ADHD is volgens onderzoekers een hersenziekte (met commentaar)

vrijdag, 17 februari 2017 - Categorie: Artikelen

Bron 1: www.nu.nl/gezondheid/4472595/adhd-volgens-onderzoekers-hersenziekte.html
16 febr. 2017


Mensen met ADHD hebben volgens onderzoekers van het Radboudumc kleinere hersens dan mensen die de stoornis niet hebben. Daardoor is ADHD een breinziekte, stellen zij.

Voor het onderzoek legde hoofdonderzoekster Martine Hoogman van het Radboudumc hersenscans van 3.200 personen naast elkaar, meldt Trouw.

Daaruit blijkt dat vijf regio's in de hersenen kleiner uitvallen bij mensen die lijden aan ADHD. Eén daarvan is de amygdala, de regio die zich bezighoudt met het herkennen van emoties. Uit eerder onderzoek bleek al dat kinderen met ADHD minder goed zijn in het herkennen van emoties.

De onderzoekers stellen in het artikel, gepubliceerd in The Lancet Psychiatry, dat dit voortaan moet meespelen in de diagnose. Psychiaters richten zich nu vooral op het al dan niet kunnen vasthouden van de aandacht.

Hersenvolume
De verschillen in hersenvolume tussen mensen met en zonder ADHD bleken het grootst bij kinderen. Volgens Hoogman bevestigt dit het vermoeden dat de hersenen later tot rijping komen en bijtrekken als ze volwassen worden.

''Ik hoop vooral dat het onderzoek wat stigma's wegneemt. Het is dus gewoon een hersenstoornis, net als zware depressies, schizofrenie of een bipolaire stoornis - ook die gaan gepaard met afwijkende hersenvolumes. ADHD is méér dan 'gewoon een moeilijk kind''', aldus Hoogman tegen Trouw.

Het is nog steeds niet bekend wat de precieze veroorzaker is van de afwijking, maar volgens Hoogman wees eerder onderzoek uit dat het voor tachtig procent in de genen verankerd ligt. Kinderen met deze aanleg zouden vervolgens een kleiner brein ontwikkelen.


Dit kan op zichzelf juist zijn, maar het verklaart niet de toename van het aantal kinderen met ADHD gedrag, hoewel Hoogman wel stelt dat 80% in de genen verankerd ligt. De resterende 20% kan dus door omgevingsfactoren komen.

In dit verband is het interessant te verwijzen naar het artikel van Prof. Tayler en medewerkers van Yale University uit 2012:
Bron 2: www.nature.com/articles/srep00312
met als titel:
''Fetal Radiofrequency Radiation Exposure From 800-1900 Mhz-Rated Cellular Telephones Affects Neurodevelopment and Behavior in Mice''

In de inleiding daarvan staat:

''To date, 3–7% of school-aged children suffer from attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) 1. Children diagnosed with ADHD are at greater risk for low academic achievement, poor school performance, and delinquent behavior inconsistent with their developmental level 2,3. The diagnosis of ADHD has increased at an average rate of 3% per year since 1997, making the condition a growing public health concern 1. The behavioral problems in ADHD have been associated with neuropathology localized primarily to the prefrontal cortex. Children with ADHD have a reduction in prefrontal cortex volume, a reduction in gray and white matter, and asymmetry 4,5. These children also have a deficit in working memory associated with inattention and controlled by activity of neurons in the prefrontal cortex 6 ...''.

Het was dus al bekend dat een deel van de hersenen, nl. de prefrontale cortex, kleiner is bij kinderen met ADHD. Tevens staat er dat er (in de USA) vanaf 1997 een 3% toename per jaar is van het aantal kinderen met ADHD. Deze toename is voor de eerdere jaren waarschijnlijk te verklaren met verbeterde/veranderde diagnostiek, maar die toename schijnt nog steeds aan de gang te zijn en is daardoor niet uitsluitend aan aangeboren genetische factoren toe te schrijven

In het artikel van Taylor et al. staat onder meer dat muizen die vanaf voor hun geboorte al bestraald zijn met radiofrequente straling van een mobieltje na hun geboorte meer ADHD achtig (hyperactief) gedrag vertoonden dan de niet bestraalde muizen en dat ze bovendien minder angstig waren en wel een slechter geheugen hadden.

De onderzoekers van het Radboutumc hopen dat hun onderzoek wat stigma's wegneemt. ADHD is volgens hen 'dus' gewoon een hersenstoornis. Maar dit zou dan maar voor 80% de verklaring zijn.
De hersenontwikkeling van muizen is door de straling van mobieltjes e.d. te beïnvloeden en dus zou dat ook bij kleinere kinderen wel het geval kunnen zijn.
Wellicht de resterende 20%?



Zie ook:
Bron 3: www.medicalfacts.nl/2017/02/16/adhd-op-vijf-plekken-hersenen-zichtbaar-neuro-imaging/ .
16 febr. 2017

ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar door neuro-imaging


Groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD

Bij mensen met ADHD zijn vijf hersengebieden kleiner dan bij mensen zonder ADHD. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen. Dit blijkt uit de grootste neuro-imaging studie tot nu toe bij mensen met ADHD. De gevonden verschillen kunnen de vertraagde hersenontwikkeling verklaren die karakteristiek is voor deze aandachtsstoornis. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Barbara Franke van het Radboudumc en op 16 februari gepubliceerd in Lancet Psychiatry.

ADHD wordt gekenmerkt door symptomen van aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit. Een op de twintig kinderen heeft hier last van en tweederde daarvan houdt symptomen in hun volwassen leven. Eerder hersenonderzoek liet vaak tegenstrijdige verschillen zien in de hersenen binnen de groep van mensen met ADHD, waarschijnlijk door het gebruik van verschillende onderzoeksmethoden en een te kleine onderzoekspopulatie. De meest duidelijke afwijking zagen wetenschappers in de basale ganglia, het gedeelte van het brein dat betrokken is bij emotiecontrole en cognitie.

Binnen het internationale ENIGMA-ADHD consortium werden de gegevens van 23 eerdere studies naar de volumes van zeven hersengebieden opnieuw geanalyseerd. Hieruit bleek dat het totale hersenvolume kleiner was bij mensen met ADHD, in vergelijking met gezonde proefpersonen. Specifiek waren de volumes van de amygdala en de hippocampus kleiner. Ook waren drie onderdelen van de basale ganglia-onderdelen verkleind. De verschillen waren het beste zichtbaar in kinderen en minder duidelijk in volwassenen. De onderzoekers veronderstellen daarom dat de vertraging in de ontwikkeling van het brein karakteristiek is voor ADHD.

Emoties

Het grootse verschil werd gevonden voor de amygdala. Dit hersengebied is waarschijnlijk gekoppeld aan ADHD door de rol die dit hersengebied speelt bij emotieregulatie. De kleinere gebieden in de basale ganglia kunnen bijvoorbeeld verklaren waarom mensen met ADHD liever snel een kleine beloning krijgen in plaats van een uitgestelde grote beloning. De rol van de hippocampus is minder duidelijk, maar mogelijk heeft dit ook met motivatie en emotieregulatie te maken. Daarnaast lieten de resultaten zien dat medicatie wel symptomen onderdrukt, maar geen effect heeft op de hersenvolumes van mensen met ADHD.

Geen label

“De hersenverschillen zijn zeer klein, ongeveer enkele procenten kleiner. Deze konden alleen gevonden worden doordat we een hele grote onderzoekspopulatie hadden. Internationaal samenwerken is dus een absolute must”, zegt onderzoeker Martine Hoogman van het Radboudumc en eerste auteur van de publicatie, “Vergelijkbare verschillen in grootte zijn ook gevonden in andere psychiatrische aandoening zoals depressie.” Zij hoopt dat de resultaten meer begrip opleveren over ADHD en bepaalde stigma’s kunnen ontkrachten, zoals het idee dat ADHD komt door een slechte opvoeding, of alleen maar een label is voor moeilijke kinderen.

Hersenen en genetica

De ENIGMA studie is het grootste onderzoek tot nu toe naar hersenvolumes in mensen met ADHD. In totaal zijn de hersenbeelden vergeleken van 1.713 mensen met ADHD en 1.529 mensen zonder ADHD, in de leeftijd van 4 tot 63 jaar. Ook keken de onderzoekers naar het effect van leeftijd, geslacht, medicatiegebruik en andere psychiatrische aandoeningen. ENIGMA heeft als doel om grote groepen mensen te vergelijken op het niveau van de hersenen en de genetica. Vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd voor schizofrenie, depressie, obsessief compulsieve stoornis en bipolaire stoornis.

Bron: Radboudumc


Commentaar
Bron 4: www.trouw.nl/opinie/peperdure-hersenstudie-adhd-levert-niks-op~a78e5ac7/
17 febr. 2107

Peperdure hersenstudie ADHD levert niks op


Laura Batstra

OPINIE
Radboudumc stelt dat ADHD gewoon een hersenziekte is, maar de bewijzen zijn boterzacht. Trouw en andere media hadden de misleidende conclusies niet zo kritiekloos mogen presenteren, vindt Laura Batstra.

Als je als wetenschapper in een tijdschrift als The Lancet Psychiatry staat, dan heb je het gemaakt. Het is bekend dat ook hoogwaardige tijdschriften artikelen met ferme titels en conclusies eerder accepteren.

Wellicht was dat een reden voor Dr. Martine Hoogman en haar 81 (!) co-auteurs om in hun zogeheten ENIGMA-studie conclusies te trekken die op basis van hun bevindingen geenszins gerechtvaardigd zijn. Wat hierbij wellicht ook meespeelt is dat veel van de auteurs banden met de farmaceutische industrie hebben: aan de lijst van ‘conflicts of interest’ die onder het artikel staat, lijkt geen eind te komen.

De auteurs koppen ‘subcorticale hersenverschillen tussen mensen met en zonder ADHD’ en schrijven dat hun studie laat zien dat ADHD een stoornis van het brein is. Ze sporen hulpverleners aan om dat ook zo te communiceren naar de met ADHD gediagnosticeerde kinderen en hun ouders.

Oude data
De resultaten van de ENIGMA-studie zeggen echter iets anders. Ten eerste, dat de hersenverschillen tussen groepen kinderen met en zonder diagnose ADHD verwaarloosbaar klein zijn en ten tweede, dat die toch al nietszeggende verschillen ook nog vanzelf lijken te verdwijnen als kinderen volwassen worden.

Hoogman en collega’s verzamelden de ruwe data van allerlei eerdere kleinere studies, en konden op deze manier de hersenen van maar liefst 1713 mensen met een diagnose ADHD vergelijken met de hersenen van 1529 mensen zonder diagnose.

Op groepsniveau bleken vijf hersengebieden gemiddeld genomen een paar procent kleiner in de ADHD-groep.

Verschillen in groepsgemiddelden kunnen nooit klakkeloos vertaald worden naar het individu, omdat ze voor de meeste individuen in de groep vaak niet gelden. In deze studie was het echter ook nog zo dat de effectmaat genaamd ‘Cohen’s d’ voor alle verschillen tussen de ADHD- en niet-ADHD groep tussen de -0.19 en 0.19 bleef.

Gokkans
Concreet betekent dit dat als je een hersenscan van een kind te zien krijgt en op basis daarvan moet inschatten of het kind wel of niet het gedrag vertoont dat we ADHD noemen, de kans dat je inschatting correct is 1 à 2 procent boven gokkans ligt.

Het gaat dus om ‘geen of een verwaarloosbaar effect’. En op basis daarvan stelt het NOS Journaal van acht uur op 16 februari dat ‘onderzoek nu aantoont dat je ADHD kunt zien op hersenscans, juist bij kinderen’.

Een betere kop boven het artikel in The Lancet Psychiatry zou zijn geweest: ‘Peperdure hersenstudie vindt nauwelijks verschil tussen mensen met en zonder de diagnose ADHD’. Dit type titels is echter niet aantrekkelijk voor wetenschappelijke tijdschriften omdat ze tot minder citaties en media-aandacht leiden dan positieve titels en conclusies zoals die van Hoogman en collega’s.

Kranten en websites op hun beurt hebben ook behoefte aan koppen die aandacht trekken, zoals ‘ADHD is gewoon een hersenziekte’ (Trouw, 16 februari) of ‘ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar’ (website Radboud, 16 februari).

Misleidend
Kortom, het wetenschappelijke tijdschrift, de wetenschappers en de media varen allemaal wel bij de ronduit misleidende conclusies van de ENIGMA-groep.

Het met ADHD gediagnosticeerde kind betaalt de prijs. Dat kind krijgt de onterechte, stigmatiserende en invaliderende boodschap dat het een hersenziekte heeft. Het in stand houden van biomedische hersenmythes met dit soort ongefundeerde en verregaande claims schaadt kinderen.

Editors van tijdschriften, wetenschappers en journalisten zouden de kreet van Hippocrates in hun achterhoofd moeten houden: doe geen schade.

Door Laura Batstra, Universitair hoofddocent Orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.



Lees verder in de categorie Artikelen | Terug naar homepage | Lees de introductie