Democratie en risico. Sociaalwetenschappelijk rapport. Commentaar Stopumts. Reactie Gezondheidsraad.

vrijdag, 26 februari 2010 - Categorie: Artikelen

Geplaatst 24 febr. 2010. Laatste wijziging en update 26 febr. 2010

Gerelateerde artikelen:
Artikelen/1571
Artikelen/1700

Commentaar Stopumts.

Een uitstekend en evenwichtig sociaalwetenschappelijk rapport over de democratische processen waaronder de uitrol van zendmasten plaatsvond. Gepubliceerd door drie wetenschappers verbonden aan de Universiteit van Amsterdam; Christan Br�er, Jan Willem Duyvendak en Marian Stuiver.
Het rapport behandelt niet de strijdvraag, tussen overheid, providers en actievoerders, of zendmasten wel of niet schadelijk zijn voor de gezondheid, maar focust op de wisselwerking tussen protest en beleid.

Op enkele schoonheidsfoutjes na (pg. 34; Stopumts is niet opgericht door enkele burgers maar door E.G., pas later zijn competente en ervaringsdeskundige burgers bij de website betrokken geraakt) is het rapport goed gestructureerd, objectief en onbevooroordeeld.
Wel had men meer de nadruk mogen leggen op de behandeling van het �Zwitsers onderzoek�, waar het belang van het achterhouden van relevante informatie door de heer van Rongen, secretaris van de Commissie EMV van de gezondheidsraad (6,5% outliers) in het geheel niet belicht wordt. En juist dat achterhouden van belangrijke voor het rijk onwelgevallige informatie is een onvergeeflijke misstap in het democratisch proces van de plaatsing van zendmasten voor mobiele telefonie.

Opmerkelijk dat Stopumts �door Rijk en Gemeenten als een vorm van invloedrijk activisme ervaren wordt. Wanneer Stopumts zich bemoeit met de plaatsing van een mast dan verwacht men serieuze tegenstand�. Geen wonder dat gemeenten Stopumts steeds weg proberen te houden van zogenaamde voorlichtingsavonden!

Vernietigend is het rapport over de reactie van VROM op de resultaten van het �Zwitsers Onderzoek� (Cofam II) waar in een persverklaring de gezondheidseffecten zo stellig ontkend moeten worden dat het zelfs ongeloofwaardig wordt. De rijksoverheid hoopte dat het Cofam II onderzoek locale acties zou stoppen, aldus het rapport. Daarvoor moest het Cofam II rapport wel de hemel ingeprezen worden door gelijktijdig de uitkomsten van Cofam I te relativeren (lees: bagatelliseren).
Overigens was Cofam II helemaal geen replicatieonderzoek, verschillende parameters waren veranderd (verbeterd volgens de rijksoverheid). Maar de persverklaring van VROM (door de toenmalige staatssecretaris van Geel) leidde ertoe dat het plaatsingsbeleid door de rijksoverheid met nadruk werd voortgezet.

Ook de Gezondheidsraad krijgt indirect een subtiele veeg uit de pan: �Opmerkelijk is wel dat de Gezondheidsraad, die eerder negatieve effecten uitsloot, het Nocebo-effect nu als verklaring aanroept op basis van slechts enkele literatuurverwijzingen�(pg.42).

Het zeer leesbare rapport (met drie toegankelijke en overtuigende ervaringsverhalen) memoreert de inperking van gemeentelijke rechten inzake het plaatsingsbeleid van zendmasten en constateert terecht dat er sprake is van nieuw vormgegeven politieke verhoudingen.

Zeer bezwarend voor de rijksoverheid is de constatering dat �beleidsmakers door de aanwassende onrust afspreken het Cofam I onderzoek publiekelijk te relativeren; de uitrol van het UMTS netwerk mocht niet in gevaar komen�. Lokale protesten moeten overwonnen worden. Gezondheidseffecten worden uitgesloten maar er wordt wel steeds nieuw onderzoek gedaan. En uit vrees voor tegenwerking onder gemeenten beperkt het rijk de politieke speelruimte van die gemeenten.

Het rapport Bro�r c.s. begint, waar het de conclusies betreft, zelfs een beetje op het rapport Davids te lijken. Enkele citaten:

�De nadruk op de noodzaak van uitrollen van de UMTS technologie is, achteraf gezien, discutabel�.
�De manier waarop is omgegaan met wetenschappelijk onderzoek geeft te denken�.
�Het Cofam I onderzoek had aanleiding kunnen zijn om de invoering van de UMTS technologie tijdelijk op te schorten. In plaats daarvan heeft men opnieuw onderzoek laten doen, totdat er resultaten lagen die pasten bij de zeer nadrukkelijke wens om het netwerk uit te rollen�.
�Negatieve onderzoeksresultaten werden slechts gezien als een hinderlijk obstakel, net als protesten van burgers en kritiek vanuit gemeenten�.
�Een tijdelijke stop van de invoering van UMTS had wellicht meer recht gedaan aan de bezwaren en zorgen van burgers en lagere overheden�.
�De bijna autoritaire politieke stijl m.b.t. UMTS masten heeft de houding van de burgers gevormd en tegelijkertijd ruimte gecre�erd voor actie�.

Wij vrezen dat de auteurs van dit voortreffelijke rapport financiering van vervolgstudies wel even kunnen vergeten.


Voor het integrale rapport Br�er (79 pagina's) zie het bijgevoegde PDF bestand.

In een onmiddellijke reactie op bovenstaand commentaar schrijft de Heer van Rongen, secretaris van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad het volgende weerwoord:

De Gezondheidsraad heeft in het Jaarbericht 2006, waarin het Zwitserse onderzoek (ten onrechte in Nederland vaak aangeduid als ''COFAM2'') wordt besproken, al aangegeven (p.21,r.1-4):
''Bij de analyse van de testresultaten voor reactiesnelheid zijn sterk afwijkende resultaten op puur statistische gronden niet meegenomen (groter of kleiner dan 4 keer de mediane afwijking).''

Het gaat dus alleen om enkele sterk afwijkende waarden bij ��n van de tests naar cognitieve functies, de reactietest. Bij de andere cognitieve tests zijn geen sterk afwijkende waarden gevonden en buiten beschouwing gelaten, en evenmin bij de gegevens over het welbevinden.

De Gezondheidsraad geeft op p.26 van datzelfde Jaarbericht commentaar op het uitsluiten van de afwijkende waarden in het Zwitserse onderzoek:
''De statistische analyses zijn door de Zwitserse onderzoekers over het algemeen zorgvuldig uitgevoerd. De commissie zet echter kanttekeningen bij het uitsluiten van sterk afwijkende resultaten bij de tests naar reactiesnelheid. De commissie meent dat een dergelijke uitsluiting in dit geval niet juist is.
Het uitsluiten van afwijkende gegevens kan nuttig en noodzakelijk zijn bij subjectieve gegevens, bijvoorbeeld wanneer de proefpersoon bepaalde informatie moet opgeven. Bij de reactiesnelheidstests gaat het echter om objectief gemeten gegevens. De enige redenen om in zo�n geval afwijkende waarden uit te sluiten zijn technische problemen of bewust verkeerd (bijvoorbeeld te langzaam) reageren van de proefpersonen.
De Zwitserse onderzoekers hebben de mogelijke oorzaak van de afwijkende gegevens niet aangegeven. Wel geven zij in een reactie op vragen van de commissie aan dat over alle proefpersonen het percentage uitgesloten metingen varieerde tussen 3,7 en 6,5. Dat maakt het volgens de Zwitserse onderzoekers hoogst onwaarschijnlijk dat de uitsluitingen de einduitslag � dat er geen effect is op cognitieve
functies � hebben be�nvloed. De commissie deelt dit vermoeden, maar had wel liever gezien dat het werd onderbouwd met analyses van alle gegevens, dus zonder uitsluiting van de afwijkende waarden.''

Er is dus nooit door de Gezondheidsraad of door mij informatie over het weglaten van de afwijkende waarden achtergehouden, integendeel, de Gezondheidsraad heeft dit juist voor het voetlicht gebracht en er kritiek op gegeven.


Waarvan akte.

Het ''Zwitsers onderzoek'' is door de rijksoverheid gebruikt als een breekijzer om de uitrol van UMTS zendmasten in Nederland te forceren. Als de Gezondheidsraad ''kritiek had op de afwijkende waarden'', dan blijft de vraag waarom zij in haar (vervolg)adviezen aan de overheid nimmer getracht heeft de politiek te corrigeren.

Maar er is meer:
Zoals te lezen valt in de conclusies op pagina 7 van het rapport van het RIVM van 6 juni 2006 waren de data van het Zwitsers onderzoek niet openbaar en stonden deze het RIVM niet ter beschikking.
Niet vermelding van het weglaten der outliers door de Zwitserse onderzoekers diskwalificeert een wetenschappelijk onderzoek. D�t had de gezondheidsraad c.q. de Heer van Rongen moeten melden en dat is niet gebeurd.
De hoge maatstaven die de Gezondheidsraad oplegt aan telecomkritische onderzoeken waren klaarblijkelijk niet van toepassing voor het Zwitserse onderzoek dat toch een beslissende rol heeft gespeeld in de politieke acceptatie van de UMTS uitrol en nog steeds bij de jurisprudentie daarover. Zulks klemt temeer nu de ruwe computerdata en overige wetenschappelijke rapportgegevens nog steeds ontbreken.

Tot slot, voor lezers die plezier scheppen in statistische trics en trucs: het gebruikmaken van mediane getallen (steeds het middelste getal in de reeks na sortering van hoog naar laag) heeft als effect dat men de invloed van extremen (c.q. outliers) vermindert. Op deze manier kan men 100 deelnemers een boterham pindakaas laten eten en aantonen dat pinda-allergie niet bestaat, ook al laat een van de deelnemers daarbij het leven.


Bekijk het PDF bestand


Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie