‘Mobiele storingen zijn nooit helemaal uit te sluiten’

donderdag, 19 juni 2014 - Categorie: Berichten Nederland

Bron: www.sconline.nl/interview/mobiele-storingen-zijn-nooit-helemaal-uit-te-sluiten .
19 juni 2014


Interview
Richard Sandee
19 juni 2014

Directeur-hoofdinspecteur Peter Spijkerman van Agentschap Telecom: ‘Ik hoop dat iedereen die het aangaat, gaat nadenken over zijn bereikbaarheid. Ook bedrijven en consumenten.’ Foto: Janneke Koorevaar

Loopbaan
Peter Spijkerman (1961) is sinds 1 april 2010 directeur-hoofdinspecteur van Agentschap Telecom. Daarvoor was hij directeur van het onderdeel Milieu en Leefomgeving bij SenterNovem en de voortzetting daarvan in AgentschapNL. Spijkerman heeft een juridische en bestuurswetenschappelijke achtergrond.

Mobiele communicatie is niet honderd procent betrouwbaar. Wettelijke normen kunnen dat ook niet afdwingen. ‘Storingen zijn net als brand nooit helemaal uit te sluiten,’ zegt directeur-hoofdinspecteur Peter Spijkerman van Agentschap Telecom.

We kunnen steeds meer met onze telefoons, tablets en andere mobiele apparaten. Helaas maakt dat ons ook afhankelijker, zoals regelmatig blijkt bij een wegvallende verbinding. De consternatie slaat dan al snel toe op de sociale media en bereikt, zeker bij grotere storingen, zelfs de Tweede Kamer.

Politici sprongen regelmatig in de bres. Nadat de Blackberry-dienstverlening in oktober 2011 vier dagen plat ging, drong een parlementaire meerderheid aan op een wettelijke compensatieregeling als er een kink in de kabel is. Minister Kamp van Economische Zaken staat op het punt de uitwerking daarvan in te dienen.

Eerder al bedacht Brussel, ook vaak actief als het gaat om telecomleed, de meldplicht voor storingen. Sinds vorig jaar bestaat hiervoor het Loket Meldplicht Telecomwet van de Autoriteit Consument en Markt en Agentschap Telecom.

Peter Spijkerman wil namens het agentschap geen uitspraken doen over mogelijke nieuwe beleidsmaatregelen. ‘Ik ben uitvoerder en toezichthouder, geen wetgever.’ Wel trad hij vorige week naar buiten met een duidelijke boodschap: honderd procent mobiele bereikbaarheid bestaat niet, houd daarmee rekening.

U roept op tot een maatschappelijke discussie over de grenzen aan mobiele bereikbaarheid. Waarom?
‘Ik zie dat enerzijds steeds meer mogelijk wordt op mobiel gebied. Zo hebben we net de uitrol van 4G snel mobiel internet, red. gehad. Parallel daaraan neemt de vraag naar mobiele diensten enorm toe. Maar iets doet het ook weleens niet. Ik vind dat in die gevallen te eendimensionaal naar ofwel de operators óf de politiek wordt gewezen. Alsof die kunnen zorgen voor volledige bereikbaarheid. Zo simpel is het niet.’

Waarom niet?
‘Een operator moet antennes plaatsen. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk, daar komen hoge investeringen bij kijken, en tegelijkertijd wil niemand zo’n ding in zijn achtertuin – dat kan om heel moverende redenen zijn. En al zou je technisch overal dekking hebben, dan nog zijn er factoren die voor storingen kunnen zorgen. Denk aan de gevoeligheid van de telefoon zelf, isolatie in nieuwbouwhuizen of lokale bebossing. Radiogolven hebben moeite met veel bladeren aan de bomen, maar bijvoorbeeld ook met hoge luchtvochtigheid.’

Hebt u aanwijzingen dat antennes slecht zijn voor de gezondheid?
‘Ik spreek mensen die echte klachten hebben. Die ziek zijn. Van de straling, zeggen ze. Als ze naar bijvoorbeeld een natuurgebied gaan waar geen bereik is, voelen ze zich beter. Ik neem dat serieus. Agentschap Telecom gaat dan ook altijd meten bij dat soort klachten. Daarbij is nog nooit gebleken dat de straling boven de toegestane normen ligt.’

Altijd weer die idioot hoge normen.

Gelooft u dat deze mensen ziek zijn door de straling?
‘Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat ze echt ziek zijn. Aan de andere kant ligt er wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat er géén verband is tussen ziekte en straling.’

en het gezeur over wetenschappelijk onderzoek, zie ons commentaar daarop in:
Artikelen/8336/wetenschappelijk_bewijs_v_h_bestaan_van_elektrogevoeligheid .

Gelden er nu wettelijke normen voor de dekking die een aanbieder moet halen?
‘In de vergunningvoorwaarden maken wij wel afspraken over het gebied dat men daarmee moet dekken. Maar de operators voldoen nu al ruim aan de verplichtingen in die vergunningen.’

En normen voor de ‘uptime’, dus de tijd dat de dienstverlening het doet?
‘Die hebben we niet, en ik zou dat op dit moment ook geen goed plan vinden. De handhaving daarvan lijkt me moeilijk om de redenen die ik zojuist noemde: er zijn te veel externe factoren van invloed. Ik kan niet van iedere telefoon controleren of het probleem daar niet misschien zit. Bovendien hebben we nog geen goed beeld van de “witte vlekken” op de kaart van Nederland, waar momenteel geen dekking is. Op verzoek van de Kamer gaan wij dat in kaart brengen. In de slipstream van die data zou je mogelijk weer de discussie kunnen aangaan.’

Is de wet nu eigenlijk nogal vrijblijvend als het gaat om continuïteit van de dienstverlening?
‘Zeker niet. Naast de meldplicht moeten operators een continuïteitsplan opstellen. Daarin dienen zij aannemelijk te maken dat alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om storingen te voorkomen. Als zich toch problemen voordoen, moeten maximale inspanningen worden geleverd om die zo spoedig mogelijk te verhelpen. Het meldloket bestaat nu anderhalf jaar. Het is moeilijk om daaruit al conclusies te trekken, maar we zien wel dat veel storingen samenhangen met onderhoud. Reden voor ons om te vragen: hebben jullie echt wel alle voorzorgsmaatregelen genomen om storingen tijdens onderhoudsituaties te voorkomen?’

Naast de sector spreekt u ook de maatschappij aan. Die moet rekening houden met storingen. Voorspelt u dat het erger wordt?
‘Dat heb ik zeker niet gezegd. In de korte periode dat we het nu bijhouden, zien we juist een kleine afname van het aantal storingen. We hopen dat dit zich doorzet.’

U noemt specifiek de zorg en de industrie als sectoren die zich bewust moeten zijn van de mogelijkheid van storingen. Waarom?
‘Eerder dit jaar hebben we samen met de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek gedaan naar de risico’s in deze sectoren. Naar aanleiding daarvan zeg ik: bedenk goed welke risico’s acceptabel zijn. Gebruik je monitoring van een patiënt op afstand om een langetermijnbeeld te krijgen of als alternatief voor directe medische bewaking in het ziekenhuis? Dat maakt nogal een verschil. Ook bij de aansturing van industriële processen heb je verschillen in de eisen die je daaraan wilt stellen. Hoe erg is het voor het bedrijf wanneer het niet werkt?’

Wat kun je doen als je geen storing mag hebben?
‘Naast de vergunningvrije banden die worden gebruikt voor huis-, tuin- en keukentoepassingen, zijn er ook banden waarvoor een vergunning vereist is. Die geven wij uit en wij monitoren hoe druk het in die banden is, waardoor de kans op een storing veel minder is. Als het gaat om kritische processen, verdienen deze frequenties wellicht de voorkeur.’

Wordt hier niet goed over nagedacht?
‘In de grote ziekenhuizen en bij grote industriële bedrijven wel. Maar een hele laag daaronder is hier niet echt mee bezig. Dus de kleinere ondernemingen en bijvoorbeeld de thuiszorg, waar patiënten ook communicatieapparatuur krijgen. Ik hoop dat iedereen die het aangaat, gaat nadenken over zijn bereikbaarheid. Ook bedrijven in andere sectoren en consumenten. Is het bijvoorbeeld wel een goed idee om de vaste lijn de deur uit te doen?’



Lees verder in de categorie Berichten Nederland | Terug naar homepage | Lees de introductie