UMTS/straling en de (tunnel?)visie van de Gezondheidsraad

zondag, 22 maart 2009 - Categorie: Artikelen

UMTS/straling en de (tunnel?)visie van de Gezondheidsraad

Inleidend citaat uit het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, WRR-rapport nr. 82, en aanleiding voor deze informatie:

Naast de 23 core global risks wijst de genoemde studie nog op tal van fysieke veiligheidsrisico’s die zich zouden kunnen aandienen, maar waarover onvoldoende kennis bestaat om meer dan louter speculatieve inschattingen van kansen en gevolgen te kunnen maken. Zo zouden vooralsnog onbekende negatieve gezondheidseffecten aan het licht kunnen komen van de hoogfrequente elektromagnetische straling die de basis vormt van onder meer mobiele telefonie en draadloos internet’.

Bovengenoemde visie is niet afkomstig van zomaar een burger, die kritisch staat tegenover de stralingsdeken die over ons land wordt uitgerold en waarvan de Gezondheidsraad (GR) in het ‘Elektromagnetische velden Jaarbericht 2008’ stelt, dat de bezorgdheid over straling voortvloeit uit de veronderstelling blootgesteld te worden oftewel dat ‘het tussen de oren zit’. Veel journalisten hebben die conclusie uit het jaarbericht overgenomen. Het inleidende citaat is afkomstig uit het rapport nr. 82 ‘Onzekere veiligheid’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), pagina 28. De WRR verschaft de overheid wetenschappelijke informatie over ontwikkelingen, die op lange termijn de samenleving kunnen beïnvloeden (www.wrr.nl). Op 17 september 2008 werd dit uitgebreide rapport dat handelt over fysieke veiligheid, aangeboden aan de Minister-president als voorzitter van de Ministerraad. Onder andere als gevolg van nieuwe technologieën bepleit de WRR een nieuwe risicobenadering waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving versterkt kan worden. De Raad is van mening dat de huidige omgang met risico’s en verdeling van verantwoordelijkheden onvoldoende toekomstbestendig is. Volgens de Raad moet daarbij worden gedacht aan onderwerpen als waterveiligheid, (infectie)ziekten, internetgebruik, nanotechnologie, voedselveiligheid en …… UMTS en elektromagnetische velden zoals uit het inleidende citaat blijkt.

De WRR stelt dus vast dat er over die onderwerpen nog onvoldoende kennis bestaat. Centraal staat het zogenaamde voorzorgsbeginsel (pagina 17) oftewel neem het zekere voor het onzekere. Er wordt zelfs voorgesteld dat beginsel in de Grondwet op te nemen (pagina 21). Immers waar risico’s te laag zijn ingeschat of te laat zijn onderkend, heeft dat in enkele dramatische gevallen tot grote maatschappelijke schade geleid (als voorbeelden worden genoemd DDT, stralingsgevaren rond Sellafield, de kernenergiediscussie, de bijwerking van geneesmiddelen enz.). Voorts stelt de Raad dat het vaak de wetenschappelijke buitenstaanders waren, individuele burgers, journalisten, die aandacht vroegen voor risico’s, niet zelden tegen de consensus van de wetenschappelijke wereld in (pg. 94).

Tegenstrijdigheid bij adviesorganen

En toen kwam afgelopen week de Gezondheidsraad (GR) met het jaarbericht. Bij de grote stelligheid waarmee men aangeeft dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden en gezondheidsklachten, maar dat die klachten te wijten zijn aan de veronderstelling blootgesteld te worden aan die straling, miste ik de nuance over gebrek aan kennis die de WRR in het aangehaalde rapport wel durft te benoemen. Twee belangrijke adviesorganen voor de overheid die totaal verschillende uitgangspunten hanteren. De WRR, gevormd door hoog gekwalificeerde wetenschappers, die rekening houdt met onzekerheden en gezondheidsrisico’s als gevolg van straling niet uitsluit en de GR die een naar mijn mening wantrouwend makende stelligheid en zekerheid aan de dag legt. Men zou toch moeten weten dat na de invoering van nieuwe technologische (of andere) toepassingen vaak pas na verloop van langere tijd de zwaarwegende nadelen zichtbaar worden op basis van de praktijk.

Wat moet de burger hier nu mee, die het na lezing van het jaarbericht van de GR toch nog waagt na te denken over stralingsrisico’s? Twee adviserende instanties die totaal andere uitgangspunten hanteren over belangrijke onderwerpen, die bij grote delen van de bevolking onzekerheid oproepen.

Er zijn 2 mogelijkheden.

1. De GR was wel op de hoogte van het WRR-rapport, maar heeft het genegeerd omdat het niet aansloot bij bestaande vooronderstellingen. Dat zou naar mijn mening dan als een tunnelvisie kunnen worden bestempeld.

2. De GR was niet op de hoogte van het WRR-rapport. Als dat het geval is plaats ik vraagtekens bij de deskundigheid van dit adviesorgaan, want een rapport met een dusdanig nieuw uitgangspunt over risicobenadering, mag simpelweg niet worden genegeerd.
Ook bij de GR moet het toch bekend zijn dat de toename van bepaalde vormen van kanker, niet uitsluitend kan worden toegerekend aan de vergrijzing. Vergelijkbare problematiek is de stijging van het aantal gevallen van autisme, psychiatrische aandoeningen als adhd en ernstige gedragsproblemen onder jongeren. Er bestaat grote onzekerheid over de mogelijke oorzaken en dan is een stellige uitsluiting van stralingsrisico’s toch niet wetenschappelijk verantwoord? Vooral ook omdat de sterke toename van elektromagnetische straling een ontwikkeling is van de afgelopen decennia.

Ik sluit niet uit dat ik deze tegenstrijdigheid bij belangrijke adviesorganen voor een principiële toets voorleg aan de rechter. Tegen een door de gemeente Hoogeveen genomen beslissing om een bouwvergunning te verlenen voor plaatsing van een UMTS-mast in een dichtbevolkt gebied (Raifeissenpark aan de Middenweg) is op dit moment nog bezwaar mogelijk bij de rechtbank te Assen. Alvorens hierover een besluit te nemen, wacht ik eerst de reactie van de gemeente af op zienswijzen en bezwaren die n.a.v. de Ontwerpnota gemeentelijk antennebeleid zijn ingediend. Ik ben mij er overigens van bewust dat uitspraken van rechterlijke instanties de afgelopen periode in het voordeel van de overheid en providers zijn uitgevallen, mede als gevolg van het standpunt van de GR. Mocht ik als belanghebbende de situatie aan de rechter voorleggen, dan zou ik dat uitsluitend doen om een principeoordeel dan wel jurisprudentie te krijgen over het volgende:

1. Het verschil van inzicht en uitgangspunt tussen de WRR en de GR. Wat is de praktische uitwerking van die nieuwe risicobenadering die de WRR op rationele gronden bepleit en wat kan de burger met bijvoorbeeld het voorzorgsprincipe? In feite stelt de WRR dat er t.a.v. core global risks (universele gevaren/risico’s zie ook de inleidende conclusie) slechts louter speculatieve inschattingen kunnen worden gemaakt, omdat er onvoldoende kennis bestaat over bijvoorbeeld een onderwerp als de relatie UMTS, elektromagnetische velden en gezondheidsrisico’s. Dat zou toch aanleiding moeten zijn voor voorzichtigheid en vermijding van te grote stelligheid.

2. Het feit dat een woordvoerder van de GR in de media aangeeft dat visies/beleid in het buitenland (o.a. Zweden) kennelijk niet bij de afwegingen zijn betrokken (De Telegraaf, 20 maart 2009. ‘Stralingsgevaar zit tussen de oren’. Een schokkende conclusie, gezien het feit dat de overheid alles in het werk stelt de burger Europees en zelfs universeel te laten denken. We hebben hier immers te maken met een universele en grensoverstijgende problematiek, waarbij het toch niet zo mag en kan zijn dat ontwikkelingen in andere landen simpelweg worden genegeerd. Daar komt nog bij dat GR zelf aangeeft dat men participeert in internationale en Europese samenwerkingsverbanden (EUSANH en INAHTA).

De media
De woordkeuze van veel journalisten dat de bezorgdheid voor stralingsrisico’s bij de burger ‘tussen de oren zit’ vind ik nogal denigrerend en een minachting van de medemens die zich over deze ontwikkeling zorgen maakt en voortdurend wordt geconfronteerd met voldongen feiten, eenzijdige voorlichting en druk van overheidswege. Zeker als ze op de hoogte waren van het bestaan van het WRR-rapport. Het probleem zou weleens veel breder kunnen zijn dan door de GR wordt gesuggereerd. Als de afgelopen decennia met klimaatverandering, milieuproblematiek, kredietcrisis enz. iets hebben aangetoond, is het wel dat (wetenschappelijke) kennis en analyses geen garantie vormen voor het voorkomen van crises.

Het zit volgens de GR ‘tussen de oren’, dus dat geldt ook voor…?

Volgens de Gezondheidsraad leidt ‘het vermoeden blootgesteld te zijn aan elektromagnetische velden’ dus tot gezondheidsklachten. Oftewel klachten zijn psychosomatisch zoals woordvoerder Van Rongen stelde in genoemd landelijk dagblad van 20/3/09. In dat verband geef ik het volgende ter overdenking. Op basis van de conclusies in het genoemde jaarrapport en de aangehaalde mening van de woordvoerder van de GR zou je kunnen stellen dat de getoonde bezorgdheid kennelijk ook bij de volgende personen ‘tussen de oren zit’.

--De 54 gerenommeerde wetenschappers van de Internationale Commissie voor Elektromagnetische veiligheid (zie de namenlijst van ondertekenaars op www.icems.eu) waaronder erfelijkheidsdeskundigen, neurochirurgen, oncologen, celbiologen en stralingsdeskundigen die in de Resolutie van Venetië hun grote bezorgdheid uiten over stralingsrisico’s en o.a. stelden (vertaald uit het Engels): ‘We bestrijden de claim van de draadloze communicatie industrie dat er geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs is voor gezondheidsrisico’s. Recent epidemiologisch bewijs is sterker dan ooit, en dat is een reden te meer om de stralingsnormen te verlagen en het voorzorgsprincipe te hanteren’.

--De 522 leden van het Europees Parlement in die onlangs stemden voor een motie om de stralingsnormen te verlagen (slechts 16 tegen).

--De Franse rechter(s) in Versailles die bij vonnis de afbraak van een UMTS-antenne gelastten wegens o.a. gezondheidsrisico’s.

--De medewerkers van Telfort en Motorola die in een telefoonhandleiding de volgende tekst opnamen: Personen met een pacemaker moeten de telefoon ALTIJD meer dan 15 centimeter van hun pacemaker verwijderd houden wanneer de telefoon is ingeschakeld. Ze mogen de telefoon niet in een borstzak dragen. Ze moeten de telefoon tegen het oor plaatsen dat het verst verwijderd is van de pacemaker om mogelijke beïnvloeding te minimaliseren. Een vergelijkbare tekst is in de handleiding opgenomen over hoorapparaten.

--De medewerkers van het Agentschap Telecom en een producent van mobiele telefoons die in januari 2009 adviseerden/de stap namen om 140.000 mobiele telefoons terug te halen omdat deze bij gebruik niet aan de normen voor straling zouden voldoen. Waarom zo’n vergaande maatregel?

--De opstellers van de Ontwerpnota gemeentelijk antennebeleid van de gemeente Hoogeveen die bij punt 2 van de nota als uitgangspunt hanteren dat de locaties voor de 16 geplande 40 meter hoge antennemasten ‘zo ver mogelijk van bestaande woningen, scholen en verzorgingshuizen’ dienen te komen. Waarom die aparte opsomming van kwetsbare groepen als de stralingsniveaus toch niet schadelijk en dus irrelevant zijn?

--De medewerkers van de vakbond FNV die in juli 2008 bij het kabinet pleitten voor een keurmerk voor mobiele telefoons. Steeds meer onderzoeken zouden volgens de adviseur arbeidsomstandigheden uitwijzen dat veelvuldig mobiel bellen schadelijk is voor de gezondheid.

--De beleidsmakers/bestuurders van de ongeveer 70 gemeentes die in 2007 t.a.v. het antennebeleid en stralingsrisico’s wel van mening waren dat het voorzorgsbeginsel diende te worden gehanteerd, maar inmiddels door hogere overheden en rechters zijn ‘bijgestuurd’.

--De buitenlandse overheden binnen de EU die gebruik van GSM-telefoons en draadloze apparatuur door jongeren aan banden willen leggen.

--De leden van het PvdA-congres die verleden jaar stemden voor toepassing van het voorzorgsbeginsel t.a.v. uitbreiding van UMTS-antennes.

--De VVD-kamerleden Aptroot en Schippers die in 2005 vragen stelden over de gezondheidsrisico’s van straling.

--Ondergetekende die ondanks de stellige en geruststellende conclusie van de GR, meer waarde hecht aan de genuanceerde en voorzichtige visie van de WRR die ruiterlijk toegeeft dat men in kennis te kort schiet, niet alle risico’s kan inschatten en het voorzorgsbeginsel uitdraagt.

Enz. enz. enz. enz. want Ik zou de opsomming met vele honderden voorbeelden kunnen aanvullen.

J. Spaans
Hoogeveen
jaapspaans@planet.nl
www.jaapspaans.nl

Bronnen: ’Mobiele telefoon Samsung SGH C450 voldoet niet aan eisen’. Website Agentschap Telecom, 4/2/09.
Advertentie in diverse landelijke media, 21/1/09, ‘Belangrijke mededeling. Omruilprogramma Samsung SGH-C450’.
’Die Gefahrdung und Schadiging von Kindern durch Mobilfunk. Arztliche beobachtung-wissenschaftliche Erkenntnis-geselschaftliche Erfahrung’.
België waarschuwt wel tegen gsm-straling’. De Volkskrant, 16/10/08.
‘Elektromagnetische velden en gezondheid’. Een uitgave van de Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu’ (B).
www.hln.be ‘Vlaams parlement wil norm voor gsm-straling verlagen’ en ‘Franse kinderen mogen niet meer bellen met gsm’.
Dagblad Het belang van Limburg (B), 24/6/08. ‘GSM-straling mogelijk veel schadelijker dan eerst gedacht’.
RTL-nieuws, 24/6/08. ‘Gsm-straling mogelijk toch gevaarlijk. Tumor opvallend vaak doodsoorzaak’.
’TNO-onderzoek naar effecten van GSM en UMTS signalen op welbevinden en cognitie’, 2003.
Motie Pvda-congres 2008, nr. 28 ‘Toepassing voorzorgsbeginsel op GSM/UMTS-straling’.
Persbericht FNV van juli 2008. ‘FNV wil keurmerk mobiele telefoons’.
Kamervragen over straling en gezondheidsrisico’s van de VVD-kamerleden Aptroot en Schippers, 13/1/2005. Tevens persoonlijke mail van kamerlid Aptroot aan ondergetekende, 18 augustus 2008.
GSM-gebruik door kinderen. Een uitgave van Milieu en Gezondheid (B), Steunpunt beleidsrelevant onderzoek, pagina 5.
www.europarl.europa.eu/news/expert/infopress_page/064-36137-245-09-36-911-20080903IPR36136-01-09-2008-2008-false/default_de.htm



Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie