Bijen weer in het nieuws
donderdag, 04 september 2008 - Categorie: Berichten Nederland
Bron: Intermediair 4 sep. 2008
Zie vooral ook:
Artikelen/2719/ccd_%28colony_collapse_disease%29_en_emv_electromagnetische_velden
Bijenvolken verdwijnen spoorloos
Mysterieuze verdwijnziekte
Imkers zijn gewend bijenpopulaties kwijt te raken. Maar nu sterven extreem veel bijen. Oorzaak: onbekend.
· Umts-masten
· Varroamijt
· Efficiënte landbouw
· Ambachtelijk werk
Zondag 24 augustus. Imker Pim Lemmers (45) staat honing te slingeren in een schuurtje van kinderboerderij 't Molentje in Heemstede. De eerste oogst van die ochtend druppelt in een witte emmer. ‘Moet je eens proeven', zegt hij zijn vinger dopend in het ‘gele goud'. ‘Fantastisch toch?' Lemmers, informatiemedewerker bij TNT, heeft zo'n 32 bijenvolken onder zijn hoede. Hun kasten staan in een wijde kring om Heemstede heen zoals in Haarlem, Overveen en Bloemendaal. ‘Het gaat nu weer redelijk goed door donatie en aankoop van bijenvolken van imkers elders', zegt hij. ‘Maar dit voorjaar zat ik echt in zak en as. Ik was dertig van de 46 bijenvolken kwijt. Een deel was zomaar ineens verdwenen. Spoorloos. Vreselijk. Ik heb even overwogen ermee te stoppen.'
Imkers zijn gewend bijenvolken kwijt te raken. Gemiddeld sterft zo'n tien tot vijftien procent in de winter. Maar de laatste jaren verliezen imkers veel méér volkeren. Afgelopen jaar was dat 23 procent, met uitschieters zoals in Noord-Holland tot wel zeventig procent. Ook in andere landen Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Verenigde Staten melden imkers een veel grote bijensterfte dan normaal. Sommige imkers zien, net als Lemmers, in een keer een bijenvolk verdwijnen. De bijen vliegen uit en worden nooit meer teruggezien. Geen doden, geen levenden. Dit mysterieuze verschijnsel heeft een naam: de ‘verdwijnziekte'.
Umts-masten
De grote bijensterfte baart velen zorgen. Want niet alleen bloemen in de natuur zijn afhankelijk van deze bestuivers voor hun voortbestaan. Ook een deel van de agrarische sector. Zonder bijen geen fruit. Zonder bijen geen komkommers, courgettes of zaad voor veredelingsbedrijven. En zonder bijen geen honing meer op tafel.
Afgelopen voorjaar, toen de bijensterfte zich voor het derde achtereenvolgende jaar voordeed in Nederland, raakte ook Den Haag gealarmeerd. Na een brandbrief van een bezorgde burger over ‘massale bijensterfte' aan de Kamercommissie van Landbouw wijdde de Tweede Kamer er een hoorzitting aan. ‘Men weet nauwelijks hoe belangrijk bijen voor ons zijn', zegt imker Lemmers. ‘Mensen maken zich zorgen over het broeikaseffect, maar misschien is dit nog wel veel erger', zegt Lemmers. Hij heeft geen idee wat exact de oorzaak is. ‘Pesticiden? Ziektes? Misschien wel de umts-masten.'
Tjeerd Blacquière, bijenexpert van de Wageningen Universiteit, reageert tamelijk nuchter op de ‘massale' bijensterfte. ‘Ik vraag me af of er echt iets nieuws aan de hand is.' Op 25 september brengt hij een advies uit aan het ministerie van Landbouw. Zijn boodschap: geen reden voor paniek, wel reden tot zorg. Hij denkt niet dat de opkomst van gsm de bijen de das om doet. ‘Het feit dat in dunbevolkte gebieden in Amerika waar dus weinig umts-stations zijn - ook een grote bijensterfte plaatsvindt, lijkt me daarvoor een bewijs.' Ook genetisch gemodificeerde gewassen, een verklaring die in de Verenigde Staten populair is, spelen zijn inziens geen rol. ‘In Zwitserland staat geen enkel gemodificeerd gewas, toch melden imkers ook daar een grote bijensterfte.'
Varroamijt
De oorzaak zoekt hij eerder in een ongelukkig samenspel van factoren die de bijen al enige tijd bedreigen. Zoals de varroamijt, een beestje dat 25 jaar geleden per ongeluk uit Azië in het Westen is terechtgekomen. De mijt nestelt zich in de honingraatcellen en parasiteert op de bijenlarven en -poppen door ze aan te prikken en hun lichaamsvocht op te zuigen. De bijen, meestal werksters, die uit deze larven voortkomen zijn minder levensvatbaar of misvormd. Als er niets aan wordt gedaan, sterft zo'n volk binnen drie jaar. Onder meer omdat het aanprikken de mijt spuit een stofje in waardoor er steeds een wondje openblijft de kans op infecties met schimmels of virussen vergroot.
Nosema, een eencellige schimmel, is er zo een. Vooral een variant uit Azië, is sterk in opkomst en zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van de mysterieuze ‘verdwijnziekte', aldus Blacquière. Bijen die besmet zijn met nosema hebben onderontwikkelde sapklieren waardoor ze de jongeren niet meer kunnen voederen. Van armoede vliegen ze daarom vervroegd uit. De hele leeftijdshiërarchie jong, binnendienst en volwassen buitendienst - raakt daardoor uit balans (zie kader). Op een gegeven moment is het hele volk buiten en keert het vanwege de zwakke conditie niet meer terug. Blacquière: ‘Imkers denken dat een volk van de ene op de andere dag spoorloos raakt, maar ik vermoed dat het geleidelijker gaat. Het is eerder een proces van weken.'
Efficiënte landbouw
Ook de rationalisering van de landbouw speelt een belangrijke rol in de hoge bijensterfte, aldus Blacquière, ofwel het feit dat boeren steeds efficiënter omgaan met hun grond. Geen stukje blijft onbenut. Al het land wordt gebruikt voor begrazing of de productie van gewassen. Gevolg: weinig bloemrijke akkerranden of weilanden, ondanks alle pogingen die milieu- en natuurbeschermers daartoe doen, en ‘hongerige' bijen. Ze gaan met een slechte conditie en geringe voorraad de winter in, waardoor de kans op overleving klein is.
Daarnaast ziet de Wageningse bijenexpert voor Nederland nog een oorzaak en dat is de ‘verdwijnziekte' van de imkers in Nederland zelf. Net na de oorlog waren er nog 30 duizend imkers in Nederland, nu zijn er nog zo'n zevenduizend van wie de meesten hobbyist zijn. Het aantal professionele imkers is op een hand te tellen. ‘Er komen nauwelijks meer jonge mensen bij. Het is een hobby van oude mannetjes geworden', aldus Blacquière. Dat heeft volgens hem invloed op de kennis en het onder controle houden van ziektes. ‘Oude mensen zijn minder snel geneigd nieuwe methodes op te pakken om ziektes te bestrijden en zien ook niet altijd even goed wat er in hun volk gebeurt. Ziektes kunnen daardoor sneller om zich heen grijpen.'
Ambachtelijk werk
Eén oplossing is er niet. Op 25 september zal Blacquière bij het ministerie van Landbouw pleiten voor een bloemrijker inrichting van Nederland, meer geld en aandacht voor onderzoek naar het bestrijden van ziektes, betere educatie van imkers en maatregelen om ook jongere mensen weer geïnteresseerd te krijgen voor de imkerij of om hen te professionaliseren.
Volgens Pim Lemmers, met 45 jaar een van de jongere imkers in Nederland, is er op zich belangstelling genoeg voor de bijenhouderij. ‘Als ik in de regionale bladen aankondig honing te gaan slingeren, heb ik zo tweeduizend mensen op bezoek. De meeste mensen vinden het prachtig ambachtelijk werk. Nu moeten we er nog voor zorgen dat een paar van die bezoekers ook werkelijk imker wil worden. We proberen via scholen en allerlei andere jeugdactiviteiten de negatieve spiraal te doorbreken', zegt hij terwijl hij de slinger een draai geeft en de emmer verder volloopt met honing. ‘Ook eens proberen?'
Van de honing en de bij
In een kast leven in de hoogtijdagen veertig tot vijftigduizend bijen. Bij elkaar maken ze in een seizoen - april tot september - zo'n vijftig potjes (450 gram) honing. Voor een pot honing zijn zo'n zestigduizend vlieguren gemaakt waarin de bijen zo'n tachtigduizend kilometer afleggen. De Nederlandse honingproductie stelt niets voor ten opzichte van het buitenland. Een grote imker in de Verenigde Staten - die vrijwel altijd professioneel is - heeft net zoveel bijenvolken als alle imkers in Nederland bij elkaar. Daar worden de bijenvolken in grote vrachtwagens heen en weer gereden tussen grote landbouwpercelen. Tachtig procent van het áántal voedselgewassen is afhankelijk van insecten als bijen. Toch zullen we zonder hen wel overleven. Vijfenzeventig procent van ons voedselpakket bestaat uit gewassen die kunnen zonder bestuiving zoals rijst, aardappels, granen en vele groentes.
Noeste arbeid
Het leven van de bij is er een van noeste arbeid. Eenmaal uit het ei moeten de vrouwtjes - de werksters - aan de slag. Eerst cellen poetsen, dan de larven voeden - de binnendienst - en dan na drie weken nectar en stuifmeel verzamelen in het veld- de buitendienst. Rusten is er nauwelijks bij. In het voorjaar en de zomer leeft een werkster een paar weken. In de winter, wanneer alle bijen in de kast blijven, leven ze een half jaar. De mannelijke bijen, darren, hebben het veel makkelijker. Zij hoeven niets te doen en worden gevoed door de vrouwtjes. Enige doel in het leven: paren met de koningin. Na de daad gaan ze dood. Darren die aan het einde van het seizoen overblijven, worden door de werksters uit de kast geworpen of doodgestoken, de zogenoemde darrenslacht.
--------------------------------------------------------------------------------
Datum woensdag 3 september 2008
Auteur :| Astrid Smit
Opm. Stopumts:
Heeft Tjeerd Blacquière kennis genomen van het werk en de publicaties van Dr. U. Warnke, die zich al meer dan 30 jaar aan de Universiteit van Saarland bezig houdt met de invloed van EMV op het gedrag van bijen?
www.broschuerenreihe.de/033ea299ea07cbb07/033ea299ea07cc309/index.html .
Lees verder in de categorie Berichten Nederland | Terug naar homepage | Lees de introductie