Oostende: Gewestelijk ambtenaar provoceert stadsbestuur en bezwaren honderden bewoners.
zondag, 14 augustus 2011 - Categorie: Berichten Belgie
Op 13 aug. 2011 ontving Stopumts onderstaand persbericht van de werkgroep Bepwerk de Straling:
--------------------------------------------
Gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar volgt wettelijke procedures niet en verleent vergunning voor GSM-antennes in Oostendse kinderrijke buurt.
Samenvatting persbericht:
Op 12 Juli 2011 levert een overijverige gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar de vergunning af aan MOBISTAR voor de bouw van antennes op een drie verdiepingen hoge woning in de kinderrijke buurt in de Sint-Franciscusstraat 12 te Oostende en dit tegenin het ongunstig advies van het stadsbestuur van Oostende en de honderden bezwaren van de omwonenden, een lagere school, peutertuin , en twee kindercrèches ..
Een bouwvergunning voor een gsm-zendmast kan enkel toegekend worden op basis van de door de telecom-operator ingediende gedetailleerde plannen en technische dossiers met het daaraan gekoppelde wettelijk door het BIPT afgeleverde conformiteitsattest. Hij dient ook rekening te houden met de goede ruimtelijke ordening zoals onderschreven in artikel 4 van het Vlaams Decreet van 18 mei 1999, de gezondheidsrisico’s en uiteraard met het advies van de stad of gemeente gesteund op de resultaten van het openbaar onderzoek.
Zowel het BIPT als het departement Leefmilieu Natuur en Energie (LNE) van het kabinet Schauvliege bevestigen ons dat zij in het geval van de toekenning van de bewuste vergunning noch over enig plan, noch technisch dossier beschikken van MOBISTAR, en er geen conformiteitsattest werd afgeleverd voor de bewuste site.
Ook het Stadsbestuur van Oostende verwijst in haar ongunstig advies naar het ontbreken van het conformiteitsattest.
Onze vraag is hoe en waarom de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar van West-Vlaanderen een vergunning verleent zonder over de nodige bij de wet voorziene documenten te beschikken, de wettelijke procedures voor het verlenen van een vergunning niet volgt en geen rekening houdt met het advies van stad - of gemeentebesturen.
De vergunning wordt nu betwist voor de Raad van Vergunningsbetwistingen
Het kabinet van Minister Schauvliege (LNE) werd gevraagd een proces verbaal op te stellen.
Jan Allein
Coördinator Werkgroep Beperk De Straling
www.beperkdestraling.org
-----------------------------------
Bijlage 1: bezwaarschrift toekenning vergunning plaatsen GSM-mast St-Franciscusstraat 12, 8400 Oostende.
-----------------------------------
Aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
Betreft: bezwaarschrift toekenning vergunning plaatsen GSM-mast St-Franciscusstraat 12, 8400 Oostende.
Vergunning toegekend door de Vlaamse Overheid, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge.
Datum beslissing: 12 juli 2011
Tegenin het negatief advies van de Stad Oostende, beoordeeld op basis van het onderzoek op 252 bezwaarschriften verleent Ir. Koen Joye, stedenbouwkundige ambtenaar in functie van het departement RWO Vlaanderen (werkhuisstraat 9, 8000 Brugge) alsnog de vergunning voor de bouw van een zendmast op het gebouw gelegen in de Sint-Franciscusstraat 12, 8400.
De toekenning van deze vergunning is onwettelijk en niet ondersteund door de nodige motivering inzake de gezondheidsrisico’s voor de buurt. De vergunning moet op basis van volgende onderstaande argumenten vernietigd worden.
1.Openbaar onderzoek, aanvraag stedenbouwkundige vergunning, aankondiging en nodige informering omwonenden:
De vergunningsaanvrager (Mobistar-Ericsson) verleent in zijn vergunningsaanvraag geen enkele informatie omtrent het aantal en het type gsm- antennes. De omwonenden zijn niet ingelicht of het dusdanig gaat over de plaatsing van GSM-900MHz- GSM-1800MHz of UMTS antennes . De enige informatie, zowel op de aanplakaffiche als in de vergunningsaanvraag is de volgende: “aanbrengen van antennes op een bestaand gebouw en plaatsen van bijbehorende technische kasten”.
Maw. Noch de bevolking, noch de stedenbouwkundige ambtenaar kan een toestemming verlenen op basis van een gebrek aan informatie. De stedenbouwkundige ambtenaar verleent zijn vergunning op basis van ontoereikende informatie.
2. De bij wet vereiste conformiteitsattesten ontbreken of zijn ONBESTAANDE!
Bij controle op de site van het BIPT www.sites.bipt.be blijkt er geen goedgekeurde technische fiche (aanvraag Mobistar-Ericsson) , noch enig conformiteitsattest ( goedgekeurd door het BIPT) voorhanden.
Aangezien de nodige conformiteitsattesten altijd door het publiek geraadpleegd kunnen worden en deze gepubliceerd worden door het BIPT op haar site www.sites.bipt.be is het ontbreken van deze twee nodige attesten een bewijs dat zowel het vereiste technische dossier van de operator als ook het daaraan gekoppelde conformiteitsattest ontbreekt.
Het ongunstig advies van het college van burgemeester en schepenen refereert ook naar naar het ontbreken van dit nodige conformiteitsattest: “ De exploitatie van een vast opgestelde zendantenne is verboden zonder conformiteitsattest”.
Dit laatste gegeven bewijst dat het college van burgemeester en schepenen ook verwijzen naar een niet bestaand conformiteitsattest en ze ook niet kan terugvinden op de site van het BIPT.
Maw. De stedenbouwkundige ambtenaar verleent de vergunning op basis van een onbestaand en ontbrekend conformiteitsattest en mag dus geen beoordeling, noch motivering geven op basis van ongekende en onbestaande dossiers.
Conclusie eerste twee argumenten:
De stedenbouwkundige ambtenaar, Ir. Koen Joye kan onmogelijk zijn verlening van de vergunning motiveren op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne wat betreft de normering van vast en tijdelijk opgestelde zendantennes voor elektromagnetische golven tussen 10MHz en 10GHz gepubliceerd in het Belgisch Staatsbled van 13 januari 2011 aangezien hij niet beschikt over de nodige technische dossiers en de conformiteitsattesten die bewijzen dat de uitgestraalde veldsterktes en de blootstelling van de omwonenden conform zijn en voldoen aan de stralingsniveau’s in bovenstaande wet.
3. De stedenbouwkundige ambtenaar motiveert het verlenen van de vergunning op basis van de stedenbouwkundige voorschriften van art 5.1.0 van het KB 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen.
Luidens art 4 van het Vlaams decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening is de ruimtelijke ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke aktiviteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
Deze algemene bepaling die de doelstelling van de ruimtelijke ordening omschrijft is de juridische grondslag voor de toetsing van een stedenbouwkundige vergunning aan mogelijke gezondheidsrisico’s of milieuschade van zendmasten. (L.LAVRYSEN en P.DE SMEDT, “Over het succes van mobieltjes en de emancipatie van het voorzorgsbeginsel, een status quaestionis van de wetgeving en rechtspraak met betrekking tot exploitatie van GSM-zendmasten.” T.M.R. 2002,477-478).
De stedenbouwkundige ambtenaar heeft bij de toekenning van de vergunning zijn motivering omtrent de gezondheidsrisico’s geen rekening gehouden met dit decreet, noch van de bepaling. van deze bepaling .
4. De stedenbouwkundige ambtenaar motiveert dat de zendmast geen risico voor de gezondheid inhoudt, en dit op basis van het besluit van de Vlaamse regering die de gezondheidsnormen vastlegt.
Luidens de vaststaande rechtspraak van de Raad van State dient de overheid die bevoegd is inzake ruimtelijke ordening bij de beoordeling van de aanvraag nochtans de risico’s voor de gezondheid van een constructie beoordelen.
Of zoals de Raad van State overwoog in zijn arrest 194.123 (3): Een overheid die zich over een bouwaanvraag uitspreekt dient de nadelige gevolgen van het gebruik of de exploitatie van een installatie op de gezondheid van de omwonenden in overweging te nemen.”
Algemeen wordt aangenomen dat in beginsel daarbij kan voortgegaan worden op de beoordeling van de ter zake bevoegde overheid.
In het kader van de aanvragen aangaande GSM masten oordeelde de Raad van State dat de vergunningsverlenende overheid derhalve ertoe kan volstaan te verwijzen naar de federale (nu Vlaamse) normen inzake de normering van zendmasten voor elektromagnetische golven tussen 10MHz en 10GHz.
De Raad van State verwoordt dit in zijn arrest 198.191 (6) als volgt:
‘Een overheid die zich over een bouwaanvraag uitspreekt, moet, gelet op art 4DRO, ook oog hebben voor de impact van het project op het leefmilieu en moet daartoe de nadelige gevolgen van het gebruik of de exploitatie van een installatie op de gezondheid van de omwonenden in overweging nemen. Gegeven het mogelijke risico op beduidende en onomkeerbare schade door emissie van elektromagnetische golven door GSM-masten, kan het gebrek aan volledige wetenschappelijke zekerheid met betrekking tot de gezondheidsrisico’s de vergunningverlenende overheid immers NIET vrijstellen van de verplichting om deze risico’s op voldoende concrete wijze te onderzoeken.
In het bestreden besluit wordt gesteld dat “alle GSM-installatie moeten voldoen aan de Vlaamse stralingswetgeving ter zake; de hierin opgelegde normen zijn 4 maal stranger dan deze van de Wereld Gezondheids Organisatie, zodat mag aangenomen worden dat er geen gezondheidsrisico’s voor de omwonende te vrezen vallen”.
Op grond van deze overwegingen worden de ingediende bezwaren met betrekking tot de gezondheidsrisico’s weerlegd.
De beoordeling van de gezondheidsrisico’s in het bestreden besluit is in die omstandigheden beperkt tot een algemene stellingname over de verenigbaarheid van de installatie met de Vlaamse stralingsreglementering en de aanbevelingen van de WHO, zonder dat op concrete wijze en MEER IN DETAIL wordt onderzocht of de elektromagnetische straling die uitgaat van vergunde installatie voor de omwonenden redelijkerwijze geen onaanvaardbaar gezondheidsrisico inhoudt.
De LOUTERE AFFIRMATIE dat de straling als dusdanig onder een algemene aanvaardbaar geachte drempel blijft, VOLSTAAT NIET ALS AFDOENDE BEOORDELING van de gezondheidsrisico’s AANGEZIEN HIERUIT NIET KAN WORDEN OPGEMAAKT OF DIT OORDEEL GEFUNDEERD IS ONGEACHT DE AFSTAND TOT DE ANTENNE EN DE DUUR VAN DE BLOOTSTELLING.
Vaststelling is in casu echter dat NERGENS in het bestreden besluit enig motivering aangaande deze toetsing voorkomt en dit ondanks de bezwaren dienaangaande ingediend.
5. Schending van artikel 23,lid 1 GW , art.23, lid 3.4 GW en op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en meer in het bijzonder het voorzorgsbeginsel eventueel aangevuld met art. 8 EVRM en art 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
De vergunningverlenende overheid gaat ervan uit dat het gezondheidsaspect voldoende onder controle is en het verlenen van deze stedenbouwkundige vergunning niet in de weg staat.
Terwijl art.23, lid 1 GW bepaalt dat ieder recht heeft om een menswaardig leven te leiden en terwijl art.23,lid 3,4 GW bepaalt dat die rechten ingezonderheid het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu omvatten.
Naar luidt van de parlementaire voorbereidingswerken heeft eenieder ‘recht op een menselijk,gezond en ecologisch evenwichtig milieu”.
Dat artikel 23,eerste lid, van de Grondwet directe werking heeft, nu het duidelijk en onvoorwaardelijk is geformuleerd. (Parl.St.Senaat B.Z.1991-92 nr.100-2/3°,20;Parl, B.Z.1991-92,nr 318/1,12)
Dat de in het art 23 GW opgesomde beginselen een stand-still verplichting inhouden, wat betekent dat de overheid het bestaande beschermingsniveau niet mag afbouwen. Dit betekent dat het milieubeleid niet alleen een gezond leefmilieu moet nastreven, maar bovendien niet van een lager gezondheidsniveau is dan het bestaande. Maw: de overheid geen beslissingen kan nemen waardoor het risico op schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens wordt verhoogd.
En terwijl het voorzorgsbeginsel vereist dat een overheid een correcte inschatting maakt van de effecten van de risico’s die een bepaalde constructie met zich brengt opdat zij zou kunnen anticiperen op de mogelijke negatieve gevolgen en deze moet verdieden indien deze onaanvaardbare gevolgen zou hebben voor mens en/of milieu.
Toelichting
In casu gaat het hier over het gebrek aan informatie, technische dossiers en conformiteitsattesten. Bewoners en vergunningsverlenende overheid zijn niet op de hoogte over welk type zendantennes het gaat (GSM900,1800, UMTS) , het aantal en de uitgezonden veldsterktes.
De mast staat midden in een woonwijk,en de hoogte is dermate laag dat de omwonenden in de onmiddellijke buurt rechtstreeks blootgesteld zullen worden in de stralingsbundel. En dit permanent, 24h op 24h voor de rest van hun leven.
In de onmiddellijke buurt bevinden zich een kleuter-en lagere school, TWEE creches en een speelplein. Talloze kinderen zullen dus blootgesteld worden aan straling waarvoor de Vlaamse stralingsnormen enkel van toepassing zijn op “gezonde volwassen”. Er bestaan geen kindernormen. Reden temeer het Advies van de Europese Raad om kinderen niet bloot te stellen aan EMF omwille van hun ontwikkeling en het ontbreken van kindernormen.
Men begaat een fout indien men bij het plaatsen van gsm-antennes het voorzorgsprincipe niet respecteert, wat ter zake inhoudt dat dergelijke installaties die niet-ioniserende ‘gepulst microgolf” straling uitzenden een zekere afstand van bewoning verwijderd moeten blijven.
Ook de Vlaamse overheid stelt ZELF in haar brochure dat inplantingplaatsen nabij scholen, woonwijken, ziekenhuizen dienen te worden vermeden. Het is dan ook onbegrijpelijk dat diezelfde overheid haar eigen adviezen niet volgt !
Er zijn trouwens heel wat recente onderzoeken, en steeds meer, die verontrustende resultaten brengen en die voorstellen om dergelijke masten niet in woongebieden te plaatsen en die uitdrukkelijk de overheid vragen het voorzorgsprincipe toe te passen. Dit doet ook onze eigen Hoge Gezondheidsraad die in haar advies van feb 2008 adviseert om een zeer voorzichtige houding aan te nemen omwille van aanwijzingen van biologische en gezondheidseffecten op het lichaam. De WHO heeft ondertussen gsm-straling als mogelijk kankerverwekkend geclasseerd (2B zoals DDT) en een recente epidemiologische studie (2 aug 2011) toont het tweederden meer voorkomen van kanker in buurten met de meeste straling zie:
www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21741680?dopt=Abstract.
Over het bestaan van thermische effecten van microgolfstraling is geen discussie, omdat de ICNIRP normen daar alleen zijn op gebaseerd. Voor de biologische en niet-thermische effecten zijn er goede aanwijzingen dat deze wel op termijn schadelijk zijn voor de gezondheid. Lange termijn studies tonen dit duidelijk aan en u kunt ze volgen op www.beperkdestraling.org
Anderzijds vindt u in bijlage de standpunten terug van de wetenschappers en experten vertolkt in de hoorzitting in het Vlaams Parlement in de commissie Leefmilieu. Zij stellen dat GSM-UMTS straling onrechtstreeks DNA breuken veroorzaakt en de risico’s op kanker verhogen.
Conclusie:
De vergunning voor de zendmast moet onmiddellijk vernietigd worden omwille van:
1. Ontbreken van technische dossiers en conformiteitsattesten.
2. Motivering gezondheidsrisico’s niet gebaseerd op bepalingen art 4 DRO.
3. schending van voorzorgsprincipe en art 23 GW.
4. Motivering gezondheidsrisico’s niet toegepast op onderzoek en bezwaren van omwonenden en in functie van de in de onmiddelijke nabijheid gelegen scholen en creches.
5. Negatief advies van het College van Burgemeester en schepenen stad Oostende.
---------------------------------------------
Bijlage 2: Verslag hoorzitting 2 juni 2008 in het Vlaams Parlement over de blootstelling van de bevolking aan schadelijke GSM straling: zie het bijgevoegde PDF bestand.
Interessant is de bijdrage van Dr. Wouter Duetz over de mogelijkheid om met eenvoudige middelen deze blootstelling te beperken tot 0,2 V/m (pag. 29).
Bekijk het PDF bestand
Lees verder in de categorie Berichten Belgie | Terug naar homepage | Lees de introductie