KPN: Rapporten mbt elektromagnetische straling door ''experts''. (Upd + reactie Gezondheidsraad)
vrijdag, 25 november 2011 - Categorie: Artikelen
Geplaatst 24 nov. 2011
Update met reactie Gezondheidsraad 25 nov. 2011
Een opmerkelijke bijdrage van Coralie Miserque, corporate affairs manager van de KPN, waarin zij het BioInitiative Report vergelijkt met het ICNIRP RF Review 2009/16 en die weer met een jaarrapport van de Gezondheidsraad. Zij vergelijkt appels met peren. De rapporten hebben allemaal een ander karakter en een andere status.
Bovendien wordt ten onrechte gesproken over 'tegenstanders van elektromagnetische straling'. Het gaat echter niet om mensen die tegen elektromagnetische velden zijn, het gaat om mensen met gezondheidsklachten en -schade door elektromagnetische velden. Daar kun je geen voor- of tegenstander van zijn.
Bij het genoemde rapport van Verschaeve wordt de RF Review 2009/16behandeld, Verschaeve maakt zelf deel uit van de groep die de RF Review heeft opgesteld.....
Ergerlijk bij deze hele discussie is het feit dat men weigert om cases te onderzoeken. Men sluit de ogen voor de werkelijkheid en men beroept zich op achterhaalde vakliteratuur.
Zie vooral ook ons uitgebreide commentaar onderaan dit artikel:
Bron: KPNbasefacts 21 nov. 2011
Rapporten inzake elektromagnetische straling onder de loep van experts
Auteur: Coralie Miserque
Slechts 2 van 33 rapporten, beide van een laag wetenschappelijk niveau, voeden de argumenten van de tegenstanders van elektromagnetische straling
Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid liet een kritische evaluatie uitvoeren van de nationale en internationale expertenrapporten die verschenen tussen 2009 en 2011 en de studies over de gevolgen van elektromagnetische straling op de gezondheid analyseerden. Van de meer drieëndertig rapporten trokken er slechts twee weinig geruststellende conclusies. Deze twee rapporten voldeden volgens de kritische evaluatie niet aan de criteria om als « goede wetenschappelijke rapporten » gekwalificeerd te worden.
Een dertigtal recente rapporten, geschreven door specialisten in verschillende disciplines (natuurwetenschappers, geneesheren, biologen, …), werden grondig geëvalueerd. Het gaat om rapporten die op hun beurt de vele beschikbare studies inzake electromagnetische straling analyseren. De bedoeling van deze kritische evaluatie is een helder zicht te krijgen op een problematiek waarover de meningen uiteenlopen en waarover vaak tegenstrijdige informatie circuleert die de bezorgdheid bij de bevolking in stand houdt.
Het wetenschappelijk niveau van elk rapport werd geëvalueerd
De originaliteit van deze evaluatie ligt in het feit dat ze niet zozeer focust op de conclusies van de rapporten, maar dat ze vooral een reeks criteria verifieert die essentiëel zijn om te oordelen of een rapport wel geloofwaardig en wetenschappelijk onderbouwd is. Zo werden de samenstelling van de experten-groepen die de rapporten produceerden (en met name hun onafhankelijkheid, hun onpartijdigheid en hun multidisciplinariteit), de gebruikte wetenschappelijke onderzoeksmethode, de manier waarop conclusies getrokken worden én eventuele lacunes in het onderzoek geëvalueerd.
Tot de rapporten die geëvalueerd werden behoren die van ICNIRP, SCENIHR, de Nederlandse Gezondheidsraad, de Hoge Gezondheidsraad in Belgë, AFSSET in Frankrijk, de « Académie de Médecine » in Frankrijk, het agentschap voor de bescherming inzake straling in Zweden, BioInitiative, …
BioInitiative et de Belgische Hoge Gezondheidsraad scoren ondermaats
De conclusie van het merendeel van deze nationale en internationale organisaties is gelijklopend : er bestaat tot op vandaag geen aanwijzing dat straling die beneden de beschermingsnorm, aanbevolen wordt door de Wereld Gezondheidsorganisatie (41.2V/m), schadelijk is voor de gezondheid. Een verstrenging van de norm kan volgens deze rapporten dan ook niet gerechtvaardigd worden. Deze rapporten krijgen een uitmuntende score gaande van 8/10 tot 10/10. Slechts twee rapporten onderscheiden zich van deze algemene tendens : het BioInitiative rapport en het advies van de Belgische Hoge Raad voor de Gezondheid.
BioInitiative: partijdig en foute wetenschappelijke conclusies
De conclusies van het BioInitiative rapport zijn alarmerend inzake de gevolgen van straling voor de gezondheid. Het rapport wordt regelmatig gebruikt, niet alleen door activisten, maar ook door bepaalde professoren om een verlaging van de norm naar 0,6V/m te beargumenteren. Dit rapport is reeds het voorwerp geweest van meerdere kritische analyses door gezondheidsautoriteiten over heel de wereld.
- EMF-Net: bit.ly/tU8YiH;
- Nederlandse Gezondheidsraad : bit.ly/utF5Jq ; (Mede ondertekend door Prof. Brussaard, direkteur-eigenaar van telecom adviesbureau Radicom BV - Red. Stopumts).
- l’Agence française de sécurité sanitaire de n’environnement et du travail (AFFSET): bit.ly/vtSiIz;
De kritische evaluatie die in opdracht van het Vlaamse Departement Leefmilieu, Natuur en Energie gemaakt werd toont op zijn beurt meerdere mankementen aan en kent aan het rapport BioInitiative een ondermaatse score van 3/10 toe. BioInitiative benadert de wetenschappelijke literatuur partijdig (het maakt een selectie van alleen maar studies die negatieve effecten aantonen), het rapport is samengesteld uit individuele bijdragen die niet het resultaat zijn van een collectieve expertise, het verwijst naar studies van een bedenkelijke kwaliteit, er bestaat geen consensus onder de auteurs over de inhoud van het rapport, de conclusies die getrokken worden zijn wetenschappelijk niet correct, …
Belgische Hoge Raad voor de Gezondheid: geen grondige analyse
Het advies van de Belgische Hoge Raad voor de Gezondheid wordt gebruikt als referentie door de innitiatiefnemers van de 3V/m norm in Brussel (ter herinnering : de Brusselse norm van 3V/m is 200 maal strenger dan de internationaal aanbevolen norm van 41 .2V/m en is daarmee de strengste van de wereld). Dit advies krijgt eveneens de ondermaatse score van 3/10. Die score is te danken aan het feit dat het om een advies gaat en niet om een volledig rapport van de wetenschappelijke literatuur. Het advies is een toepassing van het voorzorgsprinciepe eerder dan een grondige en volledige analyse van het wetenschappelijk onderzoek. De argumentatie die gebruikt wordt om het advies te onderbouwen wordt verweten onvoldoende ontwikkeld te zijn en soms zelfs wetenschappelijk foutief.
U kunt de kritische evaluatie vinden achter de volgende link : bit.ly/uxhLy0 .
Tot zover het artikel van Coralie Miserque, het origineel vindt u op:
www.kpnbasefacts.be/ .
Opm. Stopumts:
De ''kritische evaluatie'' is geschreven door Prof.dr. Luc Verschaeve.
De heer Verschaeve is als “corrector” betrokken geweest bij een brochure van de Belgische Minister van Volksgezondheid, terwijl die brochure gewag maakt van:
• de wetenschappelijke twijfel over de lange termijn effecten van gsm/umtsstraling;
• de aansporing het voorzorgsbeginsel toe te passen (terwijl België grosso
modo al veel lagere blootstellingslimieten dan Nederland kent);
• aanwijzingen voor biologische effecten, zelfs voor gezondheidseffecten
die aansporen tot waakzaamheid;
• het advies van de Hoge Gezondheidsraad van België om kinderen tot 15
jaar niet langdurig aan elektromagnetische velden bloot te stellen;
• de oproep om onnodige blootstelling van kinderen aan elektromagnetische
straling te voorkomen;
• het gegeven dat de laagfrequente magnetische velden, zoals van b.v.
hoogspanningslijnen, mogelijk leukemie bij kinderen veroorzaken;
• het gegeven dat gezondheidsrisico’s bij langdurig en veelvuldig gebruik
van gsm’s op basis van de huidige wetenschappelijke kennis niet helemaal
uitgesloten kunnen worden.
De heer Verschaeve is, evenals Gezondheidsraadslid Van Rongen, daarnaast ook
lid van de ICNIRP. De heer Verschaeve signaleert een toename van gevallen van
elektromagnetische hypergevoeligheid.
-----------------------------------------
Aantekeningen in detail van onze medewerker ir. F. van Velden bij het lezen van:
INVENTARISATIE EN KRITISCHE EVALUATIE VAN INTERNATIONALE
RAPPORTEN BETREFFENDE GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN
BLOOTSTELLING AAN RADIOFREQUENTE ELEKTROMAGNETISCHE
VELDEN: METHODOLOGIE, CONCLUSIES EN BELEIDSAANBEVELINGEN
(LNE/OL201000026/10143/M&G)
Door Luc Verschaeve en Ethel Brits
Brussel, juli 2011
6/144
‘De snelle verspreiding van mobiele telefonie heeft tot vragen geleid over mogelijke negatieve gevolgen voor de gezondheid’.
Het is niet waar dat de snelle verspreiding tot vragen heeft geleid. Klachten over gezondheidsgevolgen en zelfs -schade hebben tot vragen geleid. Waarom onderkent Verschaeve dat niet en onderzoekt hij geen cases, waarom worden de klachten niet onderzocht?
‘Er zijn uiteenlopende meningen in de wetenschappelijke wereld’.
Krek! Er bestaat geen consensus. Daar verandert deze inventarisatie en evaluatie niets aan.
7/144
Verschaeve en Brits trekken op basis van uitsluitend hun inventarisatie en interpretatie van een aantal rapporten conclusies over biologische en gezondheidseffecten. Dat kan helemaal niet, dat is veel te kort door de bocht, daarvoor is ook bestudering van cases noodzakelijk.
9/144
Er mag geen belangenconflict zijn. Nu Verschaeve zelf mede-auteur is van ICNIRP RF Review 2009/16 beoordeelt hij onder meer zijn eigen werk.
Verschaeve maakt gebruik van een informatiedienst die rapporten samenvat in opdracht van onder meer mobiele telefoonindustrie en de Gezondheidsraad.
Verschaeve heeft een kleine toelage gekregen van de mobiele telefoonindustrie
( www.magdahavas.com/wordpress/wpcontent/uploads/2011/06/Weigel2011.pdf ).
Verschaeve dient als lid van de Gezondheidsraad de belangen van de Nederlandse Staat bij de inkomsten uit de veiling van frequenties. Verschaeve is geen onafhankelijk rapporteur.
Het rapport van Verschaeve en Brits gaat mank aan de criteria die zij zelf opvoeren. Het is geen multidisciplinair rapport, het is vooringenomen (Verschaeve is vooraf al overtuigd dat de straling geen negatieve gezondheidsgevolgen heeft). De inventarisatie en evaluatie van Verschaeve en Brits kraakt andere meningen en vertoont een grote lacune: geen bespreking van cases, geen onderzoek naar de feitelijke gezondheidsklachten, die toch de bron van de discussie zijn en de aanleiding om onderzoek te doen en daarover rapporten te schrijven.
13/144
De ICNIRP RF Review 2009/16. Daar staan onderzoeken in waarbij biologische effecten gevonden zijn. Onder meer op niveaus van neurotransmitters (alle onderzoeken positief) en endocriene systemen (de helft van de onderzoeken positief). De ICNIRP stelt uitdrukkelijk dat het haar mening (!) is dat de wetenschappelijke literatuur niet op schadelijke gevolgen wijst. Maar als je de inhoud van de RF Review 2009/16 combineert met de cases, met de feitelijke gezondheidsklachten, dan is de mening dat de biologische effecten wel degelijk negatieve gevolgen kunnen hebben (niet alleen klachten maar ook schade) volstrekt redelijk. Die mening vermelden Verschaeve en Brits helemaal niet. Zij hebben gelijk dat de RF Review 2009/16 wetenschappelijk van hoge kwaliteit is en juist daarom is de combinatie van de onderzoeken die wel biologische effecten vinden en de praktijkcases zo belangrijk. Het is onbegrijpelijk dat Verschaeve en Brits dat helemaal niet opmerken. Het zal wel komen doordat Verschaeve zelf deel uitmaakt van de ICNIRP en niet onafhankelijk oordeelt.
16/144
Het SCENIHR rapport. Iedereen weet dat onderzoekers als Lena Hillert, Anders Ahlbom, Joachim Schüz niet onafhankelijk zijn. Ahlbom is zelfs uitgesloten door de IARC (WHO). Verschaeve en Brits melden dat niet. Net als bij de ICNIRP RF Review 2009/16 laten een aantal onderzoeken wel verband zien tussen klachten en velden, werden effecten op zenuwstelsel en cellulaire respons wel (maar niet consistent) gevonden. Opnieuw, neem de onderzoeken die wel effecten vinden en de praktijkcases bij elkaar en het is volstrekt redelijk om te concluderen dat de effecten wel nadelige gevolgen kunnen hebben. Het ligt voor de hand, maar Verschaeve en Brits willen of kunnen het kennelijk niet zien.
19/144
Rapporten van de Nederlandse Gezondheidsraad (GR). Opnieuw beoordeelt Verschaeve producten waar hij zelf aan heeft meegewerkt! Geen sprake van onafhankelijkheid. Overigens zijn de GR-rapporten gebaseerd op de ICNIRP-rapporten. Ze bevatten niks origineels, behalve misschien de suggestie dat klachten zouden voortkomen uit het nocebo-effect. Dat is overigens wetenschappelijk ongefundeerd en praktijkcases tonen aan dat het niet het geval is.
23/144
Rapport van het SSI (Zweedse agentschap voor stralingsprotectie). Opnieuw Ahlbom, die door de IARC (WHO) is uitgesloten. En Maria Feychting, die ook niet om onafhankelijkheid bekend staat. Het is van hetzelfde laken een pak. Geen duidelijkheid, geen nieuw bewijs, dat soort omschrijvingen. ‘Geen duidelijke aanwijzingen dat de straling rechtstreeks verantwoordelijk is’. Nee, als het via biologische effecten gaat is het niet rechtstreeks. En opnieuw het verwijzen naar het nocebo-effect, niet op praktijkcases gebaseerd.
25/144
De EFHRAN rapporten (European Health Risk Assessment Network on Electromagnetic
Fields Exposure). Ook hier weer onderzoeken die effecten vinden, maar die worden weggestreept tegen onderzoeken die geen effecten vinden in plaats van gecombineerd met praktijkcases.
29/144
Rapport van het Latin American Expert Committee. Het wordt saai, ook hier weer ‘geen belangrijke aanwijzingen’, de aanwijzingen zijn er wel, maar de commissie meent dat ze niet van belang zijn. Maar in combinatie met cases uit de praktijk leidt dat tot een heel andere mening. Waarom, waarom worden wereldwijd de cases (die toch aanleiding zijn tot al die bezorgdheid en onderzoeken) niet onderzocht?
31/144
Het BioInitiative Report. Verschaeve en Brits beginnen het meteen af te waarderen. Terwijl er niets mis is met het wetenschappelijke gehalte. Het is een bloemlezing van artikelen van onderzoekers die van mening zijn dat de straling wel negatieve gevolgen kan hebben. Het is helemaal geen overzicht van alles wat bekend is, zoals het RF Review 2009/16 van de ICNIRP. Het slaat nergens op om deze rapporten met elkaar te vergelijken en langs dezelfde meetlat te leggen.
34/144
Rapporten van de Belgische Hoge Gezondheidsraad. Opnieuw belangenverstrengeling, Verschaeve is zelf voorzitter van het subdomein ‘niet-ioniserende straling’ van het domein ‘fysische agentia’. Verschaeve schrijft een aantal van zijn medeleden af als ‘niet echte experts’. Hoewel hij zelf voorzitter is vindt hij de adviezen niet correct. Wonderlijk.
37/144
Rapport van AFSSET (Frankrijk). Ja hoor, tien studies hebben effecten op celfuncties aangetoond, maar die worden ‘ongeldig verklaard’ bij gebrek aan werkingsmechanisme (alsof er geen onderzoeken zijn zoals van Friedman c.s. en Vian c.s.). Het is om moe van te worden. Als je die studies combineert met de cases uit de praktijk ontstaat een heel ander reëel beeld, namelijk dat het wel degelijk mogelijk is dat door biologische effecten klachten en zelfs schade kunnen ontstaan. Waarom, waarom willen mensen als Verschaeve en Brits dat ten koste van alles ontkennen?
39/144
De IARC-werkgroep die hoogfrequente straling ingedeeld heeft in de groep ‘mogelijk kankerverwekkend’. Opnieuw verstrengeling, want Verschaeve is lid geweest van de werkgroep.
50/144
Het gaat maar door. Allerlei organisaties die in een gezamenlijk netwerk naar elkaars meningen verwijzen ‘dat de biologische effecten wel geen negatieve gevolgen zullen hebben’, ‘dat er geen werkingsmechanismen bekend zijn, dus zal het wel niet kunnen’, enzovoort. Tja, als je je niet in cases verdiept en zelf geen klachten of schade hebt, dan is dat comfortabel. Maar wetenschappelijk betekent het weinig. Het zijn rondgepompte meningen, opinies van mensen zoals Verschaeve en Brits die alleen maar met hun neus in rapporten snuffelen.
62/144
Evaluatie.
73/144
‘Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat er zowat in alle studiedomeinen (epidemiologie, in vitro en in vivo studies … ) resultaten zijn die effecten aantonen en resultaten die geen effecten bewijzen. Het risico bestaat dan dat enkel die studieresultaten gebruikt worden die passen binnen de eigen overtuiging.’
Nogmaals, een normaal mens kijkt naar de cases in de praktijk en combineert dat met de onderzoeken waarin effecten zijn aangetoond en komt tot de volstrekt redelijke opinie dat er een risico bestaat.
En nu ga ik (ondanks de chronische pijn die ik heb sinds ik verschrikkelijke pijn heb geleden naast een antenne met onder meer digitenne) weer iets leuks doen. Ik kan het gewoon niet verder lezen, het gedram van Verschaeve en Brits. Hun enige doel is ontkennen dat mensen ernstige klachten en zelfs schade kunnen ondervinden door blootstelling aan niet overmatig opwarmende en niet ioniserende straling.
Waarom niet gewoon (op basis van wetenschap, zoals in de RF Review 2009/16 van de ICNIRP, gecombineerd met de ervaringen uit praktijkcases) erkennen dat het risico bestaat, het risico inschatten, voorzorg nemen? Het kan zo eenvoudig, waarom doen Verschaeve en Brits zo moeilijk?
Frans van Velden
In een onmiddellijke reactie laat Dr. E. van Rongen, secretaris van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad, weten:
Het commentaar van Frans van Velden op het rapport van Luc Verschaeve bevat een onjuiste voorstelling met betrekking tot de Gezondheidsraadrapporten. Hij schrijft:
19/144
Rapporten van de Nederlandse Gezondheidsraad (GR). Opnieuw beoordeelt Verschaeve producten waar hij zelf aan heeft meegewerkt! Geen sprake van onafhankelijkheid. Overigens zijn de GR-rapporten gebaseerd op de ICNIRP-rapporten. Ze bevatten niks origineels, behalve misschien de suggestie dat klachten zouden voortkomen uit het nocebo-effect. Dat is overigens wetenschappelijk ongefundeerd en praktijkcases tonen aan dat het niet het geval is.
Verschaeve heeft niet meegewerkt aan Gezondheidsraadrapporten. Hij heeft ze, als lid van de Beraadsgroep Straling en gezondheid, mede becommentarieerd. Maar de uiteindelijke inhoud van de rapporten is de verantwoordelijkheid van de commissie EMV, waar hij geen deel van uitmaakt. Verder zijn de GR rapporten in het geheel niet gebaseerd op ICNIRP rapporten. Onze adviezen worden op basis van onze eigen analyse van de primaire wetenschappelijke literatuur opgesteld (net als de rapporten van ICNIRP, trouwens). Beide organisaties werken onafhankelijk van elkaar.
Het nocebo effect is het enige waarvoor wetenschappelijke aanwijzingen zijn, niet voor een directe invloed van EMV op het optreden van gezondheidsklachten. Praktijkgevallen kunnen, als ze niet gedegen wetenschappelijk zijn onderzocht, nooit dienen als bewijs voor een relatie EMV / klachten.
Verder schrijft Van Velden:
Verschaeve dient als lid van de Gezondheidsraad de belangen van de Nederlandse Staat bij de inkomsten uit de veiling van frequenties
Dat is ook onzin. De Gezondheidsraad dient de belangen van de Nederlandse Staat niet, en al helemaal geen financiële belangen. De Gezondheidsraad adviseert regering en parlement op basis van de stand der wetenschap, niet meer en niets minder.
Met vriendelijke groet,
Eric van Rongen
De redactie van stopumts erkent dat enkele conclusies van ons commentaar wat kort door de bocht zijn, maar houdt vast aan de essentie:
1.
Door als lid van de Beraadsgroep Straling en Gezondheid van de rapporten van de Gezondheidsraad te becommentariëren heeft Verschaeve meegewerkt aan de deze rapporten van de Gezondheidsraad. Daar doet de constructie dat de uiteindelijke inhoud van de rapporten onder de verantwoordelijkheid van de commissie Elektromagnetische Velden (EMV) van de Gezondheidsraad valt (en niet onder de verantwoordelijkheid van de Beraadsgroep Straling en Gezondheid) niets aan af. Verschaeve heeft inhoudelijk bijgedragen aan het tot stand komen van de rapporten.
2.
De heer van Rongen is betrokken bij zowel de Gezondheidsraad als de ICNIRP. Frank de Gruijl was en Luc Verschaeve is betrokken bij de ICNIRP. De rapporten van de Gezondheidsraad verwijzen naar onder meer de rapporten van de ICNIRP (en naar dezelfde bronnen als van de ICNIRP).
Toegegeven, het zou raar zijn als de Gezondheidsraad in het geheel geen gebruik zou maken van de rapporten van de ICNIRP en de bronnen daarvan. En natuurlijk is de ICNIRP niet verantwoordelijk voor de inhoud van de rapporten van de Gezondheidsraad. Maar het is ook niet zo dat de Gezondheidsraad zich in het geheel niet op de rapporten en bronnen van de ICNIRP baseert, zoals de heer van Rongen beweert.
3.
Dat nocebo-effecten bestaan is bekend, maar dat is een open deur, dat geldt op alle gebieden. En inderdaad, als je praktijkgevallen niet (gedegen) onderzoekt, dan kunnen ze nooit dienen als bewijs. Stopumts pleit bij iedere gelegenheid, zoals bij het Kennisplatform EMV, voor onderzoek naar praktijkcases, maar het gebeurt helaas niet.
Cases kunnen weliswaar op zichzelf geen bewijs vormen, maar in combinatie met
wetenschappelijk onderzoek waarbij wel biologische effecten zijn gevonden kunnen zij wel tot 'evidence' leiden. Het is niet duidelijk waarom praktijkgevallen niet gedegen worden onderzocht. De ICNIRP, de Gezondheidsraad, zelfs het Kennisplatform kijken niet om zich heen en onderzoeken niet wat feitelijk voorvalt.
4.
De Staat heeft belang bij advies en de Gezondheidsraad levert advies.
De Staat heeft in deze zaak grote financiële belangen en het is bekend dat adviseurs de neiging hebben te schrijven wat de opdrachtgever wenst, zeker als daar grote
financiële en andere belangen mee gemoeid zijn. Daar ontkomen ook de experts van de Gezondheidsraad niet aan. Daarom zou Verschaeve terughoudend moeten zijn en had hij zo'n rapport met Brits niet moeten schrijven.
5.
Het commentaar van de heer van Rongen wordt door de redactie zeer op prijs gesteld omdat wij hechten aan verifieerbaar juiste berichtgeving en correcties worden gewaardeerd. Maar in essentie gaat de discussie hier uiteindelijk niet over. Het gaat
om feiten, over mensen met gezondheidsklachten, die onderzocht moeten worden.
Bestaan de klachten? Ja. Zijn ze serieus? Ja. Dat ontkennen ook ICNIRP, Gezondheidsraad, Verschaeve en anderen niet. Onderzoek ze dan!
Er is nog geen enkel rapport verschenen met serieus onderzoek naar de klachten.
Op grond van ons eigen onderzoek, jarenlange ervaringen met stralingsslachtoffers en kennis van de stand der wetenschap komt de redactie van Stopumts tot een andere mening dan de experts van de ICNIRP en de Gezondheidsraad.
Er zijn cases en er zijn resultaten van onderzoek die samen wel genoeg 'evidence' vormen dat blootstelling aan hoogfrequente elektromagnetische velden een risico inhoudt voor de gezondheid.
Daar moet de discussie over gaan, maar daar horen wij de ICNIRP, de Gezondheidsraad, de heren Verschaeve en van Rongen enzovoort niet over.
Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie