Éminence Grise der Nederlandse wetenschap en vermaard kankeronderzoeker slaat de plank volledig mis.

zondag, 10 januari 2010 - Categorie: Berichten Nederland

Zie ook: Artikelen/4365

Piet Borst, Éminence Grise der Nederlandse wetenschap en veelgeprezen kankeronderzoeker slaat in zijn wekelijkse column in NRC-Handelsblad ditmaal de plank volledig mis. Zonder zich al te zeer verdiept te hebben in het onderzoek door specialisten op het gebied van biologische invloeden van elektromagnetische velden verlaat hij zich op uitspraken van ''vrinden uit de natuurwetenschappen'' en het jaarbericht van de commissie EMV van de gezondheidsraad, zonder zich te realiseren dat deze commissie voor het merendeel bestaat uit wederom natuurkundigen en ingenieurs die veelal ook nog hun brood verdiend hebben in de techniek der EM velden.
In Nederland wordt zodoende door natuurkundigen en ingenieurs die geen flauw benul hebben van individuele, leeftijdsafhankelijke biologische interacties uitgemaakt wat goed is voor het menselijk lichaam.
De rechterlijke macht verlaat zich al geheel op deze ter discussie staande Commissie EMV der Gezondheidsraad, Piet Borst sluit zich daar klakkeloos bij aan.

Speciaal voor Piet Borst in PDF bestand de voordracht van Prof. Adlkofer op 17 november 2009 gehouden op de EMF conferentie te Stavanger. pdf/adlkofer_stavanger-2009_de.pdf .
Beter dan de redactie van Stopumts kan Prof. Adlkofer de heer Borst voorlichten over de internationale onderzoeken die de resultaten van het REFLEXonderzoek (DNA beschadiging na bestraling met GSM/UMTS velden) wereldwijd hebben bevestigd, naast een duidelijke uitleg over het werkingsmechanisme.
Het maakt verwijzingen naar de studies van Adang www.smd.be/downloads/WB02_These_Dirk_Adang.pdf en van de grote Oostenrijkse verzekeringsmaatschappij UAVA, dus niet betaald door Nokia, eigenlijk overbodig www.diagnose-funk.ch/assets/2009-7-21_df_bp_auva-report.pdf .

Leest u onderstaand eerst de column van de heer Borst, opent u daarna het PDF bestand met de (Duitstalige ) voordracht van de heer Adlkofer en oordeelt u zelf:


Bron: NRC 9 januari 2010

Mobielvrees

Is het nu gevaarlijk of niet, dat mobieltje? Kan de straling die het uitzendt onze weefsels beschadigen? Kunnen tieners die de hele dag bellen daar hersentumoren van krijgen? Hebben mensen die overgevoelig menen te zijn voor gsm-straling een ingebeelde ziekte, of kun je echt beroerd worden van je mobieltje? Het antwoord op deze vragen is omstreden, maar mijn antwoord is simpel: ik denk dat alle mobielvrees ongegrond is, ondanks een binnenkort komend WHO-advies dat ons aanraadt om het mobiel gebel door kinderen in te perken. Let wel, ik bestrijd niet dat continu bellen slecht is voor rapportcijfers of verkeersveiligheid. Het gaat hier over de vraag of je er ziek van kan worden.

Hoe kom je er achter dat iets gevaarlijk is? Het begint altijd met een waarneming. Een dokter ziet kort na elkaar twee patiënten met een hersentumor. Allebei drukke baasjes, die met hun mobieltje aan het oor de spreekkamer binnenstapten. “Aha”, denkt de alerte dokter, “zou de straling van die mobieltjes niet in staat zijn om hersencellen te beschadigen, zodat daardoor kanker ontstaat?” De volgende stap is epidemiologisch onderzoek: hebben mensen met een mobielverslaving meer kans op hersentumoren dan mensen die mobieltjes minachten?

Epidemiologie is een machtig middel om de waarheid te achterhalen, maar wel een middel met beperkingen. Je kunt er mooi mee aantonen dat A gerelateerd is aan B, maar is meer A ook de oorzaak van meer B? Als de trekvogels trekken (A), gaat de haard aan (B), maar niet omdat trekvogels de haard doen trekken. A en B hebben in dit geval niets met elkaar te maken en worden beide veroorzaakt door C, de invallende herfst. Toen ik geneeskunde studeerde was de psychosomatiek in de mode. Dat waren lichamelijke ziekten die je kreeg van psychische problemen. Hoog op de lijst stonden de hartinfarcten, veroorzaakt door stress. Managers met een verkeerd karakter, type A genoemd, schoten te makkelijk in de stress en vielen dan dood neer. “Te hard gewerkt”, was de diagnose. Inmiddels weten we dat die drukke baasjes teveel rookten en aten, te weinig bewogen en te veel buikvet ophoopten, allemaal slechte gewoonten die je kans op hartinfarcten verhogen. Van een beetjes stress krijg je geen hartinfarct.

Bij epidemiologische studies, hoe goed ook uitgevoerd, kun je er lelijk inlopen. Als gestreste mensen meer hartinfarcten krijgen, is er dan een direct causaal verband? Komen die infarcten door de stress of leidt stress tot ander gedrag dat de kans of hartinfarcten vergroot? Epidemiologen kijken daarom altijd of een mogelijk causaal verband ook biologisch plausibel is en of dat verband experimenteel geverifieerd kan worden.

Zo weten we zeker dat overmatige blootstelling aan röntgenstralen kanker veroorzaakt. Die kennis kwam aanvankelijk uit epidemiologisch onderzoek, maar een causaal verband is ook plausibel: kanker ontstaat door DNA-beschadiging en röntgenstralen beschadigen DNA en veroorzaken bovendien kanker in proefdieren. Dat experimentele onderzoek bij proefdieren is een belangrijke toetssteen, omdat het goed gecontroleerd kan worden. Je kunt proefdieren die bestraald worden vergelijken met een controlegroep die exact hetzelfde wordt behandeld, maar waarbij het röntgenapparaat niet wordt aangezet. Bij mensen kun je zulk onderzoek vaak niet doen.

Hoe zit dat nu met ziekten door mobieltjes? De epidemiologie suggereert dat veel mobiel bellen je kans op tumoren in de buurt van je mobiele telefoon – hersenen, speekselklier – zou kunnen doen toenemen (Myung, Journal of Clinical Oncology , 20 november 2009). In sommige studies is dit gevonden en in andere niet, maar de positieve studies vindt de WHO zorgelijk genoeg om overmatig mobiel bellen door kinderen te ontraden. Beter te hard geblazen dan de mond gebrand. Ik ben het niet eens met dat WHO-advies. Zwakke, epidemiologisch aangetoonde verbanden zijn geen goede reden om de alarmklok te luiden, zeker niet als er geen plausibel biologisch mechanisme is voor een causaal verband tussen mobiel bellen en kanker en zo’n causaal verband ook niet wordt ondersteund door serieus experimenteel onderzoek.

Mobiele telefonie en gsm (global system for mobile communication) in het algemeen maken gebruik van straling en dat is een woord dat schrikreacties oproept. Straling is foute boel, Tsjernobyl, UV-banken, atoombommen, daar krijg je kanker van. Dat is echter een onredelijke generalisatie. Of straling schadelijk is, hangt van het soort straling af. We weten dat UV-licht, aanwezig in zonnestraling en zonnebanken, huidkanker veroorzaakt, maar niemand wordt panisch van het licht van een schemerlamp. Het verschil zit hem in de energie van de straling. Hoog-energetische straling, zoals röntgenstralen of UV-licht, kunnen het DNA in onze cellen beschadigen. Laag-energetische straling, zoals zichtbaar licht of de laag-frequente straling gebruikt in mobieltjes, is krachteloos en kan DNA niet raken. Laag-energetische straling kan hooguit enige opwarming bewerkstelligen, maar de temperatuurstijging door een mobieltje is miniem en valt binnen de normale fluctuaties van onze lichaamstemperatuur. Harde fysische wetten voorkomen daarom dat u schade oploopt door uw mobiel. Geen van mijn fysisch onderlegde vrienden gelooft dan ook dat mobieltjes kanker kunnen veroorzaken. De belangstelling van dokters voor dit onderwerp, zoals voor de werkzaamheid van de homeopathie, komt voor uit natuurkundig onbenul, zeggen die fysici.

Het serieuze experimentele onderzoek bij proefdieren heeft bijna alleen negatieve resultaten opgeleverd. Een obsessief bellende muis krijgt geen kanker. Ook de vage klachten van mensen met gsm-overgevoeligheid zijn experimenteel getoetst: je kunt een mobiel namelijk uitzetten zonder dat de proefpersoon dat weet. ‘Uit’ of ‘aan’, de klachten van mobiellijders bleven hetzelfde.

En die WHO dan met zijn advies om matig mobiel te bellen? Meestal ben ik geneigd om de adviezen van stevige organisaties te volgen. De Amerikaanse National Academy of Sciences (NAS) en zijn Britse pendant, de Royal Society (RS), verkopen geen onzin en als dat een enkele keer wel gebeurt worden ze meteen door hun achterban gecorrigeerd. Als de NAS en de RS zich zorgen maken over de opwarming van de aarde, dan denk ik niet aan een complot van milieufanaten. Dan zal het wel waar zijn, die opwarming. De WHO is echter een buitenbeentje. Het is een politiek orgaan, waarin ontwikkelingslanden een zware stem hebben. Dat leidt wel eens tot de verkondiging van onderontwikkelde opvattingen die niet sporen met de stand van de wetenschap. Lang heeft de WHO bijvoorbeeld de alternatieve medische behandelwijzen de hand boven het hoofd gehouden. Daar komt bij dat de WHO zijn advies alleen via persberichten heeft aangekondigd. Het onderzoek, waarop dit advies is gebaseerd, is nog niet gepubliceerd. Dat hoort natuurlijk niet. Dan ga ik liever af op de Commissie Elektromagnetische Velden van onze eigen Gezondheidsraad die in zijn jaarbericht 2008 concludeert dat er geen oorzakelijk verband is tussen gezondheidsproblemen en mobiel bellen.

Gsm-straling is een ingewikkeld en controversieel onderwerp. Wie niet overtuigd is door mijn summiere samenvatting en denkt dat ik stiekem door Nokia betaald word, kan een uitvoeriger, leesbaar en gedocumenteerd stuk van Dirk Koppenaal over dit onderwerp vinden in het laatste zomernummer van het tijdschrift Skepter (p. 10, 2009). Dit tijdschrift is trouwens ook bij andere onderwerpen een krachtig hulpmiddel voor iedereen die zich wil wapenen tegen de pseudowetenschap waarmee we ook in 2010 weer zullen worden overspoeld.

Voor de originele column van de heer Borst (en de reacties daarop) zie:
weblogs.nrc.nl/wetenschap-columns/2010/01/09/mobielvrees/ .


Voor de integrale voordracht van de heer Adlkofer zie het bijgevoegde PDF bestand.

Bekijk het PDF bestand


Lees verder in de categorie Berichten Nederland | Terug naar homepage | Lees de introductie