De Standaard: Moet alles draadloos? Streng kader nodig voor telecomindustrie.
maandag, 06 juni 2011 - Categorie: Berichten Belgie
Bron: De Standaard 3 juni 2011
Moet alles draadloos? Streng kader nodig voor telecomindustrie
Auteur: Joost van den Broek
Moeten we door de waarschuwing van de Wereldgezondheidsorganisatie voor gsm-gebruik in paniek schieten? Neen.
Moeten we bezorgd zijn? Volgens HERMES SANCTORUM wel.
De ene dag bericht een krant over schadelijke effecten van straling; de volgende dag wordt een studie gepubliceerd die het vorige tegenspreekt. De voornaamste conclusie die we hieruit moeten trekken is dat het heel moeilijk is voor wetenschappers om iets eenduidig als gevaarlijk te bestempelen. Vandaar dat heel wat kritische wetenschappers het voorzorgsprincipe bepleiten: iets kan pas als ongevaarlijk worden beschouwd als bewezen is dat het ongevaarlijk is. Het voorzorgsprincipe staat zelfs in onze Vlaamse milieuwetgeving geschreven.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) werkt echter omgekeerd en onderzoekt of er voldoende bewijs is dat iets gevaarlijk is. Dat is erg moeilijk, want wat als gezondheidseffecten pas na enkele tientallen jaren optreden, zoals kanker? De gsm bestaat nog maar 15 jaar, de effecten van straling op lange termijn op mens en milieu zijn voor iedereen een vraagteken.
Daarom is de conclusie van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek, een afdeling van de WGO, over straling zo opvallend. Letterlijk stelt ze 'radiofrequente elektromagnetische straling als mogelijk carcinogeen voor de mens'. Meer specifiek verwijst ze naar een studie die aantoont dat een half uur bellen per dag gedurende tien jaar het risico op hersenkanker zou verhogen met veertig procent. Chemische stoffen die ook onder die categorie vallen, zijn onder meer de schadelijkste deeltjes van fijn stof, DDT en andere pesticiden die we liever niet op ons bord krijgen. Voor de achtergrondstraling vanwege onder meer gsm-masten is er volgens de WGO voorlopig onvoldoende bewijs dat het een risico vormt voor de volksgezondheid.
Moeten we hierdoor in paniek schieten? Neen. Moeten we bezorgd zijn? Ik denk het wel. Wat willen we als maatschappij? Willen we alles draadloos? Welke normen hanteren we? Willen we kinderen extra beschermen? Enkele voorstellen van antwoorden.
Kinderen
Kinderen zijn extra gevoelig voor straling, vermits onder meer hun hersenen nog in volle ontwikkeling zijn. Zij moeten volgens mij maximaal beschermd worden, zeker in scholen waar zij een groot deel van hun leven doorbrengen. In Gent bijvoorbeeld worden geen zendmasten toegelaten in scholen. De Raad van Europa raadt sinds verleden week de Europese lidstaten aan om de straling te beperken tot 0,6 V/m binnenshuis. Dat moet kunnen voor alle scholen in Vlaanderen. De Raad waarschuwt ook voor gsm-gebruik bij kinderen en voor draadloos internet. Onze politici moeten het debat aangaan met schooldirecties en oudercomités om samen het stralingsniveau binnen de schoolmuren te beperken.
Uiteraard is er ook nog straling buiten de schoolmuren, wat doen we daar dan mee? Uit hoorzittingen met de telecomsector in het Vlaams Parlement bleek dat een lage stralingsnorm van 3 V/m technisch perfect haalbaar is. Toch heeft minister voor Leefmilieu Joke Schauvliege besloten om een hogere norm (20,6 V/m) in te voeren voor zendmasten. Nochtans zijn er verschillende voorbeelden van steden, regio's en landen waar strengere normen worden besproken. Dat zal de komende jaren nog toenemen. Het beste voorbeeld is dichtbij huis: in Brussel werd een norm ingevoerd van 3 V/m.
Maar tijdens het bellen met een gsm worden we toch meer bestraald dan door dichtbij een zendmast te staan? Dat klopt. Het is ook op basis van gsm-gebruik dat de WGO waarschuwt. Via betere gsm-toestellen met minder straling en eenvoudige maatregelen, zoals het gebruik van een oortje, verlagen we het risico.
Bezorgdheid over straling betekent dus niet dat we niet meer draadloos zouden kunnen bellen. De politiek moet gaan voor een duidelijk en streng kader voor de telecom-industrie. Zowel voor de straling vanwege de zendmasten als de gsm-toestellen zelf. Zodat ook die sector weet waar ze aan toe is en op tijd innoveert ten voordele van de volksgezondheid. Als de rest van de industrie erin slaagde de vervuiling zo sterk terug te dringen, mogen we dan niet een soortgelijke inspanning verwachten van de telecom?
De moeilijkste discussie gaat over welke toepassingen we al dan niet draadloos willen aanbieden. Want tegenwoordig lijkt het wel een fetisj om alles zonder kabel te maken of hebben. Draadloze toepassingen nemen steeds toe, en zo ook de straling waaraan we worden blootgesteld. Zelfs onze elektrische wagens zouden in de toekomst zonder stopcontact worden opgeladen. De vraag is: willen we al die toepassingen draadloos als hiermee de straling verder toeneemt? Dit is een maatschappelijk debat waard.
Koffie
En wat denken de beleidsmakers hierover? De reactie van minister Schauvliege op het WGO-onderzoek sprak boekdelen: 'gsm-straling is als koffie'. Blijkbaar had haar kabinet ontdekt dat in het lijstje van de WGO tussen de pesticiden en uitlaatgassen ook koffie vermeld staat. Met de nuancering dat koffie mogelijk het risico op blaaskanker verhoogt en op darmkanker verlaagt. Dit illustreert hoe afwezig de sense of urgency is bij onze minister.
Heel wat voorbeelden uit het verleden leren ons dat de politiek vaak te traag reageert op wetenschappelijke aanwijzingen. De relatie tussen tabak en kanker werd al gelegd in 1761 door de Londense arts John Hill. De tabakslobby kon zeer lang wetgeving afhouden. De effecten van passief roken zijn pas zeer recent wetenschappelijk erkend. Een ander voorbeeld: al in de jaren '50 en '60 waren er ernstige aanwijzingen dat asbest kanker veroorzaakt. Ondanks die wetenschap werd de markt in de jaren zeventig en tachtig overspoeld met asbestproducten. Pas in 1998 en 2001 werd de productie en het werken met asbest in België officieel verboden.
Draadloze toepassingen hoeven helemaal diezelfde weg niet op te gaan. Maar dan moet de politiek wel tijdig een streng kader opstellen voor de telecomindustrie. En de omgeving van kinderen zo stralingsvrij mogelijk houden. Zowel de experten van de WGO als de leden van de Raad van Europa zijn geen hemelbestormers. Hun boodschap moet serieus worden genomen door onze beleidsmakers.
HERMES SANCTORUM Wie? Vlaams volksvertegenwoordiger voor Groen Wat? De waarschuwing van de WHO over het gsm-gebruik hoeft niet het einde te betekenen van draadloos bellen. Waarom? Het is duidelijk dat de telecomindustrie strenge normen aankan, maar je moet ze dan wel tijdig opleggen.
Voor het origineel zie:
www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=K13ASMUN .
Lees verder in de categorie Berichten Belgie | Terug naar homepage | Lees de introductie