''Ziek van straling gsm-masten'', Reformatorisch Dagblad
dinsdag, 14 december 2004 - Categorie: Berichten Nederland
Zie www.refdag.nl/website/artikel.php?id=1193500 .
De wanden en het plafond van het
slaapvertrek van Arjen Witzel zijn van
boven tot beneden beplakt met
aluminiumfolie. Het is zijn antwoord op
de straling afkomstig van het woud aan
gsm-masten en één umts-mast op het dak van
zijn flat. „Ik heb een enquête gehouden
onder de flatbewoners vanaf de zesde
verdieping. Zeker twaalf van hen zijn
ziek van de straling.”
.
Het is bijna het eerste dat opvalt bij het
naderen van de Heemskerkse flat Spaer
Weijt: de elf masten voor mobiele
telefonie op het dak. Witzel woont er pal
onder, op de negende etage. In 1999 kwam de
eerste antenne, maar dat werden er al snel
meer. „Je nodigt de buurvrouw uit
erwtensoep te komen eten en dan komt de
hele straat”, vergelijkt Witzel. Hij
zegt sinds 2000 toenemende klachten te
hebben: hoofdpijn, misselijkheid,
slapeloosheid en spierpijn. Deze
problemen deelt hij met ten minste twaalf
andere flatbewoners.
.
Aanvankelijk brengt hij de klachten niet
in verband met de masten. „Toen de
woningbouwvereniging voor de plaatsing
van de eerste mast de bewoners via een
enquête vroeg of ze ermee akkoord gingen,
dacht ik: wat een onzin. Zo’n gsm-mast
zendt hooguit 2 watt uit, wat kun je daar nu
voor last van hebben? Ik heb er niet op
gereageerd.”
.
Witzel, elektromonteur en vroeger
zendamateur, zoekt aanvankelijk de
oorzaak van zijn gezondheidsproblemen
dan ook in een andere hoek. Hij schrijft
zijn klachten toe aan het vermoeiende
leven dat hij achter de rug heeft. „Ik
dacht: blijkbaar houdt het leven bij 45
jaar gewoon op en gaat het daarna alleen
nog maar achteruit. Anderen zeiden
echter tegen me: „Ben je gek, dan begin je
pas!””
.
Een fysiotherapeut brengt de problemen
in verband met zijn frequente
computergebruik. Dat blijkt onterecht.
De behandeling blijft zonder resultaat.
Vanwege de slapeloosheid stapt Witzel
over op cafeïnevrije koffie, maar ook dat
biedt geen soelaas.
.
Een gesprekje in de lift met de buurman, nu
zo’n vijf maanden geleden, brengt Witzel
op andere gedachten. „De buurman had
nagenoeg dezelfde klachten als ik en ging
voor onderzoek naar het ziekenhuis. Hij
zei: „Zou het niet aan de antennes
liggen?”
.
Witzel gaat vervolgens op internet op
zoek naar de trefwoorden hoofdpijn,
misselijkheid en koorts, en komt op sites
die deze klachten in verband brengen met
gsm- en umts-masten.
Jutland
„Opmerkelijk vond ik altijd al dat ik
totaal geen last had van mijn klachten als
ik ’s zomers bij mijn ouders in Denemarken
was. Die wonen in Jutland en daar staat in
de hele omtrek geen enkele gsm-mast. Na
twee, drie dagen krijg ik daar weer volop
energie. Alle klachten verdwijnen.”
.
Witzel mat een veldsterkte van 2 volt per
meter in zijn flat. Dat wordt pas minder
bij de vijfde verdieping. „Ze zeggen dat
de straling niet door het betonnen dak
heengaat. Onzin, die
elektromagnetische golven passeren de
mazen van het betonijzer moeiteloos.”
.
Om zich te weren tegen de straling
beplakte Witzel zijn bedstee, die hij al
eerder had gebouwd tegen het kabaal van
langsdenderende treinen, rondom af met
aluminiumfolie. „Met resultaat”, zegt
hij, „want sinds anderhalve week voel ik
me een stuk fitter. De hoofdpijn is weg en
voor het eerst in jaren droom ik weer.”
.
Buurman Frans Wildschut (61) komt er ook
bij zitten. Hij woont evenals Witzel al
ruim twintig jaar in de flat. Zijn verhaal
lijkt sterk op dat van Arjen. Hij ging met
maagklachten naar de internist en de
radioloog, maar beide specialisten
konden niets vinden. Ook bij Wildschut
begon het met slaapproblemen en ook hij
had last van misselijkheid met behoud van
eetlust. „Ik had iedere keer wel weer
iets. Maar je zoekt het bij je eigen hè,
niet bij de masten. Er staat bij mij een
zender recht boven m’n slaapkamer.”
.
Contacten met woningbouwvereniging
Woon op Maat leverden tot nu toe weinig op.
Het verband tussen de masten en de
klachten is volgens de vereniging nog
niet wetenschappelijke aangetoond.
Binnenkort komt de huismeester echter
kijken. De eis van de bewoners is helder.
„Ze moeten opzouten met die dingen”, zegt
een derde bewoner, Hans-Jürgen Hoyer
(65) van zeven hoog.
.
Witzel heeft intussen een advocaat in de
arm genomen om schadeloosstelling te
krijgen. Hij wil graag verhuizen, maar
dat kan volgens hem nog jaren duren. „De
wachtlijsten zijn lang.”
.
Verzet
Het maatschappelijk verzet tegen de
plaatsing van gsm- en umts-zendmasten
zwelt aan. In diverse Nederlandse
plaatsen zijn bewonercomité’s actief om
plaatsing van masten te blokkeren. Ook de
media springen steeds meer op het
onderwerp. De uitkomsten van een
TNO-studie naar de effecten van
umts-straling op proefpersonen vormt in
2003 een belangrijke aanzet. Tegen de
verwachting melden de deelnemers die
kortdurend blootstaan aan straling met
een veldsterkte van 1 volt/meter -de
sterkte waar een groot deel van de
bevolking straks mee te maken krijgt-
hoofdpijn, verminderde concentratie en
duizeligheid. Eén deelnemer moet het
experiment staken omdat hij spierkramp
krijgt in zijn borst. In Zwitserland is
inmiddels onderzoek gestart om te kijken
of de Nederlandse resultaten
herhaalbaar zijn. Ook in Denemarken
staat zo’n onderzoek op stapel.
.
In Duitsland is het verzet tegen
zendmasten sterker dan in Nederland. Een
opmerkelijk onderzoek in het Beierse
plaatsje Naila vormt een aanjager voor
vele ”Bürgerinitiatieve”.
.
In 1993 wordt de eerste zendmast in Naila
geplaatst, in 1997 volgt een tweede in de
directe omgeving. De huisartsen in het
plaatsje kijken vanaf eind 1993 naar het
voorkomen van kanker onder bewoners van
het stadje die in een straal van
respectievelijk 400 meter en 1000 meter
rond de masten wonen. Qua sociale
samenstelling en gemiddelde leeftijd
zijn beide groepen gelijk.
.
Na vijf jaar zijn er geen verschillen.
Tien jaar later echter, in 2004, is het
risico op kanker bij mensen in het
’binnengebied’ ruim drie keer groter dan
daarbuiten. Binnen een straal van 400
meter krijgen in de tweede periode van
vijf jaar 13 van de 320 mensen kanker, in
het gebied tot 1000 meter 8 van de 647. Het
gaat om bekende tumoren zoals borst-,
prostaat-, darm- en longkanker, maar ook
om minder veelvoorkomende kwaadaardige
gezwellen zoals alvleesklierkanker en
nierkanker.
.
De tweede opmerkelijke uitkomst is dat er
niet alleen meer kanker voorkomt in het
binnengebied, maar dat de tumoren daar
gemiddeld 8,5 jaar eerder ontstaan dan
bij de mensen in het ’buitengebied’.
.
Er zijn metingen gedaan van de
veldsterkte. Huisarts dr. Horst Eger:
„De straling is gemeten door het Beierse
ministerie voor milieubescherming. In
het gebied tot 100 meter rond de masten
vond het instituut veldsterktes tot 2
volt/meter, in een zone tot 400 meter 0,3
volt/meter en in een zone tot 800 meter
0,06 volt/meter.”
.
In de huizen van de bewoners is volgens
Eger niet gemeten, maar dit is volgens hem
ook minder relevant. „Het gaat om een
groepsblootstelling. Dat is wat telt.”
De stralingsintensiteit, uitgedrukt in
microwatts per vierkante meter, ligt
volgens Eger in het binnengebied
ongeveer honderd keer hoger dan in het
buitengebied.
.
De aanwezigheid van een radiozendmast in
de buurt is volgens de Duitse huisarts
niet van belang omdat beide groepen in
gelijke mate te maken hebben met de
mogelijke invloed van straling van deze
mast.
.
Dr. Eric van Rongen, secretaris van de
commissie elektromagnetische velden
van de Gezondheidsraad, is het radicaal
oneens met de visie van Eger dat vooral de
groepsblootstelling van belang is. „Het
gaat juist om de individuele
blootstelling. En daarover valt op grond
van algemene metingen op slechts één of
meer plaatsen niets te zeggen. De
wetenschappelijke kwaliteit van deze
studie is laag.”
.
Volgens prof. dr. ir. Peter Zwamborn die
vorig jaar het TNO-onderzoek naar
umts-straling leidde, is het
Naila-onderzoek een verkennende
studie. „De uitkomsten hebben een
bepaalde signaalwaarde, maar je kunt er
geen beleidsmatige consequenties aan
verbinden.”
.
Het onderzoek uit het 8500 inwoners
tellende stadje Naila is wereldwijd het
eerste onderzoek naar de
gezondheidseffecten van blootstelling
aan straling van gsm-masten dat op deze
manier is uitgevoerd. Het onderzoek is
door de vijf plaatselijke huisartsen
zonder financiële steun van buitenaf in
hun vrije tijd uitgevoerd.
.
Volgens Eger vormen de resultaten van de
Naila-studie -in combinatie met andere
onderzoeksuitkomsten- een concrete
aanwijzing voor een mogelijk
oorzakelijk verband tussen de straling
van gsm-masten en kanker. „In ieder geval
kun je dit verband niet meer uitsluiten.
Daarom gaan we door met ons onderzoek. De
komende jaren zullen we nieuwe
resultaten presenteren.”
.
Bloedstroom in hersenen
Eger wijst op andere recente studies naar
de gezondheidsrisico’s van
gsm-straling. Opmerkelijk is volgens
hem een Zwitserse studie -gepubliceerd
in ”The Journal of Sleep Research” in
december 2002- waarin met een scan is
vastgesteld dat de doorbloeding in het
hoofd verandert na een halfuur mobiel
telefoneren. Dat gebeurt alleen in de
hersenhelft aan de kant waar de telefoon
wordt gebruikt. Ook treden er
veranderingen op in een hersenfilmpje
(Elektro Encefalo Gram, EEG). Bij
deelnemers die alleen aan nepstraling
worden blootgesteld, verandert er
niets.
.
Eger: „Niemand die een mobieltje koopt,
wordt over dit soort effecten
geïnformeerd. Die informatie blijft
onder de tafel. Ik heb zelf veel mobiel
getelefoneerd. Als ik dit toen allemaal
had geweten, had ik nooit zo’n ding
aangeschaft. Ouders geven mobieltjes
aan hun kinderen en denken dat alles is
onderzocht en dat ze veilig zijn. Als ze
wisten wat er in de hoofdjes gebeurt,
zouden ze zich wel twee keer bedenken.”
.
Zo blijkt uit een vorige maand
gepubliceerde studie van het
Karolinkska Instituut in Stockholm dat
de kans op een goedaardige tumor in de
gehoorgang bijna vier keer groter is bij
mobiele bellers die tien jaar geleden hun
eerste mobieltje aanschaften
vergeleken bij mensen die pas later een
mobieltje aanschaften. Het verhoogde
risico geldt alleen voor het oor waaraan
het meest wordt gebeld.
.
De huisarts uit Naila noemt ook de
Europese Reflex-studie. In dit
onderzoek is onder meer gekeken naar de
invloed van de straling van mobiele
telefoons op het erfelijk materiaal
(DNA) van bloedcellen in een celkweek.
Onder invloed van de straling bleek het
aantal breuken in het DNA te verdubbelen
vergeleken bij niet blootgestelde
cellen. De volledige gegevens van het
onderzoek zijn overigens nog niet
gepubliceerd.
.
Opmerkelijk is dat het aantal
DNA-beschadigingen het hoogst is bij een
SAR-waarde van 1,3 Watt per kilo, een
doorsneevermogen van nogal wat mobiele
telefoons (voor betekenis SAR-waarde
zie artikel ''Zenders in soorten''). Toch
roepen de uitkomsten ook nieuwe vragen
op. Bij 0,2 Watt per kilo en 1,0 Watt per
kilo treedt namelijk nauwelijks een
verhoging van het aantal DNA-breuken op.
Bij SAR-waarden hoger dan 1,3 Watt per
kilo daalt het aantal beschadigingen
langzaam om bij 3 Watt per kilo weer
vrijwel gelijk te zijn aan het aantal
breuken in niet-blootgestelde cellen.
Het is dus niet zo dat bij een hogere dosis
de schade toeneemt. Hoe dat komt, is
onduidelijk.
.
Er is ook een verband met de duur van de
blootstelling. Naarmate die langer is,
stijgt het aantal beschadigingen.
Echter, na een blootstellingsduur van 24
uur daalt het aantal beschadigingen.
Volgens onderzoeksleider prof. dr.
Franz Adlkofer heeft dit te maken met
celreparatiesystemen die tegen die tijd
volledig geactiveerd zijn.
.
Opmerkelijk is ook een Russisch
experiment met bevruchte kippeneieren.
Gedurende 21 dagen worden ze in de
broedstoof continu blootgesteld aan de
straling van een gsm-telefoon. Boven een
andere broedstoof hangt een
neptelefoon. In de bestraalde groep
sterft 75 procent van de embryo’s tijdens
hun ontwikkeling tegen 16 procent in de
controlegroep. De kuikens die uit het ei
komen, zijn veelal mismaakt.
.
Van Rongen noemt de kwaliteit van dit
onderzoek „helaas twijfelachtig.” Een
nadeel is volgens hem dat over deze studie
alleen in het Russisch is gepubliceerd.
Slechts de samenvatting is in het Engels
beschikbaar.
.
Biologische effecten
Drs. E.G. uit G., naar
eigen zeggen zelf slachtoffer van de
straling van een gsm-mast die op zo’n 200
meter van zijn studentenkamer in Utrecht
stond en webmaster van de site
www.stopumts.nl: „Het probleem is dat
wetenschappers geen mechanisme kunnen
vinden dat de gevonden
stralingseffecten in de diverse studies
kan verklaren. En omdat ze dat mechanisme
niet kennen, blijven ze de effecten
ontkennen.”
.
De warmte die mobiele straling in het
lichaam genereert, is volgens dr. Eger
uit Naila minder relevant. Veel
onderzoek naar mobiele straling was
alleen gericht op opwarming van
weefsels, het zogeheten
magnetroneffect van de straling. Andere
biologische effecten van de straling
zijn volgens Eger veel belangrijker, al
is het mechanisme nog onbegrepen.
.
Van Rongen van de Gezondheidsraad: „Als
er effecten zijn, moeten die het gevolg
zijn van invloeden die niets met warmte te
maken hebben. Als Gezondheidsraad
kijken we daar ook naar. Tot nu toe zien we
daarin geen aanleiding om verontrust te
zijn. De gevonden effecten in het
TNO-onderzoek en in andere studies
moeten eerst herhaald worden voor je er
conclusies aan kunt verbinden. Dat is
gewoon een wetenschappelijke regel.
Over de effecten van mobiele straling op
lange termijn weten we nog te weinig.”
.
De aanbevolen Europese stralingsnormen
ter voorkoming van gezondheidsschade
zijn gebaseerd op onderzoek uit de jaren
zeventig naar de warmteontwikkeling in
weefsels van apen en menselijke
vrijwilligers. Effecten werden gezien
bij een SAR-waarde van 4 Watt per kilo voor
het hele lichaam. Het ging om
verschijnselen als zich niet lekker
voelen en een grieperig gevoel.
Vervolgens is de norm een factor vijftig
lager gelegd voor de algemene bevolking.
Dat resulteert in een SAR-waarde van 0,08
Watt per kilo voor het hele lichaam.
.
Deze SAR-waarde resulteert,
afhankelijk van de frequentie van het
elektromagnetische veld of straling, in
een bepaalde veldsterkte per meter. Voor
gsm-masten is de limiet afhankelijk van
het type zender 41 volt per meter en 58 volt
per meter en voor umts-masten 61 volt per
meter.
.
In de praktijk blijven de
mobieletelefoonoperators ver onder die
veldsterktes. Zwamborn van TNO: „Ze
zorgen dat ze niet boven de 3 volt/meter
uitkomen omdat daarboven storingen in
elektrische apparatuur kunnen
ontstaan.”
.
Resultaten van systematische metingen
van de veldsterktes rond gsm-masten zijn
in Nederland niet voorhanden, zo
vermeldt een medio dit jaar uitgekomen
RIVM-rapport. Er zijn ook geen gegevens
bekend over de veldsterktes rond
plaatsen waar zich meerdere masten
tegelijk bevinden en waar de straling dus
sterker is. Alleen als er problemen zijn,
wordt er incidenteel gemeten door de
telefoonmaatschappijen, maar niet door
een onafhankelijke instantie.
.
Donderdag vergadert de commissie
elektromagnetische velden van de
Gezondheidsraad. De commissieleden
praten dan ook met mensen die
overgevoelig zijn voor
elektromagnetische straling. Of de
klachten van Arjen Witzel en zijn buren
worden veroorzaakt door de straling van
de masten? Van Rongen: „Daar kun je achter
komen als je de zenders, zonder dat de
mensen het weten, gedurende bepaalde
periodes aan en uit zet en tegelijk een
klachtenregistratie bijhoudt. In
februari 2003 heeft de Gezondheidsraad
al geadviseerd onderzoek te doen. Daar
wordt nu serieus over nagedacht.”
.
Meer info: Gezondheidsraad
(www.gr.nl), RIVM (www.rivm.nl). Site
met veel informatie over zendmasten en
links naar diverse studies:
www.stopumts.nl; SAR-waarden mobiele
telefoons:
www.mmfai.info/public/sar.cfm ,
Lees verder in de categorie Berichten Nederland | Terug naar homepage | Lees de introductie