Gewijzigde samenstelling Beraadsgroep Stralingshygiëne Gezondheidsraad
zondag, 09 oktober 2005 - Categorie: Artikelen
zondag, 09 oktober 2005 - Dossier: Algemeen
De samenstelling van de Beraadsgroep Stralingshygiëne van de Gezondheidsraad (GR) is gewijzigd.
Op 14 juni 2005 is op www.stopumts.nl een bespreking verschenen van de achtergrond van de leden van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad (11 leden plus een secretaris). Dat is de 'gewone commissie' die onder andere het Jaarbericht 2003 Elektromagnetische Velden heeft gepubliceerd. Het bleek dat de meeste leden geen wetenschappelijke ervaring hadden op het gebied van GSM, UMTS en draadloze communicatie, behalve prof. dr. ir. A.P.M. Zwamborn en de secretaris, dr. E. van Rongen.
Zie: www.gr.nl/pdf.php?ID=885
en: Artikelen/405
De eerste periode van de 'gewone commissie' Elektromagnetische Velden liep van 1 januari 2000 tot 31 december 2003. De tweede periode loopt van 1 januari 2004 tot 31 december 2005. Waarschijnlijk wordt de instelling verlengd, maar het is nog niet bekend voor hoe lang.
De Gezondheidsraad heeft ook een permanente commissie die zich met straling in brede zin bezig houdt. Dat is de Beraadsgroep Stralingshygiëne. Hij heeft 20 leden en een secretaris. De secretaris (E. van Rongen) is dezelfde als van de Commissie Elektromagnetische Velden. Dr. L.M. van Aernsbergen heeft de status van adviseur in zowel de Commissie Elektromagnetische Velden als in de Beraadsgroep Straling.
De samenstelling van de Beraadsgroep Straling is onlangs gewijzigd. Twee van de nieuwe leden, dr. F.R. de Gruijl en prof. dr. L. Verschaeve, zijn ook lid van commissies van de ICNIRP (International Commission on Non-Ionising Radiation Protection, een private vereniging in Duitsland, waarop de World Health Organisation zich baseert evenals veel overheden). Twee andere nieuwe leden zijn Van der Kogel en Vander Vorst.
Aan de hand van bronnen zoals PubMed en Google Scholar is het mogelijk een indruk te krijgen van de expertise van de leden van de Beraadsgroep Stralingshygiëne. Voorzichtigheid geboden, want zo'n zoektocht kan een vertekend beeld geven. Mocht de informatie niet kloppen of onvolledig zijn, stuur dan een e-mail naar info@stopumts.nl
Dit is de huidige samenstelling van de Beraadsgroep Stralingshygiëne:
* Prof. dr. M. de Visser is voorzitter.
Zij is bovendien vice-voorzitter van de Gezondheidsraad. De Visser is hoogleraar neuromusculaire ziekten aan de Universiteit van Amsterdam. Zij heeft in die functie het Jaarbericht 2003 Elektromagnetische Velden destijds aan de staatssecretaris van VROM aangeboden. Op 14 januari 2005 heeft zij als vice-voorzitter van de GR een brief gestuurd aan de staatssecretaris van VROM met het standpunt van de Commissie Elektromagnetische Velden over mobiele telefoons en gezondheid. De Visser heeft gepubliceerd over DNA en kanker, maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet met de biologische effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Prof. dr. D. van Norren is vice-voorzitter.
Hij is hoogleraar oogheelkundige fysica aan de Universiteit Utrecht. Norren is een expert op het gebied van zichtbaar licht, netvlies, kleuren en kegeltjes. Hij heeft onder andere schade aan de fotochemie van het oog in ratten bestudeerd. Doorlatendheid van de lens van ratten voor UV. Staar als beroepsziekte bij glasblazers en door lasers (in het nabije ultraviolet). Veroudering van de lens. Maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de effecten van straling van mobiele communicatie.
Het oog is een zwak punt voor elektromagnetische straling. Het zou kunnen dat effecten op de lens specifiek zijn voor 'elektromagnetische gevoeligheid'. Denk aan het Israëlische onderzoek waarbij tijdelijke vervorming en blijvende microschade aan lenzen van kalveren werd gevonden door GSM-straling.
* Dr. L.M. van Aernsbergen is adviseur.
Hij is fysicus en werkt bij het ministerie van VROM. Plaatsvervangend hoofd van Nucleaire Straling en Bioveiligheid van SAS (Stoffen Afvalstoffen Straling). Heeft zich beziggehouden met indringing van ionen in vaste stoffen. Radon uit bouwstoffen en de bodem. Maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet met de effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden. Van Aernsbergen is ook adviseur van de Commissie Elektromagnetische Velden.
* Prof. dr. J.J. Broerse is lid.
Hij is emeritus hoogleraar medische stralingsfysica bij het Leids Universitair Centrum. Weet veel van computerized tomography (CT), radiotherapie, diagnostiek met nucleaire stoffen. Veel kennis van radioactieve straling, röntgen en dosimetrie. Maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet met de effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. K.H. Chadwick is lid.
Hij is fysicus, gevestigd in Wezembeek-Oppem, België. Onder andere onderzoek naar schildklierkanker bij kinderen bij Tsjernobyl. Reparatie van dubbele DNA-breuken. Veel kennis van radioactieve straling, röntgen, dosimetrie. Lineaire toename van risico op kanker bij lage doses radioactieve straling. Maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker net met de effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Prof. dr. H. van Dam is lid.
Hij is hoogleraar reactorfysica aan de Technische Universiteit Delft. Heeft zich als wetenschapper niet met de effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. ir. P.H. van der Giessen is lid.
Hij is klinisch fysicus. Bernard Verbeeten Instituut, Tilburg. Radiologie, radiotherapie. Heeft zich als wetenschapper niet met de effecten van straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. F.R. de Gruijl is lid.
Hij is experimenteel natuurkundige, Sylvius Laboratorium, Leiden. Is sinds 1997 lid van de hoofdcommissie van de ICNIRP (International Commission on Non-Ionising Radiation Protection) met als voorzitter Dr. M.H. Repacholi, die tevens coördinator is van het EMF-stralingsproject van de World Health Organisation (WHO). Het doel van de hoofdcommissie is onder andere 'Fostering cooperation with other partner organizations in the field of non-ionizing radiation' (het koesteren van samenwerking met andere organisaties op het gebied van niet-ioniserende straling). Het wetenschapsgebied van De Gruijl is ultraviolet en huidkanker, maar hij heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet met de effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. ir. Chr. J. Huyskens is lid.
Hij is stralingsfysicus aan de TU Eindhoven, Centre for Radiation Protection. Leergang stralingsbescherming en dosimetrie. Methodologie voor risico-bepaling bij het werken met radioactieve stoffen. Blootstelling op de werkvloer aan röntgenstraling. Maar hij heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet met de effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Prof. dr. A.J. van der Kogel is lid.
Hij is radiobioloog aan het Universitair Medisch Centrum Sint Radboudziekenhuis in Nijmegen. Röntgenstraling, dosis, tijd. Heeft kennis van en ervaring met medische toepassing van thermische effecten van radiofrequente straling (hyperthermie, waarbij de temperatuur door gerichte microwaves in het lichaam plaatselijk tot 41 à 45 graden Celsius wordt verwarmd) en van biomedische magnetische resonantie. Maar heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de effecten van de straling van mobiele communicatie.
* Prof. dr. J.J.W. Lagendijk is lid.
Hoogleraar klinische fysica aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Kennis van en ervaring met microwaves en radiofrequente straling voor medische toepassingen (hyperthermie en MRI, magnetic resonance imaging). Samen met dr. G.M.J. van Leeuwen, prof. dr. ir. A.P.M. Zwamborn en anderen in 1999 een berekening gepubliceerd van de temperatuurverhoging in de menselijke hersenen door blootstelling aan de straling van een mobiele telefoon (hij kwam op maximaal 0,12 graden Celsius). Lagendijk is ervan overtuigd dat de effecten van de straling van mobiele communicatie de gezondheid niet kunnen schaden. Maar hij heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de niet-thermische biologische effecten van de straling.
* Prof. dr. J.C. van der Leun is lid.
Hij is emeritus hoogleraar dermatologie, gevestigd in Bunnik. Heeft gewerkt bij het Instituut voor Dermatologie van de Universiteit Utrecht. Veel samen gepubliceerd met dr. F.R. de Greijl (zie boven). Gespecialiseerd in de biologische effecten van ultraviolette straling. Fotochemische en fotobiologische processen. Dosis en tijd. Lichtgevoeligheid. Huidtumoren. Heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de effecten van de straling van mobiele communicatie.
* Prof. dr. ir. P.H.M. Lohman is lid.
Hij is emeritus hoogleraar stralengenetica en chemische mutagenese, Universiteit Leiden. Genetische toxicologie, moleculaire biologie. Gevolgen van permanente blootstelling aan lage niveaus van gentoxische stoffen. DNA-breuken en -reparaties. Heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de effecten van de straling van mobiele communicatie.
Lohman nam in 1996 deel aan de European Working Group die voor Philip Morris, Bat en Rothmans de effecten van tabaksrook ('meeroken') vergeleek met die van o.a. het eten van een biscuit. Hij distantieerde zich van het rapport toen in Nederland kritiek losbarstte.
* Ir. L.W. Meinders is adviseur.
Meinders werkt bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hij is inspecteur medische technologie bij de Inspectie Gezondheidszorg. Gaf onlangs nog een lezing over lasertechnologie. Heeft zich niet met de biologische effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. J.W.N. Tuyn is adviseur.
Hij is fysicus, gevestigd in Zwinderen. Zijn voorletters zijn J.W.N. en niet J.W.M., zoals in de lijst van de Beraadsgroep Stralingshygiëne staat. Bescherming tegen straling. Dosimetrie, radioactief materiaal. Heeft zich niet met de effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Prof. dr. W.F. Passchier is adviseur.
Hij is plaatsvervangend algemeen secretaris van de Gezondheidsraad. Bijzonder hoogleraar, faculteit Gezondheidswetenschappen, Universiteit van Maastricht. Radon, uranium, ultraviolet, röntgen. Ook geluid en luchtverontreiniging. Risico-analyse. Hij vindt wel dat onderzoek gedaan moet worden naar de effecten van de straling van mobiele communicatie, maar heeft dat zelf als wetenschapper niet gedaan.
Passchier heeft in 2000 mobiele communicatie als 'een nieuw risico' beschreven in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Hij schreef toen: 'Een onbeantwoorde vraag blijft wat de mate van de biologische schade is en in hoeverre de schade omkeerbaar is. Een zekere mate van voorzorg is nodig, bijvoorbeeld in de vorm van onderzoek naar de interactie tussen de straling en biologisch weefsel en naar de effecten op lange termijn.'
* Prof. dr. T.J.F. Savelkoul is lid.
Hij is internist en hoogleraar medische toxicologie en stralingshygiëne, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum, Utrecht. Heeft zich onder andere verdiept in de gevolgen van Tsjernobyl en andere rampen, zoals de vuurwerkramp in Enschede. Heeft zich als wetenschappelijk onderzoeker niet bezig gehouden met de effecten van de straling van mobiele communicatie.
* Prof. A. Vander Vorst is lid.
Hij is elektrotechnisch en werktuigbouwkundig ingenieur, emeritus hoogleraar en grondlegger van het Laboratoire d'Hyperfréquences, Université Catholique de Louvain (UCL), België. Het laboratorium onderzoekt onder andere de invloed van microwaves en millimeter waves (op het zenuwstelsel en de biologische effecten van microwaves (mobilophony).
Recent zijn effecten van millimeter waves (van mobiele telefonie) aangetoond op levende cellen en membranen, chromosoom afwijkingen, effecten op het geheugen, resonantie en polarisatie. Er wordt onderzoek gedaan naar de bioelectromagnetische effecten van GSM-netwerken, de thermische effecten in het hoofd van GSM900- en GSM1800-telefoons, het opstellen van criteria voor de detectie van niet-thermische gentoxische effecten van de straling, het nagaan van de invloed van laagfrequente componenten in de straling van GSM, digitale televisie en digitale radio.
In 2000 schreef Vander Vorst: '.... The question of the 'microwave syndrome' has been raised quite a time ago already, essentially in eastern Europe. It is related to a number of manifestations like headache, perspiration, emotional instability, irritability, tiredness, somnolence, sexual problems, loss of memory, concentration and decision difficulties, insomnia, depressive hypocondriac tendencies, etc. The evaluation is difficult however because of the absence of a control group and of well-established dosimetric data. A recent paper however supports the RF sickness syndrome as a medical entity. ...'
* Prof. dr. L. Verschaeve is lid.
Hij is bioloog bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in Mol, België. Verschaeve is sinds 2000 lid van de biologie-commissie van de ICNIRP. In dezelfde commissie ook dr. Zhengping Xu van Zhejiang University School of Medicine, Hangzhou, China, die onlangs een significante toename van DNA-breuken bij 3 W/kg en 24 uur GSM-straling heeft gevonden.
Verschaeve is betrokken geweest bij het onderzoek door A. Maes naar deukdijen (in een deel van de gevallen gepaard met tintelingen, branderige huid en moeheid). De hoeveelheid straling op een kantoor werd tot een minimum teruggebracht. De onderzoekers concludeerden dat de oorzaak gevonden moet worden in elektromagnetisme.
Verschaeve heeft resonantie als werkingsmechanisme van radiofrequente straling beschreven, als aangetoond met een experiment. In zijn algemeenheid lijkt de straling hem ongevaarlijk, maar sommige resultaten van onderzoek zijn alarmerend en vragen om nader onderzoek, in het bijzonder de synenergetische effecten. Hij onderzoekt daarom of de kankerverwekkende werking van bepaalde stoffen versterkt wordt door de straling. Tot nog toe heeft hij dat niet gevonden.
Verschaeve signaleert een toename van de gevallen van 'elektromagnetische hypergevoeligheid'.
* Prof. dr. ir. A.A. van Zeeland is lid.
Hij is hoogleraar moleculaire stralingsdosimetrie en stralingsmutagenese bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Ultraviolet, DNA-schade, mutaties. Heeft zich niet met de effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden.
* Dr. E. van Rongen is secretaris.
Hij heeft onderzoek gedaan met röntgenstraling en muizen. Heeft zich als wetenschapper nooit bezig gehouden met de straling van mobiele communicatie, maar wel als rapporteur. Is tevens secretaris van de Commissie Elektromagnetische Velden.
Opvallend:
Twee leden van de commissie (De Gruijl en Verschaeve) zijn lid van commissies van de ICNIRP. Voorzitter van de hoofdcommissie van het ICNIRP is M. Repacholi, coördinator van het EMF-project van de WHO (World Health Organisation).
De meeste leden hebben als wetenschapper zich niet met effecten van de straling van mobiele communicatie bezig gehouden. Enkele leden (Lagendijk, Van der Kogel) hebben ervaring met radiofrequente straling, maar dan met de thermische effecten en de medische toepassingen, zoals hyperthermie en magnetic resonance imaging (MRI).
Twee experts, beide uit België, hebben zich ook bezig gehouden met de niet-thermische biologische effecten van mobiele telefonie (Vander Vorst en Verschaeve). Vander Vorst heeft het 'microwave syndrom' als medical entity genoemd. Verschaeve heeft resonantie als werkingsmechanisme van biologische effecten beschreven (met verwijzing naar een bevestigend experiment) en signaleert een toename van de gevallen van 'elektromagnetische hypergevoeligheid'.
Passchier, adviseur, heeft zich in 2000 uitgesproken voor een zekere mate van voorzorg.
Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie