen) die al dan niet in de nabijheid van GSM zendmasten wonen.
Vergeleken met mensen die verder dan 300 meter van een zendmast wonen, is er een significante (p<0.05) toename geconstateerd van vermoeidheid bij die mensen woonachtig binnen een afstand van 300 meter tot de zendmast.
Bij een afstand tot 200 meter wordt een significante toename van hoofdpijn, verstoorde nachtrust, verminderd welzijn/comfort geconstateerd. Bij een afstand tot 100 meter wordt een significante toename van o.a geïrriteerdheid, depressie, geheugenverlies, duizeligheid, en vermindering van het libido geconstateerd. Vrouwen klagen significant vaker over hoofdpijn, misselijkheid, geen trek in voedsel, slaapstoornissen, depressie, een oncomfortabel gevoel en gezichtsproblemen.
• In een Oostenrijks onderzoek uit 2002 van Hutter, Moshammer, en Kundi, getiteld “Mobile Phone Base-Stations: Effects on Health and Wellbeing”, gepubliceerd in Tagungsbeitrag Rhodos 2002 is gekeken naar hart- en vaatklachten van mensen die dichtbij een zendmast wonen en van mensen die verder weg van een zendmast wonen.
Er is daarbij rekening gehouden met de mogelijke bezorgdheid van mensen over zendmasten. Bij zowel de groep mensen die niet bezorgd is over zendmasten als de groep mensen die dat wel is, blijkt er een significante toename van hartklachten te zijn bij hogere blootstellingsniveaus.
Bij een blootstelling van onder de 50 uW/m2 komen hart- en vaatklachten het minst voor en bij blootstellingsniveaus van boven de 100 uW/m2 het meest.
Bij zowel de groep mensen die niet bezorgd is over zendmasten als de groep die wel bezorgd is, stijgt de kans op hart- en vaatklachten met ongeveer 50% wanneer de veldsterkte hoger is dan 100 uW/m2 in vergelijking met een blootstellingsniveau lager dan 50uW/m2.
Dit resultaat toont aan dat de klachten niet tussen de oren zitten, want zowel de mensen die ''bang'' zijn voor zendmasten als de mensen die dat niet zijn, krijgen vaker hartklachten wanneer ze in de buurt van een zendmast wonen.
Er werd tevens een statistisch significante inverse relatie gevonden tussen blootstelling aan hoogfrequente elektromagnetische straling en perceptiesnelheid. Oftewel: Des te lager de blootstelling aan elektromagnetische straling, des te beter was de perceptiesnelheid.
(Ter illustratie: De blootstellingslimieten in Nederland liggen, als reeds eerder aangehaald, op een veel hoger niveau, namelijk 10.000.000 uW/m2 tot zelfs 20.000.000 uW/m2 (blootstellingslimiet van de Gezondheidsraad)).
• T-Mobile wordt ervan beschuldigd dat men geprobeerd heeft een onderzoeksrapport naar de eventuele schadelijke gevolgen van de elektromagnetische straling van mobieltjes waarvan de conclusie bepaald niet gunstig uitgevallen was voor de telecomreus in de doofpot te stoppen. Zie ook de flyer. Het betreffende onderzoek, waar T-Mobile ironisch genoeg grotendeels zelf voor betaalde, concludeerde onder andere dat de limiet voor de hoeveelheid elektromagnetische straling waaraan een mens blootgesteld mag worden met een factor 1000 verkleind zou moeten worden.
Daarnaast werd er een duidelijke link gelegd tussen straling van mobiele telefoons en het ontstaan van tumoren. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Ecolog Institute. Eén van de schrijvers, Dr. Peter Neitzke, beschuldigt T-Mobile nu van het negeren en doodzwijgen van het rapport. Het onderzoek is in 2000 voor het eerst uitgevoerd en drie jaar later geactualiseerd. Tot op de dag van vandaag heeft T-Mobile echter nog niet gehandeld naar de resultaten en aanbevelingen die gedaan zijn.
Behalve in Duitsland is het onderzoek ook verder nergens door T-Mobile gepubliceerd wat volgens de onderzoekers en Britse pers duidt op een doofpot-affaire. Inmiddels is een versie van het rapport wel 'gelekt' naar het Britse HESE (Human Ecological Social Economic) project. Daar concludeerde men bovendien dat het gedrag van T-Mobile normaal is binnen de telecomindustrie.
Doel is de 'negatieve' onderzoeken zolang mogelijk stil te zwijgen om te voorkomen dat de gezondheidsrisico's op agenda's van OPTA's, Ministeries en andere regelgevers komen te staan. Voor de Duitse versie verwijzen naar de bijgaande link:
www.emf-risiko.de/projekte/pro_emf/pdf/ecolog.pdf
• Ondertussen zijn er de volgende medische appèls verschenen die oproepen tot grote voorzichtigheid met elektromagnetische straling:
Oostenrijkse artsen: Verbied mobiele telefoons voor kinderen, aug. 2005 Coburger Mobilfunkappell (Duitsland), november 2005 Oberammergauer Appel (Duitsland), november 2005 61% Zwitserse huisartsen: Straling beinvloedt gezondheid, september 2005 Freienbacher Appel (Zwitserland), september 2005 Oostenrijkse Arztekammer: Mobiele telefoons verbieden, augustus 2005 Hofer Appel (Duitsland), juni 2005 Helsinki Appeal (Finland), januari 2005 Bamberger Appel (Duitsland), juli 2004 Freiburger Appel (Duitsland), oktober 2002
• Dat mensen die nabij een zendmast wonen (en dus continu “24/7” blootgesteld worden) vaker ziek zijn. wordt bevestigd in een onderzoek van Hutter HP, Moshammer H, Wallner P, en Kundi M, gepubliceerd in Occup Environ Med 2006; 63 (5): 307 – 313.
Korte samenvatting
In Oostenrijk zijn 336 mensen (willekeurig gekozen onder de bevolking) ondervraagd over gezondheidsklachten. Tevens is de stralingsblootstelling in de slaapkamers van de proefpersonen gemeten. De resultaten zijn daarnaast ook nog gecorrigeerd voor factoren zoals angst voor antennes, leeftijd, geslacht, etc. Ruim 2/3e van de onderzochte mensen gaf overigens aan helemaal geen problemen te hebben met de zendmast en/of bang te zijn voor effecten van straling.
De mensen zijn in drie groepen verdeeld, afhankelijk van de werkelijk gemeten stralingsblootstelling in de slaapkamer:
Groep 1: <100 uW/m2
Groep 2: 100-499 uW/m2
Groep 3: 500+ uW/m2
* De blootstellingslimiet in Nederland ligt voor dit soort straling (900 MHz GSM) op 4.500.000 uW/m2, duizenden malen hoger dan de blootstellingen in de slaapkamers van de proefpersonen.
De resultaten bevestigen de eerdere onderzoeken. Het mooie van dit onderzoek is dat ook daadwerkelijk de echte stralingsblootstelling in kaart is gebracht in plaats van schattingen op basis van de afstand tot de zendmast.
Enkele resultaten:
Bij mensen die een stralingsblootstelling van onder de 100 uW/m2 hebben in de slaapkamer heeft 61% wel eens last van hoofdpijn. Bij mensen die blootgesteld worden aan meer dan 500 uW/m2 heeft 79% dat.
Statistische significantie p<0,017 (kans dat effecten op toevalligheden berusten is kleiner dan 1,7%)
Trillingen (tremors) in het lichaam: 12% (<100 uW/m2) versus 26% (>500 uW/m2).
Statistische significantie: p<0,062
Koude handen en/of voeten: 40% versus 62%
Statistische significantie: p<0,019
Concentratieproblemen: 60% versus 76%
Statistische significantie: p<0,035
Hartkloppingen: 26% van de mensen die aan minder dan 100 uW/m2 blootgesteld worden versus 38% bij de groep mensen met >500 uW/m2. Statistisch niet significant
Vermoeidheid: 64% versus 88%
Statistisch niet significant
Daarnaast is gekeken naar mogelijke slaapproblemen. Daar valt vooral op dat mensen die bang zijn voor de effecten van zendmasten slecht slapen. Dat kan veroorzaakt worden door het nocebo effect (ze zijn bang en daardoor slapen ze slecht) of het kan komen doordat deze groep mensen al negatieve ervaringen heeft met de effecten van straling en dus echt slaapproblemen heeft als gevolg van de straling. Eén relatie tussen de stralingsblootstelling en de slaapkwaliteit is overigens wel gevonden:
Slaap efficiëtie: 0,54 (<100uW/m2), 0,70 (<500uW/m2), 0,74 (>500uW/m2)
Overdag moeilijk functioneren: 0.66 (<100uW/m2), 0.54 (<500uW/m2), 0.82 (>500uW/m2).
De totaalscore geeft ook een tendens weer, maar de significantie is te laag. 4.74 versus 4.78 versus 5.87 (<100,<500,>500 uW/m2 resp.).
Bij een waarde boven de 5 wordt iemand geclassificeerd als ''poor sleeper'' volgens de Pittsburgh Sleep Quality Index.
Een nadeel van het onderzoek is dat er geen echte controlegroep of nulgroep is die blootgesteld wordt aan 0 uW/m2 straling, zoals de gemiddelde Nederlander 2 decennia geleden. Bijna nergens, behalve in bossen en afgelegen gebieden zijn nog waarden van rond de 0 uW/m2 te meten. Het verschil tussen het welzijn van mensen met een echte nulblootstelling en het welzijn van mensen met hogere blootstellingen zou dus veel groter kunnen zijn dan het hier getoonde verschil tussen het welzijn van de groep mensen met lage blootstelling (<100uW/m2) en het welzijn van de groep met een hoge blootstelling (>500 uW/m2). Voor veel gevoelige mensen is 10 uW/m2 al funest voor het welzijn. In het onderzoek is de maximale blootstelling 100 uW/m2 voor de groep mensen met de laagste blootstelling.
Bij veel van de symptomen is duidelijk te zien dat de klachten toenemen naarmate de blootstelling hoger is. Dit komt overeen met eerder gedaan onderzoek.
Tevens is gekeken naar de ''cognitive performance''. Ook daar zijn relaties gevonden tussen de stralingsblootstelling enerzijds en de cognitieve prestaties anderzijds.
De conclusie van het onderzoek is dat zelfs bij zeer lage blootstellingswaarden (ruim minder dan 1 promille van de in Nederland geldende blootstellingslimieten) effecten op het welzijn niet uit te sluiten zijn. Hoe en waarom de straling mensen beïnvloedt blijft echter nog steeds onduidelijk. Ook effecten op o.a. reactietijd zijn duidelijk meetbaar.
• In het EMF Handbuch (zie www.ecolog-institut.de/index.php?id=6) van het eerder al genoemde Ecolog Institute blijkt van aanwijzingen dat de blootstelling aan de elektromagnetische straling van zendmasten leidt tot een verhoogde celproliferatie. Dat kan op zijn beurt de eerder geconstateerde toename van kankergevallen nabij zendmasten verklaren. Verder blijkt uit het onderzoek van sterke aanwijzingen dat de straling het centrale zenuwgestel verstoort. Dat kan op zijn beurt weer de toename van neurodegeneratieve ziekten nabij zendmasten verklaren. Tevens zijn er sterke aanwijzingen van een cellulaire stressreactie in de nabijheid van zendmasten.
• Het betreft weliswaar geen wetenschappelijk onderzoek, maar gelet op de plaats waar de thans in geschil zijnde telecommunicatiemast zou gaan verrijzen, nabij een scholencomplex, willen wij dit onderdeel besluiten met een artikel in the Desert Sun van 26 mei jongstleden. Het artikel handelt over een cluster van onverklaarbare kankergevallen op een scholencomplex in Californië, waarnaast een zendmast is opgericht.
Dit soort berichten (wij willen ter zake ook wijzen op hetgeen wij in de flyer hebben opgemerkt over een cluster van kankergevallen bij de Troelstraschool in Amsterdam) zouden toch het besef ook bij gemeentelijke overheden moeten laten doordringen dat het alloceren van een telecommunicatiemast nabij woningen en zeker bij een school volstrekt uit den boze is!
6. Rechterlijke uitspraken in ons omringende buurlanden
Overigens hebben rechtbanken in Duitsland, België en Frankrijk ondertussen op
basis van het meergenoemde voorzorgsbeginsel dat hen als rechters in een EU-
land evengoed bindt, in hen voorgelegde gevallen besloten tot het verbieden van
het plaatsen van telecommunicatiemasten of het verwijderen ervan, in situaties
waarin deze op een te geringe afstand van woningbouw gesitueerd zouden worden
c.q. waren.
• Zo is er bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank van Nanterre van 18
september 2008 waarin geoordeeld werd dat vanwege een “potentieel risico voor de gezondheid” een reeds geïnstalleerde mast verwijderd diende te worden. (bijlage 11, en 11a)
• Een Rechtbank in Créteil (Parijs) heeft de plaatsing van een mast verboden “au nom du principe de précaution”. (bijlage 12)
• Op 19 mei 2009 heeft de Rechtbank in Eerste Aanleg van Gent een vergunning tot het plaatsen van een GSM-mast, in de nabijheid van een lagere school en de lokalen van de scouting (in het thans aan uw Rechtbank voorliggende geval is eveneens sprake van een in de onmiddellijke nabijheid gelegen scoutinggebouw) vernietigd.
De Rechtbank van Gent oordeelt dat “zolang niet wetenschappelijk is bewezen dat de straling van zendmasten ongevaarlijk is, aanvaard moet worden dat ze waarschijnlijk gevaarlijk is.” (bijlage 13)
De elektromagnetische straling afkomstig van de antennes aan
telecommunicatiemasten is universeel en wijzigt niet van samenstelling als de
grens wordt overgestoken. Deze straling wordt in de ons omringende landen door
enkele rechters aangemerkt als dermate risicovol dat het Europeesrechtelijke
voorzorgsbeginsel hen noopt in te grijpen.
De providers zullen eerst onomstotelijk dienen te bewijzen dat dergelijke straling
niet gevaarlijk is vooraleer dergelijke masten in de zeer dichte nabijheid van
woningen e.d. geduld kunnen worden. Dat deze opgave voor de providers lastig is
moge reeds blijken uit het feit dat ze niet in staat zijn een verzekeraar te vinden
die de risico’s van aansprakelijkstellingen op basis van zich manifesterende
gezondheidsklachten gerelateerd aan de straling wil verzekeren. De verzekeraars
tellen hun knopen en achten dat risico te groot om te lopen.
7. Lopende EVRM-procedure
Wij willen uw Rechtbank, wellicht ten overvloede, wijzen op een procedure voor
het EHRM te Straatsburg (bijlage 14), waarin bewoners van de wijk Houtwijk te
Den Haag zich beroepen op de verdragsschending die voortvloeit uit de door de
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verworpen bezwaren tegen
de plaatsing van een telecommunicatiemast in hun onmiddellijke omgeving. De
bewoners beroepen zich daarbij op schending van artikel 8 EVRM (zie hiervoor
onder punt 3).
Het inleidend rekest is ingediend op 30 juni 2009 door Rechtspraktijk BAWA te
Haaksbergen.
Wij verzoeken u om, indien u van oordeel zou zijn dat het beroep ongegrond
verklaart dient te worden, uw uitspraak aan te houden totdat het EHRM in de in de
voorgaande alinea omschreven procedure recht heeft gesproken.
8. Alternatieven
Natuurlijk beseffen wij dat de techniek van de mobiele datacommunicatie in een
behoefte voorziet, zij het dat die behoefte gecultiveerd wordt door vraag te creëren
en door de klanten niet op de hoogte te brengen van de gezondheidsrisico’s
verbonden aan die techniek.
Er zijn evenwel alternatieve oplossingen mogelijk waarbij de genoemde techniek
kan blijven functioneren zonder dat de stralingsbelasting onheuse vormen
aanneemt.
• Zo kan het zendvermogen van de masten drastisch worden verlaagd zonder dat dit merkbare effecten heeft voor het telefoonbereik. Mobiele telefoons werken al bij een stralingsdichtheid van 0,001 ?W/m2, terwijl de Gezondheidsraad een blootstellingslimiet hanteert van
20.000.000 ?W/m2.
• Of men belt mobiel, maar dan mede via bedrading. Door een groot landelijk bedraad netwerk aan te leggen, zodanig dat men nagenoeg overal een mobiele telefoon en/of laptop via een kort kabeltje aan kan sluiten, is men feitelijk toch mobiel. Wanneer iemand dan gebeld wordt gaat de mobiel over, maar dat gaat dan via hele zwakke zenders. Vergelijkbaar met het systeem waarmee buzzers werken. Vervolgens zoekt men een aansluiting en steekt men de kabel erin en kan men het gesprek aannemen.
Resultaat:
Toch redelijk mobiel, maar geen hoogfrequente elektromagnetische straling meer, waardoor de gezondheid op geen enkele wijze beïnvloed wordt.
Tot dat moment zouden telecommunicatiemasten niet geplaatst moeten worden of anders op een veilige afstand van woningen, scholen en dergelijke.
9. Slot
In afwachting van uw verdere reactie,
hoogachtend,
mr. A.J.A. Honcoop
Bijlagen: 14
De 14 bijlagen zijn in twee gedeelten toegevoegd.
Het eerste gedeelte onder PDF bestand
het tweede gedeelte, ook als PDF bestand, onder mediafragment
Bekijk het PDF bestand
Bekijk of beluister het mediafragment
Lees verder in de categorie Juridische Informatie | Terug naar homepage | Lees de introductie