Burn-out (toename)

dinsdag, 19 september 2017 - Categorie: Artikelen

Bron 1: www.telegraaf.nl/binnenland/29282719/__Vaker_thuis_met_burn-out__.html
18 sept. 2017

Werknemer vaker thuis met burn-out

AMSTERDAM - Steeds vaker melden mensen zich met overspannenheid of een burn-out bij de bedrijfsarts, meldt het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) op basis van landelijke cijfers.

Vorig jaar viel ruim 40 procent van alle meldingen in de categorie 'psychische beroepsziekte'. In 2014 was dit nog 32 procent. ,,Het aantal blijft toenemen'', zegt onderzoeker Henk van der Molen. In totaal kwamen er het afgelopen jaar 6270 meldingen van beroepsziekten binnen. Volgens Van der Molen raken werknemers vaker overspannen door een te hoge werkdruk, in combinatie met een gebrek aan ondersteuning van collega's. Ook zijn er vaak onvoldoende mogelijkheden om werk over te dragen.

De meeste beroepsziekten komen volgens het NCvB voor bij mannen (64 procent) en bij werknemers boven de 45 (ruim twee derde van alle meldingen). De branches waar werknemers zich het vaakst ziek melden zijn de bouw, de transportsector, de financiële sector, industrie, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.

Volgens de onderzoekers leiden beroepsziekten in 70 procent van de gevallen tot tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid.

Het NCvB is onderdeel van het Academisch Medisch Centrum (AMC). De organisatie registreert alleen ziektemeldingen gerelateerd aan werkomstandigheden, dus niet door bijvoorbeeld een verkoudheid of griep.

Bron 2: www.a1news.nl/2017/09/een-burn-out-en-de-lastige-zoektocht-naar-de-juiste-hulp/
18 sept. 2017

Een burn-out en de lastige zoektocht naar de juiste hulp

Het lijkt wel dé ziekte van deze tijd: burn-out. Jong en oud heeft ermee te kampen. Nu iedereen na de vakantie weer aan het werk is, ligt burn-out weer op de loer. NRC behandelt in een serie verschillende aspecten van burn-out.

1. Wat is een burn-out, en wat is het niet?

2. Je geliefde heeft een burn-out, hoe help je?

3. Hoe kom je weer goed terug op het werk?

4. Waarom zijn er zoveel verschillende behandelingen?

En praat mee: hoe zorgen we ervoor dat minder mensen een burn-out krijgen?

Ben je doodmoe en heb je misschien een burn-out, dan is het nog niet zo eenvoudig om geholpen te worden. Terwijl je al helemaal uitgeblust bent, valt er een hoop uit te zoeken. Je moet kiezen uit veel hulpverleners, er bestaat geen eenduidige behandelmethode en ook de weg naar de psycholoog is niet vanzelfsprekend.

Waarom is hulp vinden zo lastig? Drie vragen en antwoorden.

Naar wie ga je toe?

Je hebt continu de zenuwen, kunt niet slapen en gaat met grote tegenzin naar je werk. Is er sprake van een burn-out? Vaak is de eerste stap om daar achter te komen een bezoek aan de bedrijfsarts. Ben je zes weken ziek, dan moet een geregistreerde bedrijfsarts of de arbodienst een probleemanalyse en een plan van aanpak maken. Een bedrijfsarts onderzoekt wat de klachten zijn; komen ze voort uit werk of uit de privésituatie? „Vaak is het een combinatie”, zegt Annegreet Polman, zelfstandig bedrijfsarts. „Mensen redden het meestal wel als het bijvoorbeeld op het werk niet goed gaat maar thuis wel. Of andersom. Maar gaat het op beide vlakken mis, dan krijgen mensen klachten.”

Ook bekijkt een bedrijfsarts welke hulp iemand al heeft gezocht.

Ben je al bij de huisarts geweest? Ben je er bij gebaat om naar een psycholoog te gaan? Polman werkt veel samen met bedrijven die de kosten voor een psycholoog betalen. Ze kan werknemers direct doorverwijzen. Wil een werkgever niet voor de psycholoog betalen, dan moet je eerst naar de huisarts. Die maakt dan een eerste inschatting: heb je alleen stressklachten, ben je overspannen of is er inderdaad sprake van een burn-out?

Die inschatting is lang niet altijd eenvoudig, meent huisarts Mirjam van Rooijen, werkzaam bij Huisartsenpraktijk Spaarndammerbuurt in Amsterdam. „Soms is iemand alleen overwerkt, die moet gewoon een tijdje thuisblijven en rust nemen. Maar er zijn ook mensen die al een tijd met klachten lopen en door één extra dingetje ineens overlopen. Dan moet je verder zoeken en kijken of er sprake is van depressie, burn-out of misschien een andere psychologische aandoening.”

Toch moet de huisarts eerst hulp bieden via een aantal ondersteunende gesprekken of doorverwijzen naar de praktijkondersteuner huisartsen (POH). Die biedt laagdrempelige hulpverlening. Van Rooijen: „Een POH biedt een luisterend oor en kan iemand adviseren even rust te nemen of juist energiegevende activiteiten te gaan ondernemen.” Als er dan geen verbetering optreedt, kan zowel de huisarts als de POH inschatten dat er meer aan de hand is. Dat is het moment dat de huisarts doorverwijst naar een gezondheidspsycholoog of een andere hulpverlener.

Wie betaalt?

Heb je een burn-out, dan heb je last van uitputtingsverschijnselen maar kan je psychisch ook flink in de knoop zitten. Toch kan je met de diagnose burn-out niet meteen bij een psycholoog aankloppen. De reden? De meeste verzekeraars betalen wel een aantal bezoeken aan de psycholoog, maar dan moet je wel een stoornis hebben die beschreven staat in DSM-V, een handboek voor psychologen en psychiaters. Burn-out staat daar niet in en is dus een probleem dat je in eerste instantie zelf, of via de werkgever en bedrijfsarts moet oplossen.

Een lastige situatie, meent Van Rooijen. „Ik wil een patiënt met uitputtingsverschijnselen uiteraard helpen. Soms kom je een heel eind met een doorverwijzing naar de haptonoom of een cursus mindfulness. Maar iemand met een zware burn-out wil ik gewoon naar een deskundige kunnen sturen.” Ze maakt een vergelijking met andere specialisten. „Als ik een patiënt naar de cardioloog stuur, heb ik ook geen afgeronde diagnose, ik stuur iemand door zodat de specialist er goed naar kan kijken. Waarom zou dit bij psychische klachten anders moeten zijn?”

Van Rooijen meent dat burn-out een officiële DSM-stoornis zou moeten zijn. Huisartsen zien soms geen andere optie dan iemand met een andere DSM-classificatie – depressie, angststoornis – door te verwijzen naar de psycholoog. „Dat is lastig voor de cliënt”, zegt Maartje de Koning, GZ-psycholoog in de bedrijfsgezonheidszorg. „Als je een burn-out hebt, heb je een serieus probleem. Daar wil je erkenning voor en daar moet je gewoon voor worden behandeld. Burn-out is een meer geaccepteerde aandoening en geen psychiatrische diagnose, zoals een depressie of angststoornis.”

Krijg je een doorverwijzing naar de GZ-psycholoog, dan moet je vaak wel nog eigen risico betalen. In sommige gevallen zijn werkgevers bereid om mee te betalen, vooral wanneer dit bijdraagt aan een snellere reïntegratie. Krijg je die verwijzing niet, dan kun je nog naar een coach of loopbaanbegeleider, of is er het alternatieve circuit. Binnen dat circuit bestaan allerlei therapieën en behandelingen – zoals ontspanningstherapieën en mindfulness – maar dit draagt soms maar deels bij tot herstel. Bovendien moet je het vaak zelf betalen. Inmiddels vergoeden sommige zorgverzekeraars mindfulnesstrainingen voor wie een aanvullende verzekering heeft. Ook de werkgever betaalt voor iemand wel eens direct een coach of mindfulnesstrainer, maar het beleid verschilt per bedrijf.

Welke behandeling helpt?

Hoe kom je van je burn-out af? Een nieuwe baan? Elke dag gaan sporten? De psycholoog? Een cursus mindfulness? „Daar is geen standaard antwoord op te geven”, zegt Alexander van Kleef. Hij is coach bij StressWise at Work en geeft stressreductietrainingen in bedrijven en begeleidt mensen die tegen een burn-out aanzitten of er al één hebben.

Mindfulness werkt over het algemeen goed, zegt hij, maar niet voor iedereen. „Soms adviseer ik na een intakegesprek dat iemand eerst naar een psycholoog gaat voor een ander traject.”

Volgens De Koning vertonen mensen met een burn-out vaak een patroon waarbij ze zichzelf overvragen. „Geen grenzen kunnen stellen, teveel van jezelf moeten, zo iemand raakt uiteindelijk uitgeput. Die vermoeidheid gaat dan ook niet meer over als iemand even geen stress heeft.”

Cognitieve gedragstherapie kan een oplossing bieden. „Daarmee krijgt iemand inzicht in gedragspatronen waardoor hij niet blijft steken in onhandige strategieën”, zegt GZ-psycholoog Jeannette de Geus.

„Wat doe je onder druk? Wat werkt wel en wat kan beter? Je kunt leren op verschillende manieren te reageren. Door niet meteen alles te willen oplossen. Of door te leren dat je een ander soms moet teleurstellen.”

De Koning voegt eraan toe dat mensen die uitgeput zijn, hun gedrag nog niet goed kunnen analyseren. „Als je doodmoe bent, heb je daar nog geen oren naar. Dat komt pas later.” Wie bij haar aanklopt, krijgt maximaal 12 behandelgesprekken vergoed. „Daarmee kom ik vaak een heel eind, maar een structurele gedragsverandering heb je ook niet in een paar sessies voor elkaar. Je hebt aandacht nodig voor het onderliggende probleem. Per persoon verschilt hoeveel tijd iemand nodig heeft.”

Huisarts van Rooijen hoopt vooral dat haar patiënten uiteindelijk meer inzicht in zichzelf krijgen.

„Tegenwoordig hebben mensen zo veel taken, maar niet iedereen kan altijd alles combineren. Wat dat betreft moet je leren om tijdig op de rem te trappen. En mensen moeten ook niet vergeten zich af te vragen: waar word ik gelukkig van?”

Wie een burn-out krijgt, moet er dus niet van uitgaan dat een oplossing zich snel aandient. Vaak gaat het om het ontwikkelen van een geheel nieuwe levenshouding, zegt De Geus. „Mensen moeten leren om hun eigen gedrag te veranderen. Dat kost tijd.”

Bron 3: www.pitreport.nl/2017/09/16/burn-out-lijkt-veel-voor-te-komen-maar-wat-is-het-nu-eigenlijk/
16 sept. 2017

BrainDynamics Groningen

De NEA vraagt wel naar de reden van het laatste ziekteverzuim; 4,5 procent vulde daar ‘psychische klachten, overspannenheid, burn-out’ in. Want er is in 2000 voor het laatst gekeken of de UBOS burn-outpatiënten goed kan onderscheiden van mensen die niet opgebrand zijn en dat is te lang geleden: de normen zijn verouderd. Jong en oud heeft ermee te kampen. In de wetenschap wordt als belangrijkste oorzaak van een burn-out meestal een verstoorde balans genoemd tussen enerzijds wat iemand allemaal moet op het werk (van de baas of van zichzelf), en anderzijds wat diegene allemaal terugkrijgt van het werk, bijvoorbeeld autonomie, waardering, gezellige collega’s, een goed salaris, prettige werkroosters, zien dat het werk resultaat oplevert. Ze hebben bedrijfsartsen, coaches, huisartsen en psychologen geïnterviewd over de symptomen van burn-outpatiënten. Want je hóórt wel veel over burn-out – het onderwerp staat in de bladen en er zijn vele boeken over volgeschreven – maar dat zijn vaak verhalen van mensen die over hun eigen ervaringen vertellen. Burn-out wordt in die richtlijn gedefinieerd als een vorm van overspanning die meer dan een half jaar duurt en waarbij de nadruk ligt op vermoeidheid, maar waarbij zich ook symptomen als prikkelbaarheid, labiliteit en concentratieproblemen kunnen voordoen. Volgens uitkeringsinstantie UWV hadden in 2016 in totaal 4.965 mensen met een burn-out een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO of WIA), op een totaal van 546.311 uitkeringsgerechtigden. Volgens Schaufeli en ook volgens organisatiepsycholoog Arnold Bakker (Erasmus Universiteit) is er wel een verband tussen privé-problemen en burn-out, maar er is nog te weinig onderzoek naar gedaan. Is burn-out nu een epidemie? Het gaat om de balans.” Dat geldt trouwens ook, zegt hij, voor het evenwicht tussen inspanning en herstel: wie niet uitrust, wordt steeds vermoeider. Maar ten eerste is dat onderzoek gedaan onder werkenden; de opgebrande thuiszitters zijn dus niet meegerekend. Hoe onderscheid je een burn-out van een depressie? De burn-outklachten waarnaar de NEA vraagt, zijn de laatste jaren amper toegenomen. 2. „Ik denk dat je dat niet kunt onderscheiden, en ik denk ook dat er nooit een stofje gevonden zal worden dat vermoeidheid veroorzaakt.” Daar hebben onderzoekers wel naar gezocht, net zoals er gezocht is naar objectieve manieren om de diagnose burn-out te kunnen stellen, met ‘biomarkers’, zoals hormonen. Het is wel zo dat sommige mensen meer kans lopen op een burn-out dan andere. Nu iedereen na de vakantie weer aan het werk is, ligt burn-out weer op de loer. Als dat allemaal lukt, dan is een burn-out dus straks opnieuw wat een burn-outvragenlijst meet, maar anders – beter – dan eerst. Burn-out staat niet in de DSM-5. „Ze willen dat het niet aan hen ligt.” En dat is ook niet zo – het ligt in elk geval niet louter aan hen. De bekendste cijfers zijn waarschijnlijk die van de jaarlijkse Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en het CBS onder ruim 46.000 werkende Nederlanders: in 2015 en 2016 kampten ongeveer 1 op de 7 werknemers met burn-outklachten. „Ik heb een consortium opgericht met onderzoekers uit meer dan twintig landen, in de hoop en verwachting dat zij onze vragenlijst gaan gebruiken”, zegt Schaufeli. Waarom zijn er zoveel verschillende behandelingen? Is vermoeidheid psychisch, is het lichamelijk? De klachten waarmee opgebrande mensen zich bij hun arts melden, kunnen zowel psychisch als lichamelijk zijn: somberheid, slaapproblemen, piekeren, paniekaanvallen en een hele baaierd aan lichamelijke klachten, van hartkloppingen tot huiduitslag (‘psychosomatische spanningsklachten’, noemen de Leuvenaren die). „Maslach sprak met mensen met sociale beroepen (hulpverleners, leerkrachten, maar ook politieagenten). De belasting is nu psychisch. Psychiatrische stoornissen zijn sowieso moeilijk af te bakenen. „Mensen willen graag horen dat er een hormonaal probleem is”, zegt Schaufeli. „Een epidemie? Volgens een oude dooddoener is het IQ datgene wat een IQ-test meet. Dat maakt het nog zwaarder.”

En dat leidt weer tot depressieve klachten en spanningsklachten, denken de wetenschappers. Het zou in dat boek bij de aanpassingsstoornissen horen: disproportioneel lijden en/of beperkingen in het dagelijks functioneren als reactie op een ‘stressor’. Want dan worden de relaties met die mensen slechter, dus je werk wordt slechter. „Toen ik in 1994 hoogleraar werd en het in mijn inaugurele rede over burn-out had, zeiden ze dat ook al.” Maar psychische vermoeidheid hoort gewoon bij onze moderne manier van werken, zegt hij. Als dat zo blijkt te zijn, zou het instrument nog wetenschappelijk ingeburgerd moeten raken. Mensen die ‘bevlogen’ zijn, zoals psychologen dat graag noemen, dus die erg genieten van hun werk, lopen juist minder risico – mits ze het werk ook kunnen loslaten. Vervolgens keek ze, ook dat is gebruikelijk, of er clusters van vragen waren waarop de antwoorden vaak met elkaar samenhingen. Workaholics die niet werken, daarentegen, voelen zich nutteloos, zegt Schaufeli. Het idee is dat al die symptomen ontstaan door algehele uitputting en dat ze ook weer bijdragen aan verdere vermoeidheid. Datzelfde kun je zeggen over burn-out: een burn-out is datgene wat een burn-outvragenlijst meet. Er gaan wel cijfers rond, maar bij al die cijfers is wel een kanttekening te maken. Bij lichamelijk werk hoort lichamelijke slijtage; het moderne werk vraagt mentaal kapitaal, dus dan raak je mentaal uitgeput.” Dat wordt ook nergens goed bijgehouden. „Doordat je zo moe bent, kun je je eigen gedachten en emoties niet meer reguleren”, legt Schaufeli uit. Daar zitten dus ook andere psychische klachten bij. En praat mee: hoe zorgen we ervoor dat minder mensen een burn-out krijgen? En veel wetenschappers zéggen dat inderdaad. Mooie verhalen zijn het. Daar kwamen die drie clusters – uitputting, cynisme en verminderde bekwaamheid – uit, een driedeling die daarna „redelijk vaak” is teruggevonden, vertelt Schaufeli. En het aantal mensen dat overspannen de huisarts bezocht, daalt sinds 1990 zelfs nog steeds een beetje, is te zien op de site volksgezondheidenzorg.info van het RIVM. Helaas. We werken samen met andere mensen, we moeten conflicten oplossen, we moeten onszelf in de hand houden omdat je met computers overal kunt werken. Zo op het oog lijkt die definitie goed te vangen wat er gebeurt als mensen een collega (of zichzelf) zien ‘omvallen’ op het werk. Maar wat is een burn-out eigenlijk? Sinds 2014 waren er steeds tussen 700 en 800 meldingen van burn-out en circa 1.200 meldingen van overspannenheid per jaar, terwijl Nederland zo’n 7 miljoen werknemers telt. Die kwamen toen zelf met het woord burn-out.”
Op basis van die interviews bedacht Maslach vragenlijst-items (zoals I feel emotionally drained from my work, ‘nooit’ tot ‘elke dag’) om het concept burn-out te ‘meten’. „Er zijn heel veel mensen die hard werken en nooit burned-out raken”, zegt Schaufeli. Mensen willen graag horen dat er een hormonaal probleem is, ze willen dat het niet aan hen ligt

Daar is Wilmar Schaufeli het mee eens. Dat is normaal in dit soort onderzoek. In organisaties met zo’n angstcultuur lopen mensen een hoger risico op burn-out. Welnee”, zegt ook Schaufeli. „Kwestie van contacten en lobbyen.” Wetenschapspolitiek. „Veel mensen werken niet meer met hun handen. En zitten we nu echt middenin een epidemie? Bij perfectionisten en mensen die moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen, raken bovenstaande evenwichten bijvoorbeeld makkelijker verstoord. Dat maakt hun cijfers moeilijk te interpreteren. Die kunnen trouwens nog een andere aandoening náást hun burn-out hebben. Die mensen zagen het allemaal niet aankomen, anders hadden ze er wel iets aan gedaan, maar ineens konden ze niets meer. Beter dan de op Maslachs werk geïnspireerde constatering: aha, die is kennelijk uitgeput, cynisch, en kan niks meer. Maslach vindt burn-out „meer een kenmerk van teams dan een individueel syndroom”. Wat is een burn-out? Arbodiensten en bedrijfsartsen zouden het aan het Nationaal Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) moeten doorgeven, maar volgens het NCvB gebeurt dat niet consequent. Burn-out kan in zekere zin ‘besmettelijk’ zijn

En burn-out kan in zekere zin ‘besmettelijk’ zijn, schreef ze: mensen raken cynisch en geïrriteerd, er komen conflicten, het werk wordt niet goed gedaan, de volgende valt uit. NRC behandelt in een serie verschillende aspecten van burn-out. Net als naar de rol van bredere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het toegenomen individualisme. Is een burn-out vooral psychisch of vooral lichamelijk? Samen met Steffie Desart en Hans De Witte van de KU Leuven werkt hij aan een nieuwe wetenschappelijke definitie van burn-out. Maar de Multidisciplinaire richtlijn overspanning en burn-out, die Nederlandse bedrijfsartsen, eerstelijnspsychologen en huisartsen – praktijkmensen dus – in 2011 publiceerden, hanteert een definitie waarin die drie clusters niet centraal staan en waarin cynisme zelfs geen noodzakelijk symptoom is. Of mensen ook burned-out kunnen raken door vervelende gebeurtenissen buiten het werk is onduidelijk. Maar bij depressie, zegt Schaufeli, hebben mensen vrijwel nergens meer plezier in. In de wetenschappelijke literatuur wordt een burn-out namelijk vaak gedefinieerd als een combinatie van drie dingen: uitputting, een cynische houding tegenover het werk en het gevoel dat het niet meer lukt om het werk goed te doen. Wat is de oorzaak? Burn-outpatiënten zijn vaak somber, slapen slecht, piekeren en rapporteren een heel scala aan lichamelijke klachten: hoofdpijn, buikpijn, spierpijn, hartkloppingen, huiduitslag, vatbaarheid voor ontstekingen en nog veel meer. Dat weten we niet. Maar dat lukt dus (nog) niet. „Dan is het dwangmatig, die mensen lopen juist een verhoogd risico op burn-out.”
Volgens de Amerikaanse psycholoog Christina Maslach, die ook nog steeds over burn-out publiceert, moeten we de oorzaak vooral niet louter bij de persoon zoeken; de rol van de werkomgeving negeren verergert het probleem. Over deze serie

Het lijkt wel dé ziekte van deze tijd: burn-out. Moeilijk, want er is een overlap in symptomen, zoals somberheid en slaapproblemen. De criteria voor depressie staan in psychiatrisch handboek DSM-5; je moet dan minstens vijf van een lijstje van negen symptomen hebben, waaronder aanhoudende somberheid en/of plezierverlies. Een tweede punt is dat de in de NEA gebruikte vragen niet wetenschappelijk gevalideerd zijn om burn-out vast te stellen. Waarschijnlijk werken al die symptomen ook op elkaar in en kunnen ze elkaar versterken: wie steeds vage klachten heeft, kan daar slecht van gaan slapen en raakt nog vermoeider. „Bij burn-out genieten patiënten vaak nog wel van bijvoorbeeld een film of van hun kinderen. 3. 1. Je geliefde heeft een burn-out, hoe help je? De vragen zijn een bewerking van die uit de eerder genoemde UBOS, maar dan alléén van de vragen naar vermoeidheid, de NEA vraagt niet naar cynisme en verminderde werkprestaties. Dat is óók de ‘schuld’ van het depressiebegrip, dat niet heel scherp gedefinieerd is, zeker niet in de volksmond.” Net zo min als burn-out, waarvan ook mensen die het krijgen vaak niet precies weten wat het is. Is net de ene collega weer voorzichtig aan het werk, valt de volgende om. Deze cijfers geven dus wel een indicatie van het aantal Nederlanders dat zich heel moe voelt door het werk, maar geven niet het aantal mensen met burn-out weer. Ze concludeerden dat algehele uitputting het kernsymptoom is, waaruit drie andere soorten symptomen voortkomen: cognitief controleverlies (bijvoorbeeld geheugen- en concentratieproblemen), emotioneel controleverlies (bijvoorbeeld huilbuien, woedeaanvallen) en mentale distantie (bijvoorbeeld weerstand tegen het werk, cynisme). En die driedeling komt uit de internationaal meestgebruikte vragenlijst voor burn-out: de Maslach Burn-out Inventory (MBI), in 1981 gepubliceerd door de Amerikaanse psycholoog Christina Maslach. „Zij heeft in de jaren zeventig en tachtig interviews gehouden met mensen die extreme emotionele uitputting voelden op het werk”, vertelt burn-out-expert Wilmar Schaufeli, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht en de KU Leuven. „En dan wil je in een poging tot zelfbescherming afstand nemen tot je werk en de mensen daar, maar dat maakt het alleen maar erger. Hoeveel mensen in Nederland hebben een burn-out? Vervolgens moeten ze aantonen dat de BAT beter onderscheid maakt tussen mensen mét en mensen zónder burn-out dan bestaande vragenlijsten. In deze serie artikelen over burn-out beginnen we bij de basis: waar hebben we het over, als we het over burn-out hebben? Eerder dit jaar schreef Maslach over het gevaar dat mensen niet over hun vermoeidheid durven praten op het werk uit angst om zwak gevonden te worden. Zij is dan ook blij dat burn-out niet in de DSM staat als psychologische tekortkoming of ziekte. Het percentage werknemers met burn-outklachten stijgt weliswaar licht sinds 2013, maar het is de vraag of die stijging doorzet. 4. Vaak tot hun eigen verbazing. Wat is er wetenschappelijk bekend over de oorzaken? Hoe kom je weer goed terug op het werk? Psychische vermoeidheid hoort gewoon bij onze moderne manier van werken

En zelfs al zou de volledige UBOS zijn afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse volwassenen, dan was het nog niet goed, zegt Schaufeli over zijn eigen vragenlijst. Hun verhalen hebben doorgaans een klassieke spanningsboog: eerst is er succes en heel hard werken, dan komt de klap van de massieve vermoeidheid, waarna de hoofdpersoon met vallen en opstaan een nieuw, meestal beter evenwicht in het leven vindt, gericht op iets hogers dan geld of succes. Zes vragen. Bijna de helft van hen is al tien jaar of langer ziek. Zijn Nederlandse bewerking van de MBI, de Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS) uit 2000, heeft ook die drie clusters. Soms lijkt het wel alsof er een epidemie van burn-out over ons land trekt. Wat is een burn-out, en wat is het niet? Vermoeidheid is sowieso een lastig concept, zegt Schaufeli. Maar er is zeker een overlappend gebied. Wat precies oorzaak en wat gevolg is, is moeilijk te onderzoeken. Als je lang met een burn-out doorloopt, zegt Schaufeli, kun je depressief worden. Schaufeli en zijn collega’s zijn een nieuwe burn-outvragenlijst aan het ontwikkelen: de Burn-out Assessment Tool (BAT), die naar al die symptomen vraagt. Nee, het is overdreven om van een epidemie te spreken, zegt Irene Houtman, de burn-outpecialist bij TNO. „Je kunt meer hebben naarmate je meer compensatie krijgt.


Met de toenemende stralingsbelasting, smartphoneverslaving en het blauwe licht van de displays zullen we een steeds verdere toename van het aantal mensen met een burn-out kunnen verwachten.



Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie