Is een werkgever verplicht om je werkplek aan te passen aan EHS?
dinsdag, 25 oktober 2016 - Categorie: Juridische Informatie
Bron: www.emvion.nl/werkgever-verplicht-werkplek-aanpassen/
20 okt. 2016
“Eén ding is volgens Matthijs duidelijk: zijn hoofdpijn, vermoeidheid en vreemde lichamelijke klachten op kantoor worden veroorzaakt door elektromagnetische velden (EMV). Straling dus. Dit verschijnsel heet elektrohypersensitiviteit, ofwel EHS.
Dat was een hele zoektocht. Thuis heeft hij stralingsbronnen verwijderd en afgeschermd. Hij zegt dat het nu veel beter met hem gaat. Hij slaapt weer, de vermoeidheid is weg, de steken in zijn spieren zijn verdwenen. Hij is vol goede moed.
Maar ja, nu de situatie bij ons op kantoor. Wij hebben wifi, tablets, mobiele telefoons, tl- en ledverlichting, enzovoort. Dat wil Matthijs aangepast hebben rond zijn werkplek. Ik vind het als werkgever een vaag verhaal. Moet ik hier zomaar in mee gaan? Het stralingsniveau op kantoor is toch veel te laag om gezondheidsklachten van te krijgen? Misschien spelen hele andere factoren wel een rol…”
Kennisbericht
Op 1 juli is door het Kennisplatform ElektroMagnetische Velden een herzien Kennisbericht gepubliceerd: ‘Elektromagnetische velden op het werk’:
www.kennisplatform.nl/wp-content/uploads/2016/07/2016-001-herzien-Kennisbericht-EMV-op-het-werk.pdf .
Hierin wordt op de risico’s van blootstelling aan elektromagnetische velden in arbeidssituaties ingegaan. Elektrogevoeligheid wordt beschreven op bladzijde 7:
‘Sommige werknemers geven aan gevoeliger te zijn voor de effecten van elektromagnetische velden dan anderen en klachten te krijgen bij blootstelling beneden de grenswaarden. Er is geen wetenschappelijke verklaring voor de klachten. Mensen die aangeven elektrogevoelig te zijn, geven aan dat ze beter functioneren wanneer de blootstelling aan EMV wordt verminderd. … Een werkgever is hier overigens niet toe verplicht.’
Probleemstelling
Anouk Zwarenstein schreef in 2015 haar scriptie Voorkomen is beter dan genezen? Over de zorgplicht van de werkgever ten aanzien van elektrohypersensitiviteit in het kader van haar Master Arbeidsrecht vanuit de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Amsterdam. Zij vat de problematiek als volgt samen:
Hoe ver reikt de zorgplicht van de werkgever ex artikel 7:658 lid 1 Burgerlijk Wetboek jegens werknemers ten aanzien van de niet erkende beroepsziekte Elektrohypersensitiviteit (EHS)?
Deze hoofdvraag wordt onderverdeeld in de volgende deelvragen, waarop we nader ingaan.
1. Wat omvat de zorgplicht van de werkgever ex artikel 7:658 lid 1 Burgerlijk Wetboek?
2. Is er sprake van schade die voortvloeit uit de uitoefening van de werkzaamheden en waaruit bestaat deze schade?
3. Waaruit bestaat de zorgplicht van de werkgever als het een risico betreft waarvoor (nog) geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar is, maar waarvoor wel eerste indicaties (lijken te) bestaan?
4. Welke rol speelt de stand van de wetenschap bij de invulling van de zorgplicht van de werkgever?
Dit zijn de kernpunten uit Zwarensteins betoog:
1. Wat omvat de zorgplicht van de werkgever?
De werkgever is gehouden zorg te dragen voor de veiligheid van zijn werknemers. Van hem/haar mag worden verwacht dat hij datgene doet wat redelijkerwijs nodig is ter voorkoming van gezondheidsrisico’s.
In geval van onzekere risico’s valt niet uit te sluiten dat er geen gezondheidsrisico is. Zodoende kan de werkgever toch gehouden zijn bepaalde voorzorgsmaatregelen te treffen. Dat gezondheidsklachten kunnen ontstaan door lage doses straling wordt gezien als een onzeker risico.
2. Is er sprake van schade die voortvloeit uit de uitoefening van de werkzaamheden en waaruit bestaat deze schade?
Aannemelijk zal moeten worden gemaakt dat blootstelling aan het risico (stralingsbronnen) leidt tot gezondheidsschade. Dit vereiste causale verband is vaak lastig aan te tonen bij EHS. Daarom kan op het moment nog niet met zekerheid worden vastgesteld dat er sprake is van gezondheidsschade als gevolg van de blootstelling aan EMV onder de vastgestelde norm. Daarentegen kan het ook niet worden uitgesloten.
3. Waaruit bestaat de zorgplicht van de werkgever als het een risico betreft waarvoor (nog) geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar is, maar waarvoor wel eerste indicaties (lijken te) bestaan?
In principe is niet aangenomen dat de werkgever een voorzorgplicht heeft. Echter, publicaties van bijvoorbeeld de Gezondheidsraad over een onzeker risico kunnen ervoor zorgen dat de werkgever toch gehouden is bepaalde voorzorgsmaatregelen te treffen. De aard van deze maatregelen is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Wel wordt aangenomen dat de blootstelling aan onzekere risico’s uit voorzorg zoveel als mogelijk moet worden geminimaliseerd. Dit staat ook wel bekend als het ALARA-beginsel. Dit beginsel geldt ook ten aanzien van de blootstelling aan straling. De te treffen maatregelen moeten wel in redelijkheid van een werkgever worden gevergd.
De Gezondheidsraad geeft aan dat wat ‘in redelijkheid’ kan worden gevergd, wordt afgewogen tegen de kosten van de maatregelen en de baten van de risicovermindering. De te treffen maatregelen moeten proportioneel zijn ten aanzien van het gekozen beschermingsniveau.
Uit de literatuur blijkt dat er uit oogpunt van wetenschappelijke zekerheid weinig aanknopingspunten zijn om al te hoge eisen te stellen aan de werkgever. Maar ‘het bestaan van andere, al bekende risico’s die uit dezelfde bron van gevaar voortvloeien als het nieuwe risico’ (Van Boom 2001, p6) wijst juist wel weer in de richting van een (voor)zorgplicht van de werkgever. Want de risico’s van EMV met een hoge veldsterkte zijn onomstreden en ook voor het bestaan van een relatie tussen EMV en hersentumoren zijn voldoende indicaties om een classificatie ‘mogelijk kankerverwekkend’ te rechtvaardigen. Dit zijn twee signalen om aan te nemen dat een bron van gevaar (lage doses EMV) wel degelijk gezondheidsrisico’s met zich mee zou kunnen brengen. Ook de ernst van de risico’s rechtvaardigt maatregelen: een prevalentie van rond de 5% zou betekenen dat het een groep van ruim 300.000 werknemers betreft.
4. Welke rol speelt de stand van de wetenschap bij de invulling van de zorgplicht van de werkgever?
Als uit de stand van de wetenschap voortvloeit dat er redelijke vermoedens zijn van risico’s heeft de werkgever hiermee rekening te houden bij de vormgeving van zijn arbeidsomstandighedenbeleid. Dit is mede van belang voor de beantwoording van de vraag welke maatregelen getroffen moeten worden.
Conclusies
. In geval van EHS is er sprake van een onzeker risico. Er is nader onderzoek nodig om een eenduidige conclusie op de centrale vraag te kunnen stellen.
. Er zijn indicaties aanwezig die duiden op een mogelijke relatie tussen gezondheidsklachten en blootstelling aan EMV onder de vastgestelde norm. Aan de andere kant zijn er ook aanknopingspunten die erop wijzen dat er geen sprake is van een risico.
. In het geval van burn-out heeft het enkele jaren geduurd voordat de aandoening als zodanig is erkend. (Ongeveer dertig jaar nadat de aandoening in Amerika als zodanig werd aanvaard, werd het probleem ‘burn-out’ in Nederland aangepakt. Allereerst was sprake van een maatschappelijke erkenning middels het opstellen van een registratierichtlijn door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.
www.beroepsziekten.nl/helpdesk-veel-gestelde-vragen-faqs-onderwerp-melden-van-beroepsziekten/dit-een-erkende-beroepsziekte .
Daarna volgde in 2000 de wetenschappelijke erkenning. Vier jaar later werd ook in de rechtspraak aanvaard dat de burn-out als beroepsziekte onder de zorgplicht van de werkgever valt.) Een dergelijk tijdsverloop kan zich ook voordoen bij EHS.
. Volgens de publicaties van de Gezondheidsraad mogen er in sommige gevallen toch voorzorgsmaatregelen worden verwacht ondanks dat EHS een onzeker risico betreft.
. Gelet op het ALARA-principe dient de blootstelling aan EMV te worden geminimaliseerd. Dit kan worden gerealiseerd door het nemen van maatregelen aan de bron. Soms kunnen (aanvullende) beheersmaatregelen vereist zijn. Er kan hierbij gedacht worden aan registratie van blootgestelde werknemers of periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Dit zou ook in geval van EHS van belang kunnen zijn. Wel moet telkens worden afgewogen of dit in redelijkheid van een werkgever kan worden gevergd. De kosten van de maatregelen moeten proportioneel zijn ten aanzien van het gekozen beschermingsniveau.
. Werkgevers zijn in ieder geval op grond van hun actieve onderzoeksplicht gehouden tot het volgen van de wetenschappelijke ontwikkelingen betreffende EHS.
Wil je het hele betoog lezen? Klik hier om het volledige stuk gratis op te vragen:
www.emvion.nl/wp-content/uploads/2016/10/Scriptie-A.-Zwarenstein.pdf
ot zover de scriptie van Zwarenstein.
De zorgplicht bij EHS in de praktijk
In tegenstelling tot het buitenland is in Nederland is het begrip Elektrohypersensitiviteit (EHS) slechts matig bekend bij huisartsen, bedrijfsartsen en Arbodiensten. Men heeft vaak geen idee wat het inhoudt en wat je hiermee aan moet. Gelukkig zijn er inmiddels vele good practices ten aanzien van re-integratie van werknemers met EHS-klachten. Met de juiste begeleiding en vermindering van de blootstelling aan EMV blijkt de werknemer weer gezond aan het werk te kunnen.
Onze ervaring is dat werkgevers hun zorgplicht uiteindelijk goed oppakken en hun elektrogevoelige werknemers het voordeel van de twijfel gunnen. Vaak is het ook een financiële keuze: de kosten voor een stralingsmeting en aanpassingen wegen niet op tegen de kosten van een werknemer die blijvend uitvalt. Ook in het geval van een arbeidsconflict stelt het UWV dat werkgever gehouden is om ‘redelijke maatregelen te treffen’ als een werknemer met EHS-klachten daarom vraagt.
Meer weten?:
www.emvion.nl/contact/
Bronnen:
(1) website Kennisplatform Elektromagnetische Velden & Gezondheid, oa veelgestelde vragen over wetgeving.
www.kennisplatform.nl/onderwerpen/hoogspanningslijnen/veel-gestelde-vragen-wetgeving/
(2) website Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, oa Arboportaal – Elektromagnetische Velden
www.arboportaal.nl/onderwerpen/elektromagnetische-velden
(3) Gezondheidsraad, oa Advies Voorzorg met rede, 26-9-2008
www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/200818.pdf
(4) Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks (SCENIHR), Opinion on Potential health effects of exposure to electromagnetic fields (EMF), 2015
www.ec.europa.eu/health/scientific_committees/emerging/docs/scenihr_o_041.pdf
(5) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, WRR rapport nr. 82 “Onzekere veiligheid”, 1-10-2008
www.wrr.nl/publicaties/publicatie/article/onzekere-veiligheid-1/ .
(6) World Health Organization, publication Electromagnetic fields and public health, december 2005
www.who.int/peh-emf/publications/facts/fs296/en/ .
Lees verder in de categorie Juridische Informatie | Terug naar homepage | Lees de introductie